In fabels zijn dieren vaak in elkaar gefrutseld door onderdelen van verschillende dieren te combineren. Het lijkt er toch heel erg op dat de weedy seadragon daar volledig aan voldoet. Peter de Maagt dwaalt door de kelpwouden van Tasmanië om dit mythische wezentje te vinden.

Tekst en foto’s: Peter de Maagt

Mijn handen beginnen zo langzamerhand koud te worden. Het wier zweept wild van voor naar achter. Ook voor mijzelf is er maar één mogelijkheid; gewoon meebewegen met de deining en uitkijken voor de grote rotsblokken. Ertegenin proberen te vinnen heeft geen enkele zin. En dan begint Ben met zijn lamp te zwaaien. Hij heeft er eentje gevonden! Maar waar dan? Opeens zie ik dat het onbeduidende stukje wier driftig met zijn kleine vinnetjes aan het zwemmen is. Pas als je er met je lamp op schijnt zie je de fantastische kleuren. Hoe kan het dat dit beestje met die felle kleuren een meester der camouflage is? Ik denk dat ik er gewoon langs gezwommen zou zijn. Het gevoel van kou is plotsklaps verdwenen. Puur genot om naast een weedy seadragon te duiken. En het beestje: het zal hem een worst zijn en zwemt gestaag verder.

De weedy seadragon, een meester der camouflage

Mijn home-away-from-home voor deze week is Eaglehawk Dive Centre, gelegen op het Tasman schiereiland. «G’day, mate,» Mick kijkt van onder zijn brilletje en komt met uitgestoken hand op me af. Mick Baron is een ruwe bolster, die meteen een kop koffie aanbiedt en honderduit praat. Over het weer, Australische footy, het duiken, de evergreens, etc. etc. Afijn, het invullen van het drop-dead formulier neemt dus iets meer tijd in beslag dan strikt noodzakelijk. De volgende dag is de zee zo vlak als een biljartlaken. Tenminste, volgens mijn ‘getrainde’ oog dan. Gisteren kon er niet gedoken worden omdat er ‘te veel deining’ was. Naar mijn idee waren het enkel wat golfjes, maar goed. We gaan naar Waterfall Bay, waar eucalyptus bomen fier boven op de steile kliffen staan en een waterval van de top naar beneden valt. Ben, mijn Franse duikgids, geeft een korte briefing en het komt erop neer dat ik hem maar moet volgen en niet moet staan kijken als we zigzaggend door het water gaan.

De natuur van Tasmanië is overweldigend. Voorbeelden zijn Darwin’s Arch (een natuurlijke boog door de zee uit de rots gehouwen), de iconische Tasmaanse Duivel en schitterende baaien.

Achterwerk

Eenmaal kopje onder blijkt dat het duidelijk optisch bedrog was dat het zeeoppervlak glad leek. Hieronder deint het behoorlijk. De baai is een thuishaven van een aantal weedy seadragons en is voor het overgrote gedeelte bezaaid met enorme rotsblokken die volledig begroeid zijn met wier. Af en toe zie je een stukje zand. Het lijkt om eerlijk te zijn een beetje saai. Maar als het wier heen en weer waaiert, zie je af en toe een rog en verschillende soorten vis je vragend aankijken. De vissen lijken allemaal op iets wat je al eerder gezien hebt, maar zijn nét iets anders. Ook allerlei sponzen zitten aan de rotsblokken vast. Ben is ondertussen volop gefocust op zijn speurtocht naar de weedy seadragon en na ongeveer 15 minuten heeft hij het eerste vrouwtje gevonden. Deze heeft er duidelijk geen zin in en blijft van ons vandaan zwemmen.

De hint is duidelijk, dus we gaan op zoek naar een ander exemplaar. Iets later komen we een relaxed mannetje tegen. Nu zijn de meeste zeedraken normaal gesproken redelijk cameraschuw te noemen. Continu zie je de kleine vinnetjes heen en weer gaan om langzaam van je weg te zwemmen. En iedere keer krijg je een foto van hun achterwerk. Het beste is om rustig in de buurt te blijven en wachten tot de deining het zeewier zo heen en weer beweegt, dat de zeedraak moet uitwijken en naar je toekomt. In elk geval een goede oefening in geduld. Deze kan het echter helemaal niets schelen en draait zich zelfs een paar keer om, om vervolgens recht op ons af te zwemmen. Ze hebben dus allemaal hun eigen karakter. Iets verderop ligt een soort rog rustig verscholen tussen het wier en een Australische zwelhaai (Cephaloscyllium laticeps) zwemt snel weg als we hem benaderen. Aan boord legt Mick uit dat de rog niet zomaar een rog is, maar een banded stingaree. Nooit geweten dat zoiets als een ‘stingaree’ bestond, een soort kruising tussen een skate en een rog die eigenschappen heeft van beide. Weer iets geleerd.

Anderen lezen ook:  DUIKEN APRIL UITGAVE: Witte haaien & zeeleeuwen

Volgens de folder is Tasmanië like no place on earth.

Niet op nummer 1

Tasmanië heeft een historische link met Nederland. De toenmalige gouverneur van Nederlands-Indië, Van Diemen, gaf Abel Tasman opdracht voor een ontdekkingsreis naar het vasteland van Australië. Op zijn reis ontdekte Tasman het eiland op 24 november 1642 en noemde het naar zijn opdrachtgever: Van Diemensland. Aan het einde van de 18e eeuw koloniseerden de Engelsen het eiland en brachten er Engelse en Ierse gedeporteerden onder. Nadat deze deportaties vanuit Engeland werden stopgezet, veranderden de Vandiemenslanders de naam van het eiland op 1 januari 1856 in ‘Tasmanië’, ter ere van zijn Nederlandse ontdekker.

Als je even googelt dan lees je dat rondom Tasmanië overal enorme kelpwouden te vinden zouden moeten zijn, die tot de grootste en uitbundigste ter wereld behoren. Verder worden vaak het duiken met zeeleeuwen en de vele wrakken rondom het eiland als hoogtepunten genoemd. Voor het grootste gedeelte klopt het ook, alleen heeft de klimaatverandering hier ook haar effect gehad en zijn de ‘enorme’ kelpwouden teruggedrongen tot een aantal plekken. Verrassend genoeg staat het duiken met de weedy seadragon kennelijk niet op nummer 1. Dit magische sprookjesdier zou zo uit een fabel kunnen komen. De zeedraak heeft kenmerkende, vreemd gevormde beenplaten en een soort kleine bladvormige flapjes op het lichaam en aan zijn staart, waardoor de illusie gewekt wordt dat het een stuk zwevend zeewier is. De leafy seadragon heeft veel meer en veel grotere van deze flapjes en is veelal groen van kleur. Ook de weedy seadragon lijkt in eerste instantie niet kleurrijk en oogt ietwat bruin, groenachtig. Totdat je er met een lamp op schijnt en je de schitterende diep rode, oranje, gele en paarse kleuren kunt bewonderen. Zijn kopje lijkt wel wat op die van een zeenaald en de snuit is lang en buisachtig, met minuscule kieuwopeningen. Ze bewegen zich door snelle bewegingen te maken met de kleine, doorschijnende borst- en rugvinnen. Beide zijn afgestemd om de zeedraak in een verticale positie te houden. Hun vinnetjes gaan ongelooflijk snel op en neer, met een snelheid van ongeveer 70 maal per seconde. Door deze snelle trillende beweging kan hij zich eenvoudig voortbewegen en nauwkeurig sturen. Iets wat van pas komt als je moet leven tussen het zeewier en kelp. Een bijzonder kenmerk van de weedy seadragon, en eentje die hij deelt met gewone zeepaardjes, is dat de rollen omgekeerd zijn bij het grootbrengen van de jongen. Het mannetje draagt en zorgt voor de eieren tot ze zijn uitgebroed. De eieren zitten verankerd op de onderkant van zijn lange staart. Het aantal eitjes varieert tussen de 150 en 200 en het duurt ongeveer twee maanden voor ze uitkomen. De baby-draakjes groeien snel en zijn na ongeveer drie weken al 7 centimeter groot. Na twee jaar zijn ze volwassen en kunnen een lengte bereiken van ongeveer 45 centimeter.

Als je de foto’s bekijkt dan is het bijna niet voor te stellen dat deze dieren niet heel eenvoudig te zien zijn. Ergens tussen de 30 en 45 centimeters groot en felle kleuren… En toch hebben we duiken gemaakt waar zelfs de gids geen zeedraak kon vinden terwijl ze er wel degelijk waren.

Anderen lezen ook:  Duikster overleden bij duik in de Grevelingen

De robben lijken blij te zijn met onze komst: ze springen direct het water in om ons te begroeten!

Vliegen door een regenwoud

Natuurlijk kunnen we de kelpwouden niet links laten liggen. De grootste plek is te vinden in Munro Bight. Mick legt uit dat het kelp wel 50 centimeter per dag kan groeien waardoor torenhoge kolommen ontstaan die reiken tot de oppervlakte. In dit geval is de kolom dus ongeveer 20 meter. Het duiken in een kelpwoud wordt door sommige mensen wel vergeleken met het vliegen door een regenwoud. En daarbovenop komt nog het feit dat het een kraamkamer is van allerlei vis. Dus niet alleen naar boven kijken, maar zeker ook goed de bodem afspeuren. Het is daardoor een  lekker relaxed duikje. Tijdens het oppervlakte-interval liggen we te dobberen vlak bij een paar rotsblokken waar een groepje blauwmaskeraalscholvers rustig op een rots zit te zonnen. Mick maakt een grapje dat Tasmanië de enige plek ter wereld is met vliegende pinguïns. Het moet gezegd worden, ze lijken inderdaad heel erg op pinguïns. Of ze kunnen vliegen heb ik niet gezien, ze blijven loom in de zon zitten. Op de terugweg varen we langs twee kleine baaien.

Het eerste kleine baaitje heeft een kolonie Nieuw-Zeelandse pelsrobben die meteen van hun slaapplaats afspringen en onder duiken. Ongeveer 500 meter verder is een kolonie Australische pelsrobben. Ze zijn een stuk kleiner dan hun Nieuw-Zeelandse buren maar ze lijken blij om ons te zien. We springen het water in en de robben schieten al meteen links en rechts langs ons heen. Geen moment zijn ze stil en je wordt bijna duizelig van het rondjes draaien. Een groot mannetje is overduidelijk heer en meester. Hij komt rustig voorbij om even aan te tonen dat hij het hier voor het zeggen heeft. De baai is minder dan 10 meter diep dus ideaal om als laatste duik te doen.

Tasmanië heeft verschillende gezonde populaties Australische en Nieuw-Zeelandse robben.

Grotten, tunnels en kloven

Geologisch gezien bestaat het Tasman schiereiland uit zandsteen dat al behoorlijk geërodeerd is en heeft geleid tot de vorming van gigantische grotten, tunnels en kloven. Een paar mooie voorbeelden zijn te vinden vlak bij Waterfall Bay. De grootste van de grotten is Cathedral Cave. De ingang is enorm, alleen al onder water reikt deze tot 21 meter diepte. De grot vertakt zich in een aantal ruime uitlopers. Je kunt zelfs door een korte tunnel terug naar Waterfall Bay duiken, iets dat weinig gevaar met zich meebrengt omdat je aan het begin van de tunnel het licht aan het einde al kunt zien. De wanden van Cathedral Cove zijn begroeid met allerlei ongewervelde dieren. Overal zie je fel gele zoanthids en juweelanemonen. Het geeft een idee van een spectaculaire onderwatertuin die in volle bloei staat. Alhoewel zeedraken zich het meeste thuis voelen tussen wier en zeegras, komen we er in Cathedral Cave eentje tegen die het liefst blijft hangen vlak voor de rotswand, iets boven de bodem. Tot twee keer toe op exact dezelfde plek. Een beetje vreemd is het wel, want op deze manier is hij een stuk makkelijker te vinden, zelfs voor mij. Het is een schitterend mannetje met volop eitjes aan zijn staart.

Een banded stingaree ligt rustig op de bodem.

Het moment van vertrek is al aangebroken en ik ga nog even buurten bij Mick. Opvallend genoeg zit hij te relaxen. Zijn nieuwe klanten zijn er nog niet omdat hun googlemaps niet werkt door een slechte verbinding. Mick zucht maar eens en brabbelt iets in de trend van ‘wat is er mis met een kaart…’ We maken van de noodzaak een deugd en eten zelf de chocoladetaart op met een bak koffie. Gezellig worden er gekscherend over en weer opmerkingen gemaakt. Het geeft de sfeer ook heel goed weer. No worries, mate. Volgens de folder is Tasmanië like no place on earth. Het lijkt in eerste instantie op grootspraak, maar als je er geweest bent, weet je dat het zowel onder als boven water klopt.

Anderen lezen ook:  Rivierkreeften in Nederland: All American

Topspots

Waterfall Bay

Alleen de locatie zelf is al adem-benemend. Steile kliffen en een waterval. Hoeveel fraaier wil je het hebben? Dit is ook een van de spots waar de weedy seadragons zitten. Het komt erop neer om ze te vinden. Er is bijna altijd deining. Naast de seadragon zijn er ook allerlei rifvissen, stingaree en haaien. Het landschap onder water bestaat uit rotsblokken en is begroeid met wier en hier en daar gekleurde sponzen. Diepte: 10-15 meter Niveau: eenvoudig tot ervaren

Munro Bight (pelsrobben) 

Wie wil er nu niet duiken met speelse pelsrobben? De clowns van de zee geven een ware show weg. Ondiepe duik waardoor hij voor iedereen geschikt is. Diepte: 5-10 meter Niveau: eenvoudi

Sprookjesachtige stroompjes kun je hier overal vinden.

Reisinfo

Er zijn verschillende manieren om naar Tasmanië te reizen. Een optie is om met KLM naar Kuala Lumpur te vliegen (ongeveer 13 uur). Daarna ga je met een verbindende vlucht (bijvoorbeeld met KLM/Malaysian Airlines) naar Melbourne (ongeveer 9 uur vliegen). Afhankelijk van het seizoen kun je een aantal uren later doorvliegen of je moet overnachten in Melbourne. De vlucht van Melbourne naar Hobart (Tasmanië)  is iets meer dan een uur en kan met Virgin Australia of Jetstar gemaakt worden. Het is dan nog anderhalf uur rijden naar het Tasman schiereiland.

Verblijf

Eaglehawk Dive Centre heeft een divers lodge op het grasveld vlak voor de duikschool. Verwacht geen luxe, het bestaat uit twee bunkrooms met zes bedden erin (per nacht 30 AUS dollar) en een tweepersoonskamer met toilet (ongeveer 80  AUS dollar). Het voordeel is wel dat je een gezamenlijk keukentje en loungeruimte hebt. Liever wat meer privacy? Op vijf minuten rijden ligt het kleine, gezellige Lufra hotel. Het heeft een eigen restaurant en WIFI is tegen betaling beschikbaar.  Het hotel kijkt uit over de Waterfall Bay en alle kamers hebben een toilet en douche/bad ensuite.  Kamers kosten ongeveer rond de 100 -150 AUS dollar.

Duiken

Eaglehawk Diving biedt twee duiken aan in de ochtend. Normaal gesproken ben je dan ergens tussen 13.00 en 14.00 uur terug. Maar Mick is super relaxed en als je zin hebt om een derde duik te maken, dan heb je heel weinig overtuigingskracht nodig om hem zover te krijgen. www.eaglehawkdive.com.au

De Totum Pole is een 65 meter hoge dunne rots die geliefd is bij klimmers.

Sightseeing

Eaglehawk ligt midden in het Tasman National Park, dus er is van alles te zien. Om de hoek ligt het Tessellated Pavement State Reserve. Hier vind je een soort mozaïek bestrating dat is ontstaan door een bizarre samenwerking van erosie, druk door opgedroogde zoutkristallen en vulkanische krachten. Wandel ook langs de ruwe kliffen met spectaculaire uitzichten. Bij Port Arthur krijg je een goede indruk van de oude strafkolonie. Meer dan zestig gebouwen stammen uit de tijd toen Australië door de Britten werd gebruikt als dumpplek voor gevangenen.

Wat je nog moet weten…

De lokale munteenheid is de Australische dollar. Bijna overal kun je zonder meer betalen met creditcards. Het is op Tasmanië tien uur later dan bij ons. Je hebt een adapter nodig voor de stopcontacten.

Handige websites: www.discovertasmania.com.au en www.tasmanregion.com.au

Bekijk ook: Elba, Toscaans eilandgevoel