In deel 1 van deze serie uit het magazine DUIKEN neemt hoofdredacteur Judith Rietveld samen met GUE instructeur Sander Evering je stap voor stap mee in de wereld van het droogpak duiken. Sander leert Judith dat het helemaal niet ‘eng’ hoeft te zijn.

Ik weet het nog heel goed, de laatste keer dat ik in droogpak dook. Na een gedegen training, maakte ik mijn eerste echte duik zonder instructeur. Maar mijn geleende droogpak was veel te groot. Met een dikke squeeze in mijn pak daalde ik af, om vervolgens als een raket weer omhoog te schieten. Onder kwam ik daarna niet meer. Gelukkig – want ik wilde dat ook helemáál niet. Voor mij voorlopig geen droogpak meer. Maar toch bleef het knagen.

Waarom zijn anderen dan wel zo enthousiast over een droogpak? Ik neem daarom ook de stap om me toch in deze ‘droge’ manier van duiken onder te dompelen. Zoals je eerder al kon lezen, heb ik mijzelf een droogpak laten aanmeten bij AmilcoSports. Een mooi rood droogpak, de Bare X-Mission Evolution. Een toepasselijke naam, want ik zie dit ook echt als een missie. Alvast een groot voordeel: dit droogpak is geheel passend gemaakt! Maar goed, hij kan dan nog zo mooi staan en lekker zitten, hoe het in de praktijk te gebruiken, is wel heel essentieel om te leren. Ik besluit om een droogpaktraining te volgen bij GUE-Instructeur Sander Evering. En dan lekker comfortabel bij Dive World, de duiktoren in Enschede!

droogpak duiken balans

JUISTE ONDERKLEDING

Buiten is het koud en het regent pijpenstelen, maar gelukkig is het binnen in de duiktoren heerlijk warm. Voordat ik het water in mag, krijg ik eerst nog uitgebreid theorie. Ik vind dit stiekem helemaal niet erg – hoe langer het duurt voordat ik mijn droogpak aan moet, hoe beter… Sander vertelt dat het een must is dat je weet hoe je je droogpak comfortabel aan- en uittrekt. Mooi! Daar ben ik inmiddels een expert in! In Noorwegen heb ik dagelijks de X-Mission gebruikt om met orka’s te kunnen snorkelen. Daarnaast is de juiste onderkleding belangrijk. Dit is uiteraard sterk afhankelijk van de watertemperatuur. Hoewel het water van de duiktoren verwarmd is, heb je zeker meerdere laagjes onderkleding nodig. Ook dunne handschoenen en een cap raadt hij aan. Check!

UITLODEN

Nog een heel belangrijk onderdeel van het droogpakduiken, is de hoeveelheid lood die je nodig hebt. Hoe meer laagjes je aantrekt, hoe meer luchthoudende bescherming (isolatie) je hebt. En dit drijft als een malle! Dit moet je compenseren met gewicht, anders blijf je niet beneden. Maar hoeveel heb ik dan nodig? «Zorg dat je niet te weinig lood hebt, want dan kom je niet onder en je kunt je laatste stop niet maken. Met te veel lood heb je balansproblemen, is het drijfvermogen controleren veel moeilijker en zijn de opstijgingen moeilijker,» legt Sander uit.

Anderen lezen ook:  Test: duikhorloge Tusa TC-1

droogpakduiken voorkant zwaar

Dat betekent dus dat je aan het begin van de duik goed moet uitloden en daar ook genoeg aandacht aan moet besteden. Hij raadt mij 10 tot 12 kilo lood aan. We zullen ook nog wat klaarleggen langs de waterkant, mocht het niet genoeg zijn. Maar dan is het hoofdstuk ‘lood’ nog niet klaar. De positionering is daarnaast heel belangrijk. Als het lood te hoog zit, richting je hoofd, dan val je voorover. «Dat is wel iets waar veel droogpakduikers last van hebben,» verklaart Sander. «Je voorkant is dan te zwaar, en bij je voeten is het te licht. Je hebt dan de hele tijd het gevoel dat je voorover ‘valt’. Dat wil je compenseren door met je handen en/of voeten te zwemmen. Zo kan je niet stilliggen in het water en het maakt de duik oncomfortabel.»

Lood te laag is ook niet goed. Je hebt dan het gevoel dat je voeten elke keer zinken. Dus de verdeling van het lood moet goed zijn. Normaliter ben je, wanneer je lood rond heuphoogte draagt (dus rond je loodgordel) vrij neutraal. Maar bij een droogpak is het heel belangrijk dat je de gordel vooral niet te hoog draagt. Sander: «Je kunt beter iets te zware voeten hebben, dan iets te licht. Aan te lichte voeten kun je niets doen, iets te zware wel – in tegenstelling tot een natpak! Want als je voeten dan zinken, dan zinken ze. Maar met een droogpak kun je dit heel eenvoudig oplossen door iets extra gas in je pak blazen. Leid deze lucht naar je voeten, en je balans blijft stabiel!»

PERSOONLIJK PLATFORM

Zoals hij het nu uitlegt, klinkt het allemaal heel logisch. Maar we zijn uiteraard nog steeds op het droge. Benieuwd hoe dat in de praktijk in z’n werk gaat. Toch zijn we er nog niet! We hebben nóg
een belangrijk punt van het droogpakduiken. «Je balans houden is deel van je persoonlijke platform. Naast de specifieke droogpakskills is je persoonlijke platform het allerbelangrijkst.» Klinkt heel interessant, zo’n persoonlijk platform. Maar uiteraard weet niet iedere duiker wat hij hiermee bedoelt. «Je persoonlijke platform is eigenlijk neutraal, stil hangen in het water, op de plek waar jij wil.

Anderen lezen ook:  De Dry 45 van Scubapro: Bijdehand

Uiteraard met je buddy of met je team. Dus dat je met elkaar, op een goede plek hangt, elkaar goed kunt zien en goed kunt communiceren en duiken.» Hij onderstreept dat controle
over je positionering uiterst belangrijk is. Nóg belangrijker dan het loskoppelen van je droogpakslang of omgaan met het gas in je pak. «Als ook maar iets onder water niet lukt, zoals een
maskeroefening of je bent je buddy kwijt, dan heeft je plek, balans en je controle over het drijfvermogen áltijd prioriteit. Juist als er iets niet lukt of iets afwijkt, moet je weer terugvallen op je persoonlijke platform.»

DRIJFVERMOGEN

Het persoonlijke platform bestaat uit drie dingen, ten eerste het drijfvermogen. Dit is de hoeveelheid gas in je wing of vest, in je longen en je droogpak. Te veel gas zorgt voor een positief drijfvermogen, te weinig voor een negatief drijfvermogen. Wanneer je de juiste hoeveelheid gas op elkaar afstemt, ben je neutraal.» En altijd, waar je ook bent tijdens de duik, moet je proberen
om neutraal te zijn. Dat is het belangrijkste van je persoonlijke platform.

Tweede dat heel belangrijk is, is jouw positie. Ofwel je trim. Hoe hang je in het water? Met je voeten omlaag, omhoog of er tussenin? Of horizontaal, zoals de meeste vissen: die zwemmen ook
horizontaal. Sander: «De meeste vissen zwemmen niet als een zeepaardje. Want die zwemmen niet zo snel en niet effectief. Wij duikers willen wel effectief en efficiënt zijn, zodat je gas spaart, langer kunt duiken en verder komt met minder inspanning. Je moet dus altijd proberen zo horizontaal mogelijk te zijn en dat is met droogpak ook nog eens een keer dubbel zo belangrijk! Dit omdat het gas in je pak, dat voor isolatie zorgt, zich evenredig moet verdelen tussen je hoofd en je voeten. Want als je met je voeten omhoog hangt, gaat al het gas dat in je pak zit, naar je voeten en begint het te trekken. Ben je met je voeten het laagste, dan drijft het gas naar je schouders toe en dan worden je voeten veel negatiever. Dus wanneer je plat blijft, met je heupen, schouders en knieën op één lijn, is het veel makkelijker om neutraal in het water te blijven met een goede trim.»

Anderen lezen ook:  Op zoek naar een passend droogpak

BALANS

Derde deel van je persoonlijke platform is je balans. Deze is gelijk gekoppeld aan je trim. «Probeer neutraal in het water te blijven, dus horizontaal als een vis. Lukt dit niet omdat je voor- of achterover kantelt, dan is je balans niet goed. Die balans kun je proberen te repareren boven water met lood. Onder water is dat lastiger, maar dat kun je ter plekke fixen met andere gereedschappen. Indien je meer gas in je pak blaast, eindigt het gas bij een goede duikhouding in principe bij je voeten. Bij te weinig gas, dus minder gas in je voeten, dan worden ze juist zwaarder.

Dus de hoeveelheid gas in je pak bepaalt je balans, net zoals je lichaamsspanning,» aldus Sander. Oh ja, je lichaamsspanning. Die gebruik ik ook altijd in mijn natpak. Soms pas ik het allicht
iets te veel toe, want dan heb ik er gewoon spierpijn van! «Je lichaamsspanning is de horizontale parachutistenhouding met je armen voor je als een roer, knieën lichtjes gebogen en vinnen en armen plat. Dat geeft stabiliteit.»

LUCHT IN JE PAK

Lucht in je pak verplaatsen, naar voor of naar achter, ik vind het nog wel wat lastig. Gelukkig weet Sander een hele eenvoudige manier om het me voor eens en voor altijd duidelijk te maken.
Hij pakt een doorzichtig drinkwaterflesje gevuld met water erbij. «Bekijk dit flesje eens. Er zit water en lucht in. Ik houd het nu rechtop, alle lucht zit aan de bovenkant. Als ik het flesje omdraai, zit
alle lucht aan de onderkant, dus bij je voeten. Als ik het flesje horizontaal houd, dan is het mooi evenredig verdeeld. Deze positie en hoeveelheid lucht wil je hebben als duiker. Als ik het iets naar voren houd, gaat de lucht naar boven, dus ook naar je voeten. Als ik de fles naar achter houd, stroomt het naar achteren, naar je schouders. Eigenlijk wil je dus een plat flesje zijn. Met je lichaamsspanning kun je een beetje lucht naar voren of naar achteren sturen – door je iets op te richten of juist iets naar voren te hellen. En daarmee kun je je balans hervinden.»

In deel 2 volgende maand gaan we hier verder op in en hoe je dit in de praktijk gebruikt. Lees deze en meer interessante artikelen in DUIKEN Magazine. Koop DUIKEN los of neem een abonnement.