Net nu de marine aan de beurt was om de internationale diepduikoefening Deep Divex te organiseren, leek de coronacrisis daar een streep door te zetten. Defensie Duikgroep liet zich echter niet uit het veld – in dit geval het water – slaan. Samen met de Belgische marine viel er in het water bij Curaçao de afgelopen weken toch tot op grote diepten te duiken.
Deep Divex was voor de marine de eerste grote internationale oefening sinds 2006. Het was de bedoeling dat er op Curaçao ook duikteams uit landen als Canada, Italië, Noorwegen en Portugal zouden oefenen, maar die haakten af. Wat overbleef was een groep van 32 Nederlanders, 7 Belgen, 3 buitenlandse observanten en het duikteam van het Caribisch gebied.
Door COVID-19 stond de organisatie desondanks voor een uitdaging. Het was immers lastig om steeds 1,5 meter afstand van elkaar te houden. Van een verloren oefening was echter geen sprake, want met enige creativiteit werd een oplossing gevonden. “We hadden een teambubbel ingesteld”, legt hoofd van het diepduikteam luitenant-ter-zee der 2e klasse oudste categorie Ronald Donker uit.
Binnen deze bubbel mochten de deelnemers wel binnen 1,5 meter afstand komen. “Daarnaast had elk team eigen voertuigen en kamers waar alleen leden mochten komen. Alles wat gebeurde, vond steeds plaats in hetzelfde team”, aldus Donker.
De duikers moesten op grote diepte bommen en granaten lokaliseren.
Quarantaine in Den Helder
Die oplossing kon op lof rekenen van de observanten uit Duitsland en Canada. Die landen stuurden vanwege de coronacrisis geen team, maar waren wel benieuwd hoe de Belgische en Nederlandse eenheden te werk gingen. “Die waren zeer enthousiast. Dat was heel positief.”
Ook met andere obstakels werd vindingrijk omgesprongen. Het 7 man sterke team uit België had aanvankelijk bij aankomst op Curaçao 2 weken in quarantaine gemoeten, aangezien België daar als oranje land werd aangemerkt. “Voor een oefening van 3 weken was dat natuurlijk een beetje zonde”, vertelt Donker.
Na overleg met onder meer de GGD op Curaçao werd besloten dat het team 2 weken afgezonderd in Den Helder mocht verblijven. Op die manier konden de Belgen op het eiland direct aan de slag.
Diepduiken is niet voor iedereen weggelegd, want op een diepte van meer dan 60 meter is een standaard perslucht cilinder niet toereikend. De duikers werken met heliox, een mengsel van helium met zuurstof. Dat levert een iets ander stemgeluid op, maar zorgt er wel voor dat de duikers op grote diepten bijvoorbeeld bommen onschadelijk kunnen maken.
Bij de oefening werd tot 80 meter diepte gedoken.
30 graden
Qua omstandigheden had niemand wat te klagen. Het water in de Caracasbaai was met 30 graden meer dan aangenaam. Bovendien is het daar zo helder, dat het zicht perfect is. Op een diepte van 80 speelden zich onder meer scenario’s af waarbij bommen en oefenmijnen gelokaliseerd en geïdentificeerd moesten worden.
“Voor de duikveiligheid was dit echt perfect”, merkt Donker op. “We houden dit soort oefeningen ook weleens in de Noordzee bij Noorwegen, maar daar ben je veel bezig met de stroming en het gebrekkige zicht. Daar hoef je hier op Curaçao niet op te letten, waardoor je je een fout kunt permitteren.”
De eerste duikers keren maandag – wederom in de teambubbel – terug naar Nederland. Als het aan Donker ligt, is er over 5 jaar een nieuwe oefening. Dan wel met een groot aantal andere NAVO-landen. “Dat is wel ons voornemen. Dit is echt een ideale oefenlocatie.”
