Het is rustig op de duikstekken rondom de Oosterschelde. En koud is het ook, brrr. Wat doe ik dan hier met dat slechte weer en het koude zeewater? Elk jaar komt de gekte terug in deze periode. De snotolf komt eraan.

Dat we mannetjes gaan zien, is bijna op zeker. Maar de ‘sport’ is om het vrouwtje te vinden. Kleed je warm aan en ga met mij mee.

Tekst en foto’s: Janny Bosman

Wat ik ervan begrijp, is dat de snotolven leven op zeer grote dieptes, tot wel vierhonderd meter diep. Voor hun voortplanting komen ze naar ondiepe kustwateren in gebieden met een rotsachtige, harde bodemstructuur.

En de Oosterschelde lijkt hiervoor zeer geschikt met alom stenen dijken rond de vloedlijn. In de periode januari tot april komen de snotolven in groten getale en de mannetjes kleuren in een prachtig paaikleed. Ik heb ze inmiddels gezien met paaikleuren van paars, rood, oranje tot geel. Prachtig om te zien en geweldig om ze te fotograferen.

De vrouwtjes houden het simpel, die zijn leigrijs. Maar groot dat die zijn! Allemachtig! Wanneer ik zeg dat ze de helft groter zijn dan de heren, dan overdrijf ik niet. Wat een joekels van meiden. De mannetjes komen we elk jaar gelukkig wel tegen.

snotolf

Vanuit het niets komt een tank van een grijs/blauw vrouwtje aanzwemmen en ze gaat naar een mannetje.

Snotolf zoeken

Er zijn jaren dat je ze eenvoudig kunt vinden. En er zijn magere jaartjes. Maar het lukt doorgaans. Met de vrouwtjes is het zoeken geblazen en geluk hebben. De mannetjes zoeken een geschikte broedplaats in de vorm van een steen of klomp oesters en wachten, net als ik, totdat zij komt.

Anderen lezen ook:  Sepiola's zijn meesters in mime

Wanneer de paai heeft plaatsgevonden en de felgekleurde roze klomp met eieren is afgezet en bevrucht, blijft het mannetje dit nest bewaken totdat de eieren zijn uitgekomen. Het vrouwtje verdwijnt, maar kan best binnen enkele dagen bij een ander mannetje nogmaals paaien.

Uiteindelijk keert het vrouwtje eerder terug naar het diepere water dan het mannetje. Het verzorgen van de eieren duurt doorgaans zes weken en hierdoor is het mannetje eenvoudig tijdens de broedperiode te volgen op zijn vaste stek.

Hij blaast vers zuurstofrijk water over de eieren. Deze verzorging en bescherming van de eieren is goed waar te nemen voor ons duikers wanneer je eenmaal een nest hebt gevonden.

snotolf

Wat een joekels van meiden! De snotolfvrouwtjes zijn wel 1,5 keer groter dan de heren.

Snotolf heeft een hoge aaibaarheidsfactor

Naarmate de tijd vordert, worden de eieren steeds grijzer en zijn paaikleed steeds doffer.  De vissen op zich zien er lomp uit, het zijn niet echt snelheidsduivels als je ze ziet. Maar ze hebben wel een hoge aaibaarheidsfactor voor ons duikers, figuurlijk gesproken natuurlijk.

In het najaar kan je de jonge snotolfjes vaak vinden op de wakame-bladeren, het bruine zeewier. Wanneer de snotolven hier in de Oosterschelde zijn, en in mindere mate ook in het Grevelingenmeer, kan het voorkomen dat je ze kwallen ziet eten.

Kwallen zijn een geliefd maaltijdje. En nu gaat het verhaal dat de snotolf zijn naam te danken heeft aan zijn snotterige maaginhoud die vissers vinden bij het schoonmaken van de gevangen vis, zijn kwallenvoedsel dus. De wetenschappelijke naam is zoals vaak toch mooier vind ik, Cyclopterus lumpus.

snotolf

We duiken bij de Bergse Diepsluis en… raak!

Driemaal is scheepsrecht

Favoriete duikstekken voor de snotolf zijn voor mij Sint-Annaland, de Zeelandbrug, Bergse Diepsluis en de Kabbelaar Scharendijke. Vandaag duiken we op Sint-Annaland en gaan bij het strandje het water in.

Anderen lezen ook:  Expeditie Doggersbank: Ruimte voor ontdekking

We zoeken al twee weken naar snotolven en hebben slechts één nest gevonden met een fraai gekleurd mannetje. De paai hebben we wederom gemist, maar het plezier om dit mannetje zo bezig te zien met water ‘blazen’ over de eieren, is geweldig.

Daar is het nest! Ik neem foto’s en hierna besluiten we nogmaals een uitgebreid rondje te doen op zoek naar meer exemplaren.

Zouden er meer zijn? En dan lijkt het alsof alles samenvalt, drie voor ons nieuwe mannetjes in paaikleuren vinden we in ons zoekgebied. Ook de nieuwkomers worden op beeld vastgelegd.

snotolf

In het najaar vind je de jonge snotolfjes vaak op wakame-bladeren.

Zij zwemmen nog wat rond, maar hebben zo te zien wel voorkeur voor hun eigen plekje. Vanuit het niets komt een tank van een grijs/blauw vrouwtje aanzwemmen en ze gaat naar een mannetje.

Mijn hart slaat op hol en ik merk dat ik heel zenuwachtig ben. Het zal me toch niet gebeuren dat ik de paai mis nu het hier lijkt te gebeuren? Het mannetje en vrouwtje strijken neer op zijn klomp van Japanse oesters. Maar op de een of andere manier bevalt het haar niet en ze zwemt.

Nog een snotolf mannetje

Wat een teleurstelling, en dat geldt niet alleen voor hem. Ik zwem met haar mee en wat blijkt, we zwemmen rechtstreeks naar het volgende mannetje verderop. Ook met hem wordt er wat rondgezwommen, maar ook dit mannetjes laat ze in de steek.

Ik volg haar nog steeds en bedenk me dat ze ook nu weer rechtstreeks naar het ‘derde’ mannetje zwemt wat we vandaag hebben gevonden.

snotolf

De kersverse snotolfvader is op van de inspanning.

Het lijkt een sprookje, maar van de een naar de ander zwemt ze het derde mannetje tegemoet. Vraag me niet wat deze wel heeft en de twee andere niet, maar hier strijkt ze neer en paait met nummer drie. Ze laat een fluorkleurend nest met roze eieren achter met eveneens de kersverse vader die op is van de inspanning.

Anderen lezen ook:  Mijn duikavontuur: Home of the seadragon

Ikzelf moet ook alles even terugdraaien en zorgen dat ik nu uit het water kom. Wat een duikmoment. Geduld, inspanning en geluk heb je nodig wordt zo vaak gezegd, en dat klopt maar weer eens.

Ook interessant voor jou:

Lees gratis de digitale special DUIKEN in Nederland

Driedoornige stekelbaars in de Beldert