Wanneer ik aan Tinca tinca denk, verschijnt het beeld van een prachtige zoetwatervis met de kenmerkende oranje ogen voor me. Maar tegelijkertijd denk ik aan een zeer schuwe vis, welke het uiterste uit mij haalt om deze te kunnen fotograferen. Allemachtig, dat valt niet mee!

Tekst en foto’s: Janny Bosman

Al bladerend door mijn logboek kan ik constateren dat er aardig wat duiken zijn genoteerd waarin zeelt een belangrijke rol speelde. Geruime tijd probeer ik deze fraaie vis te fotograferen. Echter het plaatje dat ik in mijn hoofd heb, is nog steeds niet gelukt. Ik lees in mijn logboek dat ik tijdens een duik bij De Groene Heuvels mijn eerste zeelt zag. Deze heeft blijkbaar veel indruk gemaakt, want sindsdien laat hij me niet meer los. De oranje oogjes zijn geweldig en zo typerend voor deze vis. Ook de fraai afgeronde vinnen en de stevig gevormde staart zijn duidelijk herkenbaar. Maar een goede fotoreportage zat er niet in. Na een enkele foto gaf de zeelt gas en ik had het nakijken. Ik blader verder en zie dat ik bij het Haarlemmermeersebos ook diverse exemplaren ben tegengekomen maar steeds te ver weg voor de foto. Hoe rustig ik ook bleef hangen, het hielp allemaal niks, helaas. Ik klap mijn logboek dicht. Eens moet het toch lukken. Positief blijven. En we herkennen allemaal de onverwachte momenten dat er iets speciaals gebeurt tijdens de duik. Ik besluit eens op internet te kijken, en kom erachter dat er zeelten leven in de Oostplas, vlak bij knooppunt ‘De Baars’ in Tilburg. Maar ja, begin maar aan een zoektocht onder water. Laat ik dat nu juist een geweldige uitdaging vinden! Janny gaat naar ‘De Baars’ voor ‘Zeelt’; klinkt goed.

De zeelt heeft een stevig gevormde staart.

In de aanval

Anderen lezen ook:  5 Redenen om jouw duiken te boeken bij duikcentrum Scuba Do op Bonaire 

De duikstek heeft veel benamingen; Oostplas, De Baars, Put van Heel, Put van Casteren. Het is een zandafgraving en is vrij toegankelijk. We gaan vlak bij een zendmast te water en gaan op zoek in het ondiepe deel naar onze schuwe vriend. Na een behoorlijk eindje zwemmen zien we een aantal zeelten onder een overhangende boom, waarvan takken voor een deel in het water hangen. Jeetje, niet één zeelt, maar zelfs meerdere! Maar zo snel we ze zien, zo snel verdwijnen ze uit ons zicht. Toch geven we het niet gelijk op. Deze duik heb ik mijn zoomlens 12/60 gemonteerd, want ik weet dat al te dichtbij komen echt een utopie is. Een beetje inzoomen kan geen kwaad en zo heb ik toch wat extra mogelijkheden om foto’s te maken.

Mijn allereerste zeelt maakte veel indruk en heeft me sindsdien niet meer losgelaten.

We zwemmen iets van de ontmoetingsplaats weg en blijven rustig hangen om de aanval iets later weer in te zetten. Na een tijdje gaan we poolshoogte nemen en ja hoor daar zijn ze! Ik heb de camera en de flitsers in de positie gebracht waarvan ik denk dat het goed is. Als je ze eenmaal in het vizier hebt, kun je je geen enkele beweging meer permitteren want dan zijn ze al weg voordat je met je ogen knippert. Onze tactiek lijkt te werken; zodra ze wegschieten zwemmen we enkele meters terug en wachten dan geduldig af. Iedere keer laten ze zich even zien om vervolgens weer snel af te buigen. Met heel veel geduld lukt het me toch een aantal plaatjes te maken van de schuwe zeelt. Ik kan niet wachten om het in mijn logboek te schrijven.

Anderen lezen ook:  BARE Online Special – Did you know…?

 

De oranje oogjes zijn typerend voor de zeelt.

Paspoort Zeelt (Tinca tinca)

Uiterlijke kenmerken. De zeelt is een olijfgroene tot bijna zwart gekleurde karperachtige vis. Opvallend is de rood/oranje iris in de ogen. Hij heeft een sierlijke, bolronde vin. De buikvinnen van het mannetje zijn groter dan die van het vrouwtje. Hij kan een lengte bereiken van circa 70 cm en heeft twee kleine bekdraden.

Leefgebied. Zeelt is een zeer algemene vissoort en verschuilt zich graag in de vegetatie. De vis komt wijdverspreid in Nederland voor in plassen en polderwateren, maar ook in de oeverzone van laaglandbeken. In de winter houdt hij zich rustig, zoals veel zoetwatervissen. Zijn winterslaap brengt hij vaak door in het slib van de bodem.

Paaiperiode. De paai is laat in het seizoen want het water moet een aangename temperatuur hebben. Ze zetten hun eieren pas af in de ondiepe oeverzone als het water ongeveer 18 graden is. Ze vormen kleine scholen waarbij de mannetjes onophoudelijk achter de vrouwtjes aanzwemmen om haar te stimuleren haar eieren af te zetten op waterplanten. Deze worden dan direct bevrucht door het mannetje. Het schijnt dat zeelt in de paaiperiode beter benaderbaar is voor duikers.

Voedsel. ’s Nachts zoekt hij de bodem af naar slakjes, kreeftachtigen en watervlooien met behulp van zijn twee bekdraden.

We zien er niet eentje, maar meerdere!

Bekijk ook: Boschmolenplas in het donker