Het in kaart brengen van een grot is een taak die tijd en inzet vraagt, daar weet Anton van Rosmalen alles van. Al vier jaar is hij samen met zijn collega’s bezig met het project van Event de la Coudoulière, een beschermde en afgesloten drinkwaterbron in de Franse plaats Hérault, die sinds 1948 steeds weer nieuwe vraagtekens oplevert.

Hoe kom je in een drinkwaterbron terecht?

Event de la Coudoulière is de drinkwaterbron van Pégairolles-de-Buèges en wordt al sinds de jaren 70 geëxploreerd. Maar sinds 2012 werd de grot als uitgeëxploreerd beschouwd en lagen de activiteiten stil.

Er ontbrak een goede survey van de grot. In 2016 wist ik in goed overleg met de lokale overheid, speleo- en duikgemeenschap toestemming te krijgen om de draad weer op te pakken. Wel onder voorwaarde dat het primaire doel was het in kaart brengen van de grot, zodat de lokale overheid zicht kon krijgen op de drinkwaterbron.

De survey was dus de voorwaarde om er überhaupt te mogen duiken.

Waarom was het nodig de grot in kaart te brengen?

De gemeente wilde weten waar haar drinkwater vandaan komt en eventuele bronnen slaan. Ook wilden ze voorkomen dat er vervuilende activiteiten boven het drinkwater plaatsvinden. We hebben onbeperkt toegang, maar dit is natuurlijk wel gericht op de survey en exploratie. Plezierduikjes maken mag niet – dit levert een stevige boete op, plus inbeslagname van je duikapparatuur.

Deze grot wordt al sinds 1948 onderzocht, hoeveel ervan is nog onbekend?

drinkwaterbron

Foto: Petra Clerx. De combinatie van duiken en speleologie maakt de exploratie heel bijzonder.

Dat is het mooie aan exploratie… dat weten we dus niet. Ik hoop nog heel veel. We hebben meerdere leads op dit moment die nog geëxploreerd en in kaart gebracht moeten worden. Twee jaar geleden ontdekten we bijvoorbeeld een klein gaatje waar vervolgens een kilometer aan nieuwe tunnel achter zat.

Anderen lezen ook:  Nieuw record zeeslang duikt naar 245 meter

Het is niet enkel duiken, maar ook door nauwe gangen kruipen?

De combinatie van duiken en speleologie maakt de exploratie heel bijzonder. We zijn bijvoorbeeld in één van de takken na anderhalve kilometer bovengekomen (Salle des Hollandais genoemd) en hebben vervolgens een paar honderd meter aan droge tunnels ontdekt, ook weer met vele leads.

Jullie samenwerking met de lokale speleologen is heel intensief.

Door het plaatsen van zenders onder water die vervolgens aan de oppervlakte heel nauwkeurig uitgepijld kunnen worden (radiolocatie), kunnen we onze survey weer corrigeren en neemt de nauwkeurigheid van het zoekgebied dus toe. Dankzij onze exploratie kan de lokale speleogemeenschap weer naar bovengelegen grotten zoeken.

De hoop is om een droge toegang te vinden. Het lijkt ons geweldig elkaar nog eens ondergronds de hand te schudden.

Foto: Anton van Rosmalen. Twee jaar geleden ontdekten we een klein gaatje waar vervolgens een kilometer aan nieuwe tunnel achter zat.

Wat zijn uitdagingen voor de duikers?

Allereerst is het bepaald niet eenvoudig om bij het water te komen. Je moet met al je spullen door een nauwe tunnel waarin mensen liggend zware scooters en rebreathers doorgeven. Vervolgens heb je een ondergrondse duikbasis waar je je omkleedt en vertrekt.

Het feit dat er geen licht is, maakt dit nog wel eens lastig. Dan krijg je de diepte; de meest ondiepe tunnel is 45 meter diep, maar de rest is eigenlijk veel dieper. Vorig jaar brachten we een uur op 95 meter door, wat vervolgens ongeveer vijf uur decompressie opleverde in koud water.

Dan komt er nog de uitdaging bij van het post-siphon duiken. Je maakt een duik, je doet decompressie om de grot in te gaan en dus niet alleen op de terugweg, waarna je vervolgens een zware fysieke inspanning moet leveren door met spullen te sjouwen, te klimmen en te klauteren over rotsen.

Anderen lezen ook:  Drugssmokkelaars en schoonmaakduikers

Je spullen moeten het dus nog doen op de terugweg, je droogpak moet heel blijven en je mag geen blessures of decompressieongeval oplopen, want er is echt geen enkele mogelijkheid tot redding.

Hebben jullie speciale duikmaterialen nodig voor deze expeditie?

We maken gebruik van dubbele scooters van Carbon Scooters. Dit zijn de snelste en lichtste scooters ter wereld die we gebruiken voor meer snelheid in het diepe deel en dus een kortere decompressie, maar ook vanwege hun lage gewicht waardoor ze makkelijker te verplaatsen zijn en de kans op schade afneemt.

We duiken met KISS mCCR rebreathers om het gasverbruik zo laag mogelijk te houden en omdat de KISS niet echt elektronica nodig heeft om te kunnen functioneren en dus niet voor jou gaat lopen nadenken. Ik wil immers geen discussie hebben met mijn rebreather achter een siphon over of ik wel of niet mag gaan duiken.

Het gebruik van CCR‘s maakt het verder mogelijk om bailoutgas en decogas te plaatsen voor de duur van het hele project omdat ze slechts in geval van nood gebruikt worden. Verder hebben we verwarmde onderkleding om de temperatuur tijdens de deco aangenaam te houden en drytubes om spullen droog te kunnen vervoeren.

Foto: Daniel Chailloux. Voor de exploratie zijn er behoorlijk wat materialen nodig.

Foto: Anton van Rosmalen. Dankzij radiolocatie neemt de nauwkeurigheid van het zoekgebied toe.

We duiken met speleohelmen en lampen om in het droge deel de handen vrij te hebben. Daarnaast moeten de zenders voor radiolocatie vervoerd worden in een drytube of afgeclipt voor de onderwaterzenders. We hebben touwen bij ons voor als we de droge delen bezoeken om lastige passages veiliger te maken.

Voor de survey van droge ruimtes gebruiken we een aangepaste Leica DistoX laserafstandsmeter. Onder water hebben we reels nodig om lijnen te leggen, maar zijn we aan het experimenteren met elektronische surveyapparatuur. We maken gebruik van een Cavelink, waarmee we berichten door ongeveer 1.000 meter rots kunnen sturen om zo in contact te blijven met de oppervlakte.

Anderen lezen ook:  Interview met Nederlandse eigenaar duikcentrum Hurghada: dit weten we over de haaienaanvallen

Ik mag toch hopen dat jullie dat niet allemaal zelf naar de instap hoeven te sjouwen…

Haha, nee hoor! Voor het transport van al het materiaal naar de plek vanwaar we duiken, zorgen ongeveer 25 sherpa’s voor de transport.

Foto: Petra Clerx. In de ondergrondse duikbasis bereiden de duikers zich voor op de exploratie.

Is er weleens iets fout gegaan?

Gelukkig niet. Wel zijn twee keer duikers verdwaald, waarna zij bij toeval niet eerder ontdekte droge ruimtes vonden. Na een paar angstige en eenzame dagen, wisten zij de uitgang weer te vinden.

Wat maakt dit project zo uniek?

Inmiddels hebben we een van de langste aaneengesloten onderwatersystemen in Frankrijk te pakken. Het feit dat er meerdere takken in het systeem zijn, is bijzonder. In Frankrijk heb je anders dan in Mexico doorgaans maar één tunnel. Het water is verder extreem helder en gaat nagenoeg ongezuiverd het leidingnet in.

Verder het feit dat we als internationaal team de toegang hebben en dat de mensen nog steeds meewerken die in de jaren 70 de exploratie gedaan hebben, maakt het heel uniek.

Wat is nu het plan?

Voor volgend jaar staat een survey van de diepte tunnel (95 meter waterdiepte) tot aan de slechts tweemaal eerder door grotduiklegende Patrick Bolagno bezochte immense Salle des Provenceaux op het programma. Naast survey staan filmen, fotograferen en lokaliseren middels radiolocatie van deze ruimte op het programma. Daarnaast liggen nog vele leads open te wachten op verdere exploratie.

Foto: Frank Vasseur. Het is niet enkel duiken, ook speleogie komt om de hoek kijken.

Het in kaart brengen van Coudoulière

Het uitvoeren van een gedegen survey brengt vaak onontdekte passages aan het licht en in meerdere takken van de grot werd dan ook een continuering ontdekt door het team. Sinds afgelopen zomer bestaat de grot met de laatste toevoeging van 430 meter aan nieuw ontdekte droge en onderwaterpassages inmiddels uit 4.736 meter aan in kaart gebrachte

tunnels. De afgelopen jaren werd jaarlijks meestal een ruime kilometer aan nieuw ontdekte en in kaart gebrachte onderwatertunnels aan de survey toegevoegd. De, op een paar restricties na, zeer grote tunnels bevinden zich tussen de 40 en 95 meter waterdiepte en worden gekenmerkt door zeer helder bronwater.