Veel duikvrienden zijn mij al voorgegaan naar Scapa Flow. Ze kwamen allemaal terug met dezelfde enthousiaste verhalen over immense wrakken, grote kanonnen en ander oorlogsspul. Ook het goede zicht en de vele zeehonden zijn een rode draad in hun verhalen. Ik ga nu zelf ondervinden of hun verhalen kloppen.

Tekst: Roy Velthuis Foto’s: Richard Walker en Sina Weber

In de haven ga ik op zoek naar mijn boot voor aankomende dagen. Bob, de kapitein, heeft in dit duikgebied van zijn hobby zijn werk gemaakt. Hij heeft ook bijgedragen aan het boek ‘Dive Scapa Flow’ van Rod Macdonald. Kortom: er is veel kennis aan boord. Een wrak dat eruit springt, is de SM UB-116. Dit was de laatste Duitse onderzeeër die verloren ging tijdens de Eerste Wereldoorlog. In tegenstelling tot de meeste Duitse wrakken in Scapa Flow, is de UB-116 tijdens het uitvoeren van een missie verloren gegaan. De missie van de UB-116 was om Britse schepen te torpederen bij het verlaten van hun thuishaven.

Scapa Flow

De liveaboard

Scapa Flow

Wat de Duitsers echter niet wisten, was dat de Britse vloot verhuisd was naar een andere locatie en dat er een goed detectiesysteem voor onderzeeërs (hydrofonie) was aangelegd bij de ingang. Toen de UB-116 werd gedetecteerd, is het mijnenveld geactiveerd met als gevolg dat de onderzeeër met man en muis verging. Het wrak ligt vrij ondiep, 28 meter om precies te zijn, ideaal dus voor een EAN32 duik. Het eerste wat opvalt tijdens de afdaling is dat er van het wrak niet veel meer over is.  Het is grotendeels van haar staal ontdaan na de oorlog. Ook zijn in het verleden de torpedo’s tot ontploffing gebracht. We zien alleen nog spanten, pijpen, draden, drukcilinders en stuurvinnen.

Anderen lezen ook:  Hoe de ‘P’ van plastic in de duikerstaal werd opgenomen

Gelukkig is het dekkanon nog duidelijk te onderscheiden. UB-116 is vrij klein, hetgeen je aan het denken zet hoe het moet zijn geweest voor de bemanning die met 37 man opgesloten zat in zo’n kleine onderzeeër. Op een tiental meters naast het wrak zien we de overblijfselen van wat ooit de commandotoren was. Dankzij het goede zicht weten we deze makkelijk te vinden. Door slim gebruik te maken van de lichte stroming bereiken we de toren. De bodem is vrij kaal, maar de wrakdelen werken als een magneet voor vis en diverse koralen.

Scapa Flow

Briefing

Gigantisch oorlogsschip

De SMS Markgraf is bij verre één van grootste wrakken die je kunt zien bij Scapa Flow. De SMS Markgraf was de derde uit een reeks van vier dreadnoughts in de König-klasse. De Markgraf was in dienst bij de Kaiserliche Marine tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze nam op 1 oktober 1914, twee maanden na het uitbreken van de oorlog in Europa, officieel dienst bij de Hochseeflotte.

De Markgraf was bewapend met tien 305mm-kanonnen, ingedeeld in vijf torens en kon een snelheid van 21 knopen (39 km/h) halen. Zoals alle grote König-klasse wrakken ligt ook de Markgraf op de kop. In een team van drie dalen we af langs de shotline die op de boeg zit en het duurt niet lang voordat we de contouren kunnen zien. Het eerste wat door mijn hoofd gaat: «Dit wrak is wel heel groot! Wil ik alles zien, dan zou een scooter niet verkeerd zijn!» Uiteindelijk maken we hier twee duiken. Op 42 meter diepte zwemmen we langs  de linkerzijkant van het wrak. Her en der zien we de pantserplaten op de bodem liggen. Sommige zijn wel 35 centimeter dik!

Scapa Flow

Decostop

We besluiten een stukje ‘onder’ het wrak te gaan zwemmen. Onze ogen wennen aan de duisternis en al snel kunnen we de grote kanonnen herkennen. Doordat ik alles op de kop waarneem, moet ik mijn inbeeldingsvermogen flink aanspreken. Een goede voorbereiding op deze duik is vanwege de omvang van het wrak een absolute must. We vervolgen onze route langs de zijkant en we zien een aantal kazemat-kanonnen die de zijkant van het schip moesten beschermen. Na stevig te hebben doorgezwommen bereiken we uiteindelijk de achtersteven. Hier zijn nog een flink aantal patrijspoorten intact. Met behulp van onze lampen kijken we naar binnen en zien de overblijfselen van wat ooit de officiersverblijven waren. Heel indrukwekkend.

Scapa Flow

Grooooot!

Meer dan alleen imposante wrakken

Een week lang duiken we tweemaal daags waarbij de duikdieptes variëren van 20 tot 40 meter. De watertemperatuur is rond de 12 graden, het gehele jaar door. Dankzij het goede zicht – met meer dan 20 meter – komen deze waanzinnig grote wrakken goed tot hun recht. Omdat de wrakken een beschermde status hebben, verkeren ze allemaal in zeer goede conditie, wat het mariene leven ook ten goede komt. Tijdens onze decostops worden we dan ook regelmatig onderzocht door zeehonden.

Scapa Flow

Enthousiaste buddy’s

Samenvattend is dit meer dan ‘slechts’ een week duiken op imposante wrakken. Het is inzicht in de bouw van deze schepen, je inleven in de ellende van oorlogen en de sympathie voelen voor de gevallen slachtoffers. En bovenal stilstaan bij het unieke en mooie stukje natuur en historie dat Scapa Flow te bieden heeft. In mijn ogen een must voor elke wrakduikliefhebber! Net als mijn duikbuddy’s die mij voorgingen, verlang ook ik weer terug naar deze plek om nog meer te leren en te ontdekken.

Anderen lezen ook:  Crown of thorns: zeemonster of toch niet?

Tip!

Zelf naar Scapa Flow? De Scapa Flow MV Invincible is de grootste liveaboard van de Okney Dive Boat Fleet en brengt je naar de mooiste wrakken in het gebied.

www.scapa-flow.co.uk

Scapa Flow

Bekijk ook: Mijn duikavontuur in Raja Ampat