Enigszins gespannen duw ik de DiveGlide naar voren. Een grote gasbel ontsnapt en mijn handen klemmen stevig om het handvat van het grote witte apparaat. Het kleine ruimteschip schiet de diepte in en ik ben blij dat ik snel kan klaren. Met enige moeite trek ik hem recht en ineens zie ik de bodem onder me opdoemen. Snel trek ik aan een hendel om het gevaarte weer positief te krijgen en als een raket schiet ik naar boven. Wauw, dit is gaaf!

Dive Glide

De eerste keer dat ik de DiveGlide op een foto zag, had ik nog geen idee wat ik me erbij kon voorstellen. Gelukkig krijg ik op het strand voor de duikschool een uitgebreide uitleg van Leo. Hij is één van de weinige instructeurs die weet hoe je met dit apparaat moet omgaan. Op zich ook niet zo gek, want er bestaan er maar twee! Eentje staat bij de ontwerper van de DiveGlide Glenn Faires op St. Eustatius en de andere is in het bezit van Leo Hoogenboom van Flow.

De DiveGlide is nog een prototype en volledig met de hand gebouwd.

Ik weet dat de DiveGlide op luchtdruk werkt, maar ik zoek en kan nergens een propeller of andere manier voor voortstuwing vinden. Enigszins teleurgesteld vraag ik Leo hoe ik dan snel vooruit moet komen zonder dat ik zelf moet peddelen. Leo lacht en legt uit: «Eigenlijk is het een groot wit ei met vleugels en er zit geen motor of een andere manier van voortstuwing in. De onderkant van het ei is open. Die ruimte bevat naast twee aluminium duikcilinders een grote luchtruimte. Die kun je vullen met behulp van een hendel.» Ik knik en snap wat hij bedoelt, maar erg spannend klinkt het nog niet.

Anderen lezen ook:  Duiken in Tasmanië met fabelachtige zeewezens

Pas na de rest van de uitleg begint het me te  dagen. «We stoppen 22 pond lood in de ruimte om het geheel flink negatief te maken. Wanneer je het gas uit het ei laat stromen, duikt deze door de vorm en het gewicht naar beneden. Daarmee maak je snelheid, net zoals een zweefvliegtuig. Nadat je snelheid hebt gemaakt, trek je de DiveGlide recht met het grote handvat en met de opgebouwde energie zweef je over het rif. Als je omhoog wilt vul je de ruimte met lucht en dan trekt de DiveGlide je weer naar boven.»

In het apparaat zitten twee aluminium duikcilinders.

Verboden te ademen!

Aha, nu valt het kwartje. En direct snap ik ook waarom dit alleen maar kan door te freediven en niet met een normale scubauitrusting. Je maakt veel en snelle opstijgingen en vanwege de krachtinspanning, is de kans op een longoverdrukverwonding en decompressieziekte groot. Ook al heb je twee tanks met lucht bij je, eruit ademen is geen optie!

Nu ik een beter beeld van het geheel heb hoor ik de rest van de briefing ineens niet zo goed meer, ik wil het water in! Ik voel een gezonde kriebel als Leo vraagt of ik even help de boel in het water te tillen. Dat is overigens makkelijker gezegd dan gedaan, het is nog een flinke klus om de twee tanks en 22 pond lood erin te monteren. Het is dan ook niet een product wat je kant-en-klaar kunt kopen. De DiveGlide is nog een prototype en volledig met de hand gebouwd na een lang proces van trial and error.

De DiveGlide is geheel met de hand gemaakt door de ontwerper Glenn Faires. Door een negatieve en positieve bouyancy te manipuleren kan de piloot snelheid creëren.

Sneller en sneller

De omstandigheden om voor het eerst met een DiveGlide te oefenen kunnen eigenlijk niet beter: we zijn op Bonaire, de lucht is felblauw, de zee kalm en het zicht onder water is zoals het hier hoort te zijn, uitmuntend. We gaan eerst oefenen boven een kale zandbodem voordat we op het rif gaan ‘gliden’. Hier is het niet zo erg als ik hem in de bodem parkeer. Beter dan geen bodem, en om de DiveGlide in de diepte te zien verdwijnen…

Anderen lezen ook:  HMS Maori - Torpedobootjager uit WOII

Pas als ik voor de eerste keer het apparaat naar voren duw snap ik hoe slim het concept in elkaar zit. De lucht stroomt er alleen uit als je de neus naar beneden duwt. Direct trekt hij je hard naar de bodem vanwege het gewicht. Ik duw snel de neus weer naar voren en ik glij vooruit! Helaas is de snelheid snel weg en dan begin ik langzaam maar zeker te zinken.

Als je omhoog wilt, vul je de ruimte met lucht en dan trekt de DiveGlide je weer naar de oppervlakte.

Vlug trek ik aan de ‘letterlijke’ gashendel om de body te vullen met lucht. Dit kan alleen als de neus iets omhoog staat en zo word ik omhoog getrokken. Dit gaat goed! Al gauw mag ik in dieper water gaan spelen en Leo belooft dat dit veel leuker is. «Doordat je in dieper water meer ruimte hebt kun je veel
meer snelheid opbouwen.» Mooi, kom maar op!

We zwemmen naar de drop-off waar het rif langzaam de diepte in gaat. Ik druk de neus naar beneden en schiet omlaag. Gelukkig werken mijn oren mee, veel tijd om te klaren heb ik niet. Bovendien houd ik de DiveGlide stevig vast. Dit gaat sneller dan mijn onderwaterscooter! In een mum van tijd zit ik 20 meter diep en ik zweef vlak boven het koraal.

Ik geniet van de snelheid en de bubbels die langs mijn oren waaien.

Nu pas valt het me op dat het doodstil is, een groot voordeel als je het onderwaterleven niet wilt verstoren. Geen accu, geen motor en geen bewegende delen. Door de opgebouwde energie kan ik al best ver komen, maar op een gegeven moment moet ik wel weer ademen. Mijn linkerhand opent de gashendel en na een paar seconden is hij al neutraal. Nog een klein beetje extra erbij en ik duw de staart naar beneden.

Anderen lezen ook:  Comino Cave - Blauwer dan blauw

De DiveGlide trekt me snel richting het oppervlak, maar door te sturen kan ik vlak boven de koralen blijven en nog enige afstand afleggen. Ik geniet van de snelheid en de bubbels die uit het ei komen en langs mijn oren waaien. Niet alleen is de DiveGlide sneller dan alle scooters bij elkaar, zonder zware uitrusting ben je heerlijk licht en vrij. Als ik door het wateroppervlak breek weet ik het zeker, ik moet mijn freediveskills gaan trainen!

Je maakt veel en snelle opstijgingen en vanwege de krachtinspanning kun je dit alleen freedivend doen.

 

 

 

 

 


Bekijk ook: