In onze huidige westerse maatschappij neemt het aantal hart -en vaatziekten nog steeds toe. Vaak merk je er in het begin niets van. Dat maakt het juist een ‘stil probleem’ dat zich langzaam door de jaren heen verder ontwikkelt. Bijna 40% van de mannen en ruim 25% van de vrouwen heeft een verhoogde bloedruk. Wat is dat eigenlijk?
Tekst: duikmedisch arts Menno Gaastra
Het hart pompt ons bloed door ons lichaam heen. Als de bloedvaten goed doorgankelijk zijn, is er geen hoge druk nodig. Bij bloedvatvernauwing moet het hart harder pompen om het bloed overal in het lichaam te krijgen. De druk neemt dan ook toe. Dit gebeurt ook als je stevig aan het sporten bent. Je spieren hebben meer zuurstof nodig en je hart moet sneller en krachtiger pompen om de zuurstof op de juiste plekken te krijgen. De bloedrukwaarde wordt in twee getallen aangegeven. De bovendruk en de onderdruk. De onderdruk is de spanning die constant op je vaatstelsel staat. De bovendruk varieert bijvoorbeeld bij inspanning en stress.
Normale bloeddruk voor duiken
Een normale bloedruk voor het duiken is 140/90 mmHg (kwik). 140 is dan dus de bovendruk en 90 de onderdruk. Bij een bloeddruk van 160/100 mmHg is het niet aan te raden om te duiken. Bij het duiken is er een verhoging van de bloeddruk. Dit is het gevolg van koude, spanning, inspanning en het verschuiven van het bloed vanuit de benen naar de romp toe, als je je lichaam in het water laat zakken. Deze verschuiving van bloed naar de borstkas kan meer dan een halve liter zijn. Bij langdurige hoge bloedruk treedt er schade op aan de bloedvaten en de organen. Ook het hart zelf kan schade oplopen bij vernauwingen aan de kransslagaderen. Een hersenbloeding kan ook het gevolg hiervan zijn.
Duikreflex
Een ander fenomeen dat optreedt bij het duiken, is de zogenaamde duikreflex. Als ons gezicht in contact komt met koud water, gaat ons hart minder snel kloppen en treedt er samenknijpen van de bloedvaten op die in en onder de huid lopen. Dit zorgt ervoor dat de bloedruk aan het begin van de duik toeneemt. Hoe kouder het water, des te meer de vaatvernauwing plaatsvindt. Neem daarbij ook mee dat het dragen van je uitrusting naar de waterkant ook al een forse inspanning kan zijn. Duiken lijkt een relaxte sport, maar er wordt wel wat gevraagd qua conditie. Bij een duikkeuring moet dan ook goed gekeken worden naar je algehele conditie en de toestand van je hart.
Medicijngebruik bij hoge bloeddruk
Bij hoge bloeddruk worden vaak medicijnen voorgeschreven. Deze kun je indelen in bepaalde groepen. ACE-remmers (eindigend op -pril) geven geen problemen tijdens het duiken. De groep van de Ca-antagonisten (eindigend op –dipine) in de regel ook niet. In sommige gevallen hebben mensen last van milde duizeligheid bij het verlaten van het water. Bij gebruik van plastabletten, verwachten we ook geen grote problemen. Alleen moet je wel opletten dat je hierdoor niet te veel vocht verliest.
Decompressieziekte
Decompressieziekte kan bij een te groot vochtverlies eerder optreden. Een ander veel gebruikte groep is die van de bètablokkers. Deze kunnen problemen opleveren als het hart veel inspanning moet leveren bij inspanning. Ook kunnen bepaalde medicijnen in deze groep vernauwing van de kleinere luchtwegen geven. Een longfunctietest is dan aangewezen voor het duiken. Ook kan deze groep zorgen dat je wat sneller oververhit raakt. Kortom, een goede bloeddruk is belangrijk voor het duiken, maar zeker ook voor je verdere dagelijkse leven. Laat het af en toe checken en de duikmedische keuring is ook voor dit deel geen luxe.
Fotocredit: Chompoo Survivo / Shutterstock