Van een zoetwaterkreeft of zoetwaterkrab hebben de meeste duikers wel eens gehoord. Maar wie is er bekend met kwallen die in zoet water leven? René Lipmann ging in de Spiegelplas op zoek naar deze mysterieuze neteldieren.

Tekst en foto’s: René Lipmann

Met pulserende bewegingen zwemt een klein snottebelletje door het water. Opeens hoor ik Vader Abraham ‘Kunnen jullie door een waterkraan?’ zingen. Tot mijn grote ergernis krijg ik de hele duik het Smurfenlied niet meer uit mijn hoofd. Ik richt mijn camera op het doorzichtige onderwerp dat voor 99% uit water bestaat. Scherpstellen valt niet mee, ik bijt mijn mondstuk nog net niet stuk van frustratie. Zeg, zoetwaterkwal: kunnen jullie door een waterkraan?

Een zoetwaterkwal is vrijwel net zo groot als een 2 euromuntstuk.

Er zijn waarschijnlijk weinig badgasten die kwallen leuk, mooi of interessant vinden. Onderwaterfotografen weten wel beter. Kwallen zijn bijzonder fotogeniek! In mijn kennissenkring zijn er heel wat duikers die speciaal naar Zeeland rijden om in het Grevelingenmeer de bloemkoolkwal te fotograferen. Minder bekend is het voorkomen van zoetwaterkwallen. Als ik gewapend met mijn onderwatercamera op de steiger van de Spiegelplas sta, vragen drie jonge snorkelaars direct: «Steken de kwallen? We hebben ze nog nooit gezien en wisten ook niet dat ze bestonden.» Ik kan de jongens geruststellen, de zoetwaterkwal is compleet ongevaarlijk voor mensen. De tentakels zijn te zwak om door onze huid heen te dringen. Toch is het in binnenwater soms oppassen geblazen. In het Veerse Meer zijn afgelopen zomer drie zwemmers gemeen verwond doordat ze gestoken werden door een kruiskwal. Kruiskwallen worden net als de zoetwaterkwal slechts een paar centimeter groot, maar het gif uit de netelcellen kan gemeen steken. Ik weet het uit eigen ervaring na een snorkelduik in het Goese Meer.

Wat een wondermooi diertje is de zoetwaterkwal!

«Kunnen de kwallen steken?» vragen de snorkelaars. De neteldraden zijn voor de mens onschadelijk.

Zilverwit

Anderen lezen ook:  Bouw grootste onderwater­filmstudio van Europa aan de gang

Ik ben mijn kwal kwijtgeraakt en ga op jacht naar een nieuwe. Ik richt mijn blik naar het wateroppervlak. Gelukkig, ik zie meteen meerdere zilverwitte kwalletjes in het heldere water zweven. Het zijn er eigenlijk bizar veel, echt een kwalletjessoep. Zoetwaterkwallen zag ik eerder in de Vinkeveense Plassen en vorig jaar in de Boschmolenplas bij Panheel. Helaas dook ik toen met een fisheye-objectief. Van een kwal ter grootte van een 2 euromuntstuk blijft met een dergelijke extreme lens niet zoveel herkenbaars over op de foto. Mijn eerste zoetwaterkwal zag ik in de Maarsseveense Plassen. Koud terug van mijn eerste buitenlandse duikvakantie naar L‘Estartit in Spanje, zwom ik straal aan het dansende kwalletje voorbij. Ik waande me onder water nog even in de Middellandse Zee waar we iedere duik massaal kwallen tegenkwamen. Pas op de waterkant drong het tot mij door hoe bijzonder de waarneming was. Want, wanneer duiken zoetwaterkwallen nou eigenlijk op in onze zand- en kleiputten?

Vanaf de bodem zweeft het snottebelletje naar het wateroppervlak.

De soort staat voor Nederland en België te boek als zeldzaam. Alleen onder bepaalde omstandigheden duikt de kwal op. De belangrijkste factor is de temperatuur van het water. Deze dient over een langere periode rond of boven de twintig graden te zijn. Nu gaat de zomer van 2017 vast niet de boeken in als de warmste zomer van deze eeuw, maar het water van de Spiegelplas is inderdaad een comfortabele twintig graden. De rest van het jaar zijn de kwallen ook in de plas aanwezig, maar dan als een onvindbaar klein poliepje van 0,5 tot 2 mm. Dit poliepstadium kan door afsnoering overgaan in een kwal. Kan, want een poliep kan zich ook voortplanten door deling. Hun regeneratievermogen is zeer groot, uit een klein stukje poliep kunnen dan ook totaal nieuwe individuen groeien. Zoetwaterpoliepen die duikers nog net met het blote oog waarnemen, betreffen meestal hydra’s. Hydra’s kunnen niet zwemmen, maar zijn toch vrij beweeglijk. Door de zoeker van mijn camera heb ik hydra’s weleens zien kopjeduiken. Al buitelend kroop de poliep in het rond, zo grappig! De brakwaterpoliep valt nog meer op dan de hydra’s doordat ze altijd kolonies vormen. Duik je in Vinkeveen dan kun je deze poliep eigenlijk niet missen.

Een kolonie brakwaterpoliepen tussen driehoeksmosselen.

Wel of niet uit de kraan?

Anderen lezen ook:  Bijna alle soepschildpadden zijn tegen 2100 van het vrouwelijk geslacht

Het is gaaf om het typische gedrag van de kwalletjes te volgen. Ze zwemmen met sierlijke bewegingen richting het wateroppervlak, pauzeren even en zwemmen verder. Dichtbij de waterspiegel draait de kwal zich en zweeft elegant naar beneden. De gelatineachtige doorzichtige schijf is afgezoomd met honderden fijne randtentakels. Ik tel vier tentakels die duidelijk langer zijn. In het midden van de kwal zie je duidelijk de maagsteel die eindigt in vier mondlappen. Er is iets geks aan zoetwaterkwallen, net als in Vinkeveen een paar jaar geleden zie ik ook nu kwallen die enige tijd omgekeerd op de bodem liggen. Het geeft mij de gelegenheid om de wit doorzichtige kwal tegen een achtergrond van driehoeksmosseltjes te fotograferen.

Opvallend, een aantal tentakels van de zoetwaterkwal zijn duidelijk langer.

Het blijft door mijn hoofd spoken. Kunnen zoetwaterkwallen door een waterkraan? Ik smurf een bericht naar waterbedrijf Waternet. Al snel ontvang ik een reactie van Laura die schrijft: Een kwal uit de Spiegelplas kan niet uit de kraan komen; de Spiegelplas is geen drinkwaterbron. We halen ons water uit de Bethunepolder en het Amsterdam-Rijnkanaal. Dit wordt via de Waterleidingplas naar de zuivering gebracht. Het water wordt gefilterd, gezuiverd en behandeld met ozon etc.

Ik denk dat kwallen dit niet overleven (als ze het transport door leidingen wel kunnen overleven). In mijn hoofd neem ik weer afscheid van Vader Abraham en ben niet meer bevreesd voor kwallenspaghetti in mijn glas water. En ja… zoetwaterkwallen bestaan echt, al zie je ze niet vaak.