Caribisch Nederland bestaat tien jaar. Op 10 Oktober 2010 werden Bonaire, Saba en St. Eustatius opgenomen als bijzondere gemeente van Nederland. Door de nauwere band tussen Nederland en de zogeheten BES-eilanden zijn belangrijke zaken als zorg en onderwijs verbeterd. Ook kwam er meer aandacht voor natuurbescherming. Zo werd er meer geld voor natuur en mankracht vrijgemaakt. Maar de natuur zelf heeft daar nog niet echt van geprofiteerd en vooral het koraal rond de eilanden heeft zwaar te lijden onder verschillende toegenomen bedreigingen.

Duizenden nieuwe soorten Caribisch Nederland

Met Bonaire, Saba en St. Eustatius kreeg Nederland er tien jaar geleden 10.000 nieuwe soorten bij. Van zeeschildpadden tot tijgerhaaien en van tropische vissen tot kwetsbaar koraal. Unieke natuur op duizenden kilometers afstand. Natuur waar Nederland nog niet eerder verantwoordelijk voor was.

In de afgelopen tien jaar zijn er mooie plannen gemaakt om de Caribische natuur beter te beschermen. In 2015 werd het Yarari zeezoogdieren- en haaienreservaat opgericht waarmee haaien actief beschermd worden. Ook hebben het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een Natuur en Milieu Beleidsplan Caribisch Nederland opgesteld voor de volgende 10 jaar.

Met Bonaire, Saba en St. Eustatius kreeg Nederland er tien jaar geleden 10.000 nieuwe soorten bij.

In dit plan en de bijbehorende uitvoeringsagenda’s staan concrete acties en maatregelen beschreven die echt bij moeten dragen aan betere bescherming van de natuur op land en onderwater.

“Dat er nu echt concrete acties voor de natuur op Bonaire, Saba en St. Eustatius zwart op wit gezet worden is bijzonder en hebben we op deze manier nog niet eerder gezien. Dit is het moment om grote stappen te zetten voor betere natuurbescherming.” vertelt Arjan de Groene, oceanenexpert WWF-NL.

Anderen lezen ook:  Gezocht: Videograaf DUIKEN Magazine (vrijwillig)

Tijdens de VN-top

Ruim zestig wereldleiders hebben voorafgaand aan een belangrijke VN-top eind september gezamenlijk beloofd het verlies aan biodiversiteit tegen 2030 te stoppen. Onze premier Mark Rutte zei in zijn toespraak het volgende:

“Een paar duizend kilometer naar het westen, in het Caribische deel van ons Koninkrijk, zijn de omstandigheden anders, maar de uitdaging is vergelijkbaar. Daar werken we aan de bescherming van de prachtige koraalriffen, die zo belangrijk zijn voor de biodiversiteit. Samen met natuurbeschermingsorganisaties en bedrijven investeren we in manieren om het koraal gezonder en minder kwetsbaar te maken. Dat is goed voor de lokale economie en voor de natuur. Deze voorbeelden laten zien dat we het verlies aan biodiversiteit kunnen omkeren en habitats kunnen helpen herstellen.”

Arjan de Groene: “We zijn blij dat onze premier ook signaleert dat het koraal van enorm belang is voor de biodiversiteit, en herstel is zeker mogelijk, maar dat hebben we nog lang niet bereikt.”

Koraalriffen weerbaar maken

In 2017 publiceerde Wageningen Universiteit, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het rapport “De staat van de natuur van Caribisch Nederland” Uit dit rapport blijkt dat het niet goed gaat met de natuur aldaar. De omvang van de koraalriffen neemt af, de kwaliteit van het aanwezige koraal is niet goed en de toekomst ziet er somber uit.

Arjan de Groene: “Om de koraalriffen te beschermen moet je beginnen bij de basis en de grootste bedreigingen wegnemen. Om de koraalriffen weerbaar te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering moet de kwaliteit van het zeewater verbeteren. Op sommige eilanden is bijvoorbeeld nog geen afvalwaterzuiveringsinstallatie.

Anderen lezen ook:  De wonderlijke wereld van Nudibranchs: kleurrijke juwelen van de zee

Aanleg daarvan is noodzakelijk om het koraal te beschermen. Daarnaast zijn handhaving, voldoende mensen om beleid uit te voeren en voldoende financiële middelen om dat te bereiken noodzakelijk.

Het lijkt er op dat de Nederlandse overheid inziet dat er wat moet gebeuren, maar het is wel zaak de volgende tien jaar Caribisch Nederland echt door te pakken zodat we in 2030, bij het 20 jarig bestaan van Caribisch Nederland, niet hoeven te zeggen, de laatste tien jaar zijn wij onze riffen kwijtgeraakt”.

Bron: WNF