Irritant als je tijdens de duik iets bent verloren. Maar gelukkig kun je gericht zoeken. Wij hebben enkele onderwaternavigatie tips voor je.
Onderwaternavigatie: U-patroon
Ineens is je lamp weg. Wat nu? Gewoon op de bonnefooi gaan zoeken heeft zelden zin. Maar met een zoekpatroon is de kans vele malen groter dat je de verloren duikmaterialen weer terugvindt. Als je een groter gebied moet afzoeken, dan werkt een U-patroon vaak het best: je zwemt op kompas een koers en telt de zwemslagen. Je buddy zwemt naast je en speurt naar het verloren object. Na tien ‘vinslagcycli’ (met elk been een vinslag), maak je een hoek van 90 graden, doe je twee slagen en maak je opnieuw een hoek van 90 graden zodat je als het ware terug zwemt. Na opnieuw tien vinslagcycli herhaalt het patroon zich.
Vierkantige spiraalpatroon
Wanneer je ongeveer weet waar je iets bent verloren, is het zogenoemde vierkantige spiraalpatroon een goed alternatief. Je begint op de plek waar je denkt dat je het object bent verloren. Je zwemt twee slagen en maakt een hoek van 90 graden. Vervolgens zwem je in de vorm van een spiraal drie slagen en maakt weer een rechte hoek, enzovoort. Het vierkante zoekgebied wordt bij elke hoek iets groter.
Cirkels
Wat het best werkt, is zwemmen in cirkels. Daarvoor heb je een lijn, of beter nog, een reel of spoel nodig. Als je een dure computer of een smartphone in een onderwaterhuis kwijt bent, Laat dan meerdere duikers zoeken. En als je het nog beter wilt doen, laat je ook snorkelaars meehelpen – zij kunnen van bovenaf het gebied doorzoeken. Het is geen verkeerd idee om een patroon tijdens een saaie duik op het huisrif te oefenen zodat je in geval van nood weet wat je moet doen. Als je in de branding iets verliest, telt elke minuut.
Onderwaternavigatie: Zoeken en bergen
Als je weet waar je iets bent verloren, kun je snel en gericht op zoek gaan. Een cirkelpatroon werkt het beste.
Lamp verloren? Baken zo snel mogelijk het gebied af (1).
Als je een gps-apparaat hebt, voer dan de exacte coördinaten in (2).
Met een boei (3) bepaal je het beginpunt.
De taken binnen het buddyteam (4) worden verdeeld: de één bedient de lijn, de ander duikt.
Ter hoogte van de boei gaat de duiker naar de bodem (5) terwijl hij het uiteinde van de lijn vast heeft.
De duiker (6) zwemt cirkels van 5 en 10 meter (7).
Dankzij de lijn (8) heeft hij ook bij slecht zicht contact met zijn buddy.
Foto‘s: W. Polzer