Het grootste gevaar van onderkoeling is dat je langzaam je bewustzijn kunt verliezen. De maximale duiktijd is daarom 45 minuten. Daar in een omtrek van duizend kilometer geen deco-faciliteiten zijn, is het maken van decompressieduiken niet toegestaan.
We gaan duiken op plaatsen waar wellicht nog nooit iemand heeft gedoken. Gedetailleerde zeekaarten waarmee we de duiklocaties kunnen plannen zijn er niet. Ook weten we niet hoe de getijden en stromingen zich zullen gedragen tijdens het duiken. En wat we onder water tegenkomen, blijft helemaal een grote verrassing.

Tekst: Peter van Bragt Foto: Arthur de Bock


Antarctica: ik dacht altijd dat ik er nooit dichterbij zou komen dan in mijn jeugddromen. Maar na al die jaren is het dan eindelijk zo ver. Om ons op de reis voor te bereiden duiken we de hele winter door, in Zeeland. Soms maak ik in twee dagen vijf duiken van meer dan een uur in water dat twee graden Celsius is. De ­duikuitrusting die we meenemen, bestaat uit een trilaminaat ­droogpak, goede thermo-­isolerende onder­kleding die uit vier lagen bestaat en twee ademautomaten met gescheiden eerste trappen, beide met een Cold Water Kit. Ik heb gekozen voor een paar super-de-luxe OMS natte handschoenen. Duiken met droge handschoenen heb ik nooit kunnen waarderen. De rest van de uitrusting is standaard.

64 kilo bagage
Vanaf Amsterdam vlieg ik samen met buddy Hans naar Washington. De reis duurt zo iets langer dan met een rechtstreekse vlucht naar Argentinië. Maar door te kiezen voor deze omweg en een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij kunnen we per persoon, tenminste tot aan Buenos Aires, 64 kilogram gewone bagage meenemen plus een ruime hoeveelheid handbagage. Voor een duik­vakantie met droog­pakduikuitrusting, extra warme kleding en zoveel fotoapparatuur is dat geen overbodige luxe. Na veertig uur reizen komen we aan in Ushuaia: het zuidelijkste puntje van Zuid-­Amerika en de meest zuidelijke stad ter wereld. Hier gaan we aan boord van het M.S. Grigoriy Mikheev.
Het is een met voldoende comfort omgebouwd Russisch onderzoeksschip met een lengte van 66 meter en een versterkte boeg. Aan boord is ruimte voor 45 gasten en is alles aanwezig om maximaal zestien duikers de gelegenheid te geven om de kustwateren van Antarctica onder water te ­exploreren. Voor het zover is, staat de ­eerste twee dagen de oversteek van de Drake passage op het programma. Dit is de zee-engte tussen Zuid-­Amerika en het Antarctisch schiereiland. De bijnaam ‘grootste wasmachine ter wereld’ is ­serieus gekozen. Gelukkig is daar gedurende de eerste dag weinig van te merken. We beginnen de reis met een spiegelgladde zee. In de ochtend van de tweede dag aan boord steekt de wind op en langzaam groeien de golven tot twaalf meter hoogte. Dat is bijna zo hoog als het schip. Meer dan de helft van de gasten ligt op bed en komt er alleen uit om de maaginhoud te verwijderen voordat het verteerd had kunnen worden. Na 24 uur zijn we de storm gepasseerd en de eerste ­eilanden voor de kust van Antarctica doemen op.

Anderen lezen ook:  Langs de Wild Atlantic Way Ierland

Perfecte ambiance
Als we ’s morgens wakker worden, gaan we nog voor het ontbijt naar de brug. We laten het ­landschap waar de boot ons ’s nachts naar toe heeft gebracht, op ons inwerken. Op het dek liggen de Zodiacs met onze duikuitrusting ­verstopt onder een dun laagje sneeuw. Net als met Kerstmis wordt zo een perfecte ambiance gecreëerd voor het duiken bij Antarctica. Een stevig ontbijt en het is tijd voor de eerste duik. Door het gebrek aan fotoboeken en websites over de onder­waternatuur van Antarctica hebben we ons niet kunnen voorbereiden op wat we onder water gaan tegenkomen.
In de hut kleed ik mij aan met een synthetisch ­T-shirt (geen katoen, want dat houdt teveel vocht vast), een laag thermisch ondergoed, een dun extra onderpak en mijn heavy duty wolletje. Door de meerdere lagen kan ik zonder ­problemen in mijn trilaminaat droogpak een week lang tot twee keer per dag in Antarctisch water duiken.
We willen in twaalf dagen tijd per se de pool­cirkel passeren, zoveel mogelijk duiken en veilig ­terugkeren in Ushuaia. De weersomstandig­heden en de snelheid van de reis bepalen waar we te water gaan en we moeten ons houden aan een maximale diepte van twintig meter. De eerste duik­locatie is Walersbay van ­Deception Island. Het is een volgelopen vulkaankrater. Door de geothermische activiteit is het water hier nog comfortabel warm: drie graden Celsius. We rollen over de rand van de Zodiac en dalen af in ondiep water met enkele meters zicht. Er staat geen stroming, de bodem is bedekt met een dun laagje slib en we zien enorme aantallen ­zee-egels, dikke rode zeesterren, grote grijze ­slangsterren en schelpdieren die veel lijken op onze schaalhorens maar hier ver onder de laagwaterlijn voorkomen. En honderdduizenden Amphipoden. Het zijn kleine garnaalachtige ­diertjes die qua anatomie overeenkomen met pissebedden maar aan de zijkant zijn ­afgeplat. Enkele kleine anemoontjes zijn de enige neteldieren die we hier aantreffen. Een bizarre borstel­worm valt nog het meest op. Door zijn vorm lijkt hij hier eerder uit het heelal terechtgekomen te zijn dan dat het een gewone aardling is.

Ongemerkt gezelschap
Als we na precies 45 minuten boven komen, blijkt dat een zeeluipaard ons de hele duik ­vergezeld heeft. Waarschijnlijk heeft hij constant achter ons mee gezwommen. Van tevoren zijn we voor deze grote roofdieren gewaarschuwd. Het zijn zee­honden van soms meer dan ­zeshonderd kilogram. Het is de toppredator in dit gebied. Normaal jagen ze op kleine zee­honden en pinguïns, maar recent is ook een duiker aangevallen die uiteindelijk aan zijn ­verwondingen is overleden.
De volgende dagen varen we verder naar het zuiden. Het water wordt steeds kouder en de volgende duiken zijn in zeewater van min een graad Celsius. Hoewel de meeste duikers binnen dertig minuten weer aan boord zijn, benutten wij met 45 minuten iedere duik maximaal. De duiklocaties worden ook steeds mooier. Het zicht onder water is soms meer dan tien meter. We zien enorme sponzen in alle ­kleurschakeringen van geel tot rood. Zeesterren worden groter en dikker. Regelmatig zien we een soort van ­minstens vijftig centimeter doorsnede met ­tientallen lange armen. Vissen zien we nog steeds zelden, niet meer dan een enkele ­schorpioenvis en een paar grondels. Zeekomkommers, enorm grote anemonen zien we, net als twee soorten witte zeenaaktslakken. ­Krabben, kreeften en garnalen lijken volledig te ontbreken. Terwijl amphipoden en isopoden massaal aanwezig zijn. Eén keer ­ontmoeten we de schuwe reuzenisopode. Het is een geleedpotige van circa tien centimeter lang. Hij lijkt op een enorme kakkerlak die op de zeebodem leeft.

Anderen lezen ook:  Mijn duikavontuur in Marsa Alam

Indrukwekkende geraamtes
Na de duik gaan we met de Zodiac nog een stukje tussen de ijsbergen varen. Ik heb nooit geweten dat ijsbergen zo indrukwekkend mooi en ­gevarieerd kunnen zijn. Iedere ijsberg is een door de natuur gecreëerd juweeltje. We krijgen dagelijks de gelegenheid om tienduizenden pinguïns te fotograferen. Uiteindelijk zien we vier soorten: de Gentoe-, Chinstrap-, Adelie- en Macaroni-­pinguïns. Honderden zeehonden van diverse soorten zoals de krabbeneter- en Wedell-­zeehond, pelsrobben en zeeolifanten kunnen we tot op enkele meters naderen om detailfoto’s van hun gebit of neusgaten te maken.
Ook ­bezoeken we gedurende de reis drie ­onderzoekstations. Eén daarvan, Port Lockroy, is door de Britten ingericht als een klein museum. Hier zien we hoe in de veertiger jaren van de vorige eeuw de poolonderzoekers gedurende twaalf maanden achtereen leefden en werkten.
De skeletten van aangespoelde bultrug­walvissen liggen op een strandje. Indrukwekkende ­geraamtes waar wij ons te midden van ongeïnteresseerde pinguïns aan vergapen. Tijdens de reis bezoeken we ook het Varnatsky onderzoekstation dat wordt bemand door Oekraïners. Enkele jaren geleden werd hier voor het eerst het gat in de ozonlaag ontdekt. De onderzoekers ­ontvangen ons gastvrij met grote glazen wodka. Ze zijn ons heel dankbaar als een van onze ­vrouwelijke passagiers haar beha ­achterlaat. Boven de bar van het onderzoekstation hangen reeds tientallen gelijksoortige ­herinneringen van vorige bezoekers. Het is een opmerkelijke ­traditie geworden. Na ons bezoek varen we nog wat rond en in het fonkelende licht van de ­ondergaande zon krijgen we de mooiste ­momenten om foto’s te maken van krabbeneter-zeehonden die op ijsschotsen liggen te rusten.

Anderen lezen ook:  De Thistlegorm in 3D

Zeehond on the rocks
Na zes dagen zuidwaarts varen passeren we 66? 33’ 38” zuiderbreedte. Hier gaat op 21 ­december de zon niet onder. Dit is de poolcirkel. Helaas is het erg slecht weer. Het sneeuwt en stormt. Er is ook veel drijfijs. Slechts langzaam manoeuvreert de boot zich tussen de tientallen ijsbergen door. We vieren het passeren van de poolcirkel op het voordek met drie glazen op natuurlijke wijze gekoelde Berenburg.
Hoewel we heel graag ten zuiden van de poolcirkel willen duiken, heeft de kapitein besloten dat dit onder de gegeven omstandigheden niet verantwoord is. Dus varen we een halfuur later alweer naar het noorden en beginnen we langzaam aan de terugreis. Maar er staan ons nog een paar unieke duiken te wachten. Duiken waarbij we naast zeehonden geen zeedieren te zien krijgen. Wat maakt de duiken dan toch zo bijzonder? Na enkele uren varen en nadat we de duik­uitrusting weer onder een laag sneeuw hebben terug­gevonden, stappen we in de Zodiac en gaan we op zoek naar gestrande ijsbergen om daarnaast te duiken. Drijvende ijsbergen zijn namelijk te gevaarlijk. Ze kunnen plotseling kantelen en als zo’n enorme massa in beweging komt, wil je er als duiker niet bij in de buurt zijn. Na een kwartier cruisen met de Zodiac vinden we in een kleine baai een geschikte, gestrande ijsberg. Het landschap van ijs en sneeuw is meer dan indrukwekkend. Ik voel me bevoorrecht om hier mijn hoofd onder water te mogen steken.
Krabbeneter-zeehonden vergezellen ons naar beneden in het lichtgroene water. De ijsmassa straalt een vreemde kleur licht uit. Het is zonlicht dat boven op de ijsberg wordt opgevangen en er dwars doorheen straalt. Ook het aanraken van de ijsberg is heel bizar. Ik heb nog nooit zo iets glads gevoeld. Als ik op mijn duikcomputer kijk, gaat mijn hart een beetje sneller kloppen. Snel maak ik er een foto van. De ingebouwde ­thermometer geeft –2º C aan. Het koudste water waar je als duiker in kunt vertoeven.
Als we boven komen, worden we geconfronteerd met een opmerkelijke ervaring. We zien een zeehond die in het zeewater ‘on the rocks’ naast de ijsberg ligt te slapen. Hierbij drijft hij als een dobber met zijn neus net boven het wateroppervlak. Het is moeilijk te geloven dat dit een warmbloedig dier is.

Dit artikel is gepubliceerd in Duiken 12/2006