Als het aan mijn man ligt, gaan we iedere vakantie naar Bonaire. Ik snap dat wel; waarom zou je iets veranderen als het goed is? Maar goed, deze keer hebben we maar een weekje vakantie en het is ook leuk om een keer iets anders te doen. Mijn man gaat dan ook een beetje mokkend akkoord met Egypte.

Tekst & foto’s: Harriët Plantinga

We kiezen voor Marsa Alam, Egypte en ik hoor de mevrouw van het reisbureau nog zeggen; mooie vliegtijden, Harriët.  Kwart over acht ’s ochtends vertrekken en om half twee in Marsa Alma. Nou, ik heb een andere definitie van mooie vliegtijden. Niet eentje waarbij ik om 5 uur uit bed moet en in het donker naar Düsseldorf hoef te rijden.  Maar het was daardoor rustig op de weg en alles gaat voorspoedig. Egypt, here we come!

We landen inderdaad om half twee ’s middags op het vliegveld van Marsa Alam. De communicatie met de Egyptische douanier verloopt moeizaam omdat ik kennelijk niet de goede pagina in mijn paspoort open heb. Het enige dat hij doet is met zijn hoofd schudden. Nou, dat schiet lekker op, maar met een lach en een knipoog mag ik door. Uiteindelijk zitten we in het busje (en met onze twee koffers) voor de transfer naar het hotel. Het duurt ruim een uur voordat alle passagiers er zijn en alle koffers op het dak van het busje zijn gehesen.

Op de achtergrond de duikjetty.

We gaan uiteraard eerst langs alle andere resorts en het is altijd leuk om even een blik te werpen in de lounge van een ander resort. Anderhalf uur later zijn we bij Gorgonia Beach, het is inmiddels al donker… Tel daarbij op het uur tijdverschil (Gorgonia-time) dus we arriveren rond zes uur bij de receptie met flinke trek. Maar geen gezeur; na een heerlijk diner gaan we lekker slapen om de volgende dag meteen op zoek te gaan naar het duikcentrum. Onze kamer is op een steenworp afstand en alles is keurig geregeld bij het duikcentrum.

Anderen lezen ook:  Het 'oude' duikgebied van Zandeiland 4

Natuurlijk schrijven we ons in voor een oriëntatieduik. Deze keer geen gedoe met een zodiac: we lopen via de houten pier naar het duikplateau. De flessen en het lood liggen op het plateau voor ons klaar. En dat vind ik erg fijn met mijn al mijn lood.

Het huisrif is lekker overzichtelijk …

Het huisrif is prachtig en we genieten van de vrijheid om te kunnen duiken wanneer we willen. Op deze manier kan ik rustig wennen aan mijn nieuwe duikcomputer al moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik alleen de belangrijkste functies van mijn Suunto heb doorgenomen; ik ben iemand die al doende leert. Ik lees niet van tevoren de gehele bijgeleverde instructie. Mijn man doet dat wel, en hij legt mij dan weer rustig alles uit als ik iets toch niet helemaal snap.

In het begin trilt mij duikcomputer bijna de hele duik en ik heb geen idee waarom. Ik houd vooral de diepte en de hoeveel lucht in de gaten maar mijn duikcomputer wil mij ook informeren wanneer ik met een veiligheidsstop start (en weer stop). Aangezien ik op het laatste stukje van de duik vooral tussen de drie en vijf meter zweef, krijg ik heel veel meldingen, en dat verklaart het trillen van mijn computer…

Regelmatig is de crocodilefish te vinden op het huisrif.

Na een aantal relaxte duiken, wil mijn man wil een poging doen om op het kompas van de duikcomputer te duiken. Ik vind het superfijn om altijd het rif te kunnen zien, maar ja, mijn man is uit zijn comfortzone gegaan met Egypte dus ik ga ook iets doen wat ik nog amper heb gedaan. Had ik al gezegd dat ik niet zo goed om kan gaan met kompassen? En dat ik niet zo fan ben van diepe duiken waarbij het zicht slecht is?

Anderen lezen ook:  Duikmasker in het vizier

Na tien minuten duiken, zie ik een prachtige rog zwemmen. Ik ga iets dieper om een foto te maken. Op dat moment realiseer ik me dat ik niets anders dan blauwe zee om mee zie. Ik werp een blik op mijn kompas maar ik herinner me niet meer de koers. Lichte paniek komt omhoog en ik gebaar aan mijn man dat ik niet weet welke kant we op moeten. Omdat ik niet geheel vertrouw op de kompas-kwaliteiten van hem, besluiten we om naar de oppervlakte te gaan en te spieken welke koers we moeten aanhouden. We bepalen opnieuw de koers en duiken ondiep verder, terug richting de jetty. Ik zie later veel bolletjes in mijn duikprofiel….

Mijn buddy en tevens man, John

Bij een drankje na de duik praten we even bij met de divemaster. Op licht grimmige toon hoor ik hem zeggen dat ‘dit zijn ergste klanten zijn.’ Ze komen met een nieuwe duikcomputer en verwachten dat het duikcentrum alles uitlegt. En ook dat ze eigenlijk een gevaar onder water zijn. Daar weten mijn man en ik nu alles van; duiken op 22 meter diepte, geen zicht en compleet gedesoriënteerd.

Ik vind het fijn om altijd het rif te kunnen zien.

Mijn man en ik evalueren altijd iedere duik, de ene keer wat gemoedelijker dan de andere keer. Ook al hebben we het gevaar niet opgezocht, een ontspannen duik was het zeker niet. Ik denk vaak terug aan mijn eerste interview voor DUIKEN Magazine. Ik citeer Jan Greefkens inmiddels 80 jaar en een ervaren rot. “Je leert alleen maar door te doen en nog eens te doen. En je leert het meest van duiken waarin er onverwachtse dingen gebeuren en menselijke fouten worden gemaakt.”

Anderen lezen ook:  Swingende opening WK onderwaterfotografie in Zierikzee

Waarvan akte!