Prachtige riffen vol met koraal en uitstekende macro-mogelijkheden. Schitterende stranden en een waar bounty-eiland voor de kust van Sulawesi in Indonesië. Wie wil daar nu niet naar toe? De Duitse Anke Andrée bouwde er een luxe resort. Begin 2023 opende zij het 5 sterren Saronde Island Dive Resort. Namens DUIKEN ging Patrick Kranenbroek er een kijkje nemen.

Om 5.00 uur in de ochtend word ik opgehaald in het Ibis hotel van Manado. We gaan op weg naar Saronde Island. Het kleine Indonesische eiland ligt voor de kust van de provincie Gorontalo. Ver weg van het massatoerisme. We rijden door bergpassen, langs prachtige rijstvelden en door de lokale dorpjes, waar de mensen op straat leven. Het is dan wel een tocht van 7 uur rijden, maar ik geniet volop. Dit is Sulawesi op zijn mooist. Ik zie slangen over de weg glijden, de lokale schooljeugd in schitterende witte uniformen naar school gaan en elk dorpje heeft zijn eigen felgekleurde moskee. De uitzichten vanuit de auto zijn fenomenaal.

Duikstek Stefan Point ligt recht voor een prachtig eiland

En dan is het zover

Als ik na een boottocht van een half uurtje aankom op Saronde Island, staat de crew mij op de steiger op de wachten. Ze zwaaien volop en met zang en gitaar heten ze mij van harte welkom. Ik kan mijn tranen maar nauwelijks bedwingen. Wat een schitterend welkom. Samen met de crew loop ik naar de bar, waar Anke mij welkom heet. Ik heb haar al op de duikbeurs BOOT ontmoet en het is een vrolijk weerzien. Na een eerste drankje en een uitgebreide uitleg ga ik mijn villa bekijken. Ja, een villa, dat is het. Op Saronde Island zijn vijf villa’s aan een wit zandstrand gebouwd in Balinese stijl. De tuin is aan de achterkant en aan de zijkanten omheind, waardoor er een optimale privacy is. De villa’s liggen direct aan het strand en in elke tuin is een loungeset, een schommelbank, twee ligbedden en een kano aanwezig. Ook heeft elke villa een miniduikcentrum in de achtertuin, waar het personeel de duikspullen verzorgt. Je hoeft hier werkelijk niets zelf te doen, uitgezonderd het duiken zelf. De villa is van binnen zelf megaluxe, met een enorm groot bed en een prachtige, zeer uitgebreide badkamer. Doordat de voorkant van de villa, nagenoeg geheel uit glas bestaat, geniet ik op de eerste ochtend vanuit mijn bed van een mooie feloranje zonsopkomst.

Wauw, ik heb mijn eigen villa, direct aan het strand!

Flamboyant cuttlefish

Met de boot varen we naar Stefan Point. Het resort heeft twee duikboten. Wij varen de hele week met de Nemo, een snelle speedboot, die ons in maximaal 15 minuten naar de duikstekken brengt. Op de boot zijn bankjes aanwezig in de schaduw, maar er is ook een klein zonnedek. Aan boord zijn spoelbakken voor de camera’s, koffie, thee, water en fruit aanwezig. Het rif bevindt zich recht voor een eiland, dat voor het grootste deel bestaat uit vele palmbomen. Over de gehele lengte van het eiland ligt een wit zandstrand. Als ik naar het water kijk, zie ik de riffen onder mij verschijnen. “No more bla bla, let’s get blow blow,” zegt divemaster Steven, als hij de briefing heeft gedaan.

Ja, daar is ie! De flamboyant cuttlefish ligt rustig in het zand

We gaan eerst de diepte in op zoek naar de flamboyant cuttlefish. Dit is een kleine sepiasoort, die paars, geel, zwart van kleur is. Nadat we een tijdje over het witte zand gestruind hebben zie ik Steven enthousiast worden. Hij heeft het diertje nog niet aangewezen, maar ik voel aan alles dat hij hem gevonden heeft. Hij ligt rustig in het zand en ik neem alle tijd om hem op de foto te zetten. De flamboyant cuttlefish had ik nog niet eerder gezien en stond dan ook bovenaan mijn wishlist. Als we verder zwemmen zoekt Steven op een enorme zeekomkommer naar iets. Met zijn aanwijsstok wijst hij me iets aan wat zo klein is, dat ik in eerste instantie niet zo goed weet wat hij bedoelt. En dan zie ik het. Het is een emperor shrimp, van nauwelijks een paar millimeter groot.

Op de duikstekken zijn vele mooie koralen aanwezig.

Bij een klein achtergelaten object ontmoeten we nog een hele mooie, felrode frogfish. Het is een redelijk kleine vis, die helaas met zijn ogen en zijn mond nog net niet in het zand hangt. Ik knip er een paar foto’s van, maar zie al direct dat het me niet lukt, om zijn gezicht te fotograferen. Aan het einde van de duik, horen we een rammelaar. Dat moet Michael zijn, de andere duikgids, die met het Duitse echtpaar Hans en Ulrike op pad is. Als we Michael gevonden hebben, wijst hij me op een koppeltje ghost pipefish. Wat een schitterende visjes zijn dat. Ik zit dan op slechts één meter diepte en nadat we het paartje goed bekeken hebben, beëindigen we de duik.

Honderden vliegende honden hangen in de boomtoppen

Vliegende honden

Na een heerlijk ontbijt, klaargemaakt door chefkok Yuan, vertrekken we met de boot naar de mangroven. Het personeel heeft de kano’s, die bij de villa liggen, al opgehaald en op de boot geladen. In 20 minuten varen zijn we er al. De mangroven liggen net voorbij een klein vissersdorpje aan het water. Op diverse plaatsen staan de visnetten uit. Het dorpje zelf ziet er kleurrijk uit, met een grote variatie aan gele, groene, paarse en blauwe huisjes. Mijn fotocamera maakt overuren hier. Ik kan niet stoppen met knippen. Met de boot van het resort varen we een stukje de mangroven in. Dan gaat de boot voor anker en stappen Hans, Ulrike en ik één voor één in onze kano’s. We hoeven niet heel ver te peddelen: daar hangen de vliegende honden in de boomtoppen! Het zijn er honderden! Als we iets dichterbij komen, vliegen er heel veel op, om vervolgens een stukje verderop weer neer te dalen in de bomen. Afgezien het geluid dat de vliegende honden maken, is het verder doodstil. We genieten van de rust die de mangroven met zich meebrengt.

De orang koetang krab

Macro Paradise

Met een rol achterover verlaat ik de boot en daal weer af naar het rif. Bij de duikstek Saronde Kecil 2, die vlak bij Saronde Island ligt, zijn diverse gorgonen en zachte koralen aanwezig. Hier hebben de gidsen eerder de candy crab gezien. We gaan dan ook op zoek naar deze prachtige krab. De candy crab is heel klein en erg kleurrijk. Hij heeft de kleuren van het koraal, waar hij tussen zit en is daardoor erg moeilijk te vinden. Aan het begin van de duik zie ik Steven zoeken tussen een soort wit blaasjeskoraal. Als hij me wenkt, zie ik boven op het blaasjeskoraal een orang oetang krab zitten. Ik stel mijn camera goed in en neem enkele foto’s. Als ik op mijn venster kijk en zie dat het resultaat goed is, maak ik een juichbeweging. Die staat er mooi op!

Eindelijk vind ik een kerstboomwormpje die zich niet snel terugtrekt.

Terwijl Steven met zijn aanwijsstokje speurt naar de kleinste critters, vermaak ik mij met het fotograferen van diverse kerstboomwormpjes. Ze zijn er in het wit, blauw en geel. Ik heb diverse pogingen nodig, voordat ik een exemplaar vind, die zich niet terugtrekt in de koker. Telkens als ik mijn snoot richt en de foto wil maken, verdwijnen ze nog voordat ik afgedrukt heb. Uiteindelijk weet ik toch een blauw en een geel exemplaar heel mooi vast te leggen. Niet veel later arriveren we op de plek waar de candy crab gezien is. Steven speurt het zachte koraal helemaal af en als hij mij wenkt, weet ik dat hij hem gevonden heeft. Ik observeer het beestje eerst en wacht tot hij goed zit. Dan begin ik met fotograferen en ik probeer hem zo vast te leggen, dat ik ook een stukje van het koraal mee neem. Uiteindelijk ben ik zo blij met het resultaat, dat ik Steven een high five geef, als een teken van dank.

De candy crab is door zijn grootte lastig te vinden. Wat een geluk!

Groothoek met model

Op de duikstek Bogisa Selatan heb ik in de loop van de week al eerder gedoken, als ik aan Michael vraag of ik daar nog een keer terug mag. Bij de eerste duik hier had ik de macrolens op mijn camera. Echter zijn de koralen daar zo ontzettend mooi, dat ik nog een keer terug wil. Ik heb nu mijn groothoeklens op de camera gezet en ik vraag of Caroline mee wil gaan om enkele modelfoto’s te maken. Caroline is sinds een maand de General Manager van het resort. In het resort en later op de boot geef ik haar nog aanwijzingen voor het maken van modelfoto’s. Ze blijkt hier al ervaring mee te hebben. Ik heb wel gezegd dat ik heel veeleisend kan zijn, om de juiste foto te maken.

De waaierkoralen zijn enorm.

De duik is echt schitterend. Veel zachte en harde koralen en op deze duikstek zijn veel grote gorgonen aanwezig. Ook wemelt het hier van de vissen. Terwijl Caroline en ik druk bezig zijn met modelfotografie, wenkt divemaster Michael ons. Vlak over de bodem zwemt een enorm grote zwart/witte zeeslang voorbij. Met zijn drieën genieten we van het imposante beest, totdat het al kronkelend over het witte zand uit ons zichtveld verdwijnt. Langzaamaan zwemmen we naar ondieper water. De koralen zijn zo ontzettend mooi, dat ik niet weet waar ik kijken moet. Dan valt mijn oog op een bolanemoon, waar de drieband anemoonvisjes in verblijven. Deze zijn echter zo snel, dat ze telkens wegduiken tussen de anemoon als ik afdruk. Ik besluit om dan gewoon maar veel foto’s te maken en dan later wel te kijken hoe het eruit ziet. Onder een dood stuk koraal vind Michael nog een fors exemplaar van een bandit coral shrimp. Heel trots laat hij hem aan Caroline en mij zien.

Gevonden! Nemo’s in een bolanemoon.

Stevige klim

Op de laatste dag van mijn verblijf op Saronde Island verlaat ik het eiland om 6.00 uur in de ochtend. Het personeel staat ook weer paraat om mij een mooi afscheid te geven. Samen met Yuan, ga ik nog een tweedaagse excursie maken. Bij de haven worden Yuan en ik opgewacht door Ardhy. Hij is onze gids op de tour die we gaan maken. Als eerste rijden we vanuit de haven naar het plaatsje Botubarani, waar ik de kans krijg om met walvishaaien te snorkelen. De walvishaaien komen hier regelmatig langs en worden gevoerd door lokale vissers. Echter als wij arriveren zijn er geen walvishaaien. We wachten nog even, maar dan gaan we verder. We hebben nog een mooi programma vandaag.

De lokale versmarkt.

We rijden naar Gorontalo, de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Daar bezoeken we de lokale versmarkt. In een overdekte ruimte worden specerijen, fruit en groente verkocht. De verschillende kramen zijn heel mooi ingericht en overal ruikt het lekker. In de tweede hal wordt voornamelijk vis, kip en rund verkocht. Na de lunch rijden we door naar het plaatsje Tulabolo. Van hieruit worden we op motoren naar de ingang van het regenwoud gebracht. Als we bij de ingang aankomen, start onze “Bird Watching Tour” door het Bogani Nani Wartabone National Park. De eerste vogel die we zien is de Sulawesi dwarf Kingfisher, een prachtig rood/blauw gekleurd vogeltje.

Zo lief! Een dwars kingfisher.

Terwijl we over de smalle paadjes langs de bergkammen naar boven klauteren horen we opeens hele harden geluiden. In de bomen zien we makaken spelen. Deze aapsoort komt in dit regenwoud algemeen voor. Terwijl we de berg verder op klimmen, tussen varens, palmbomen, bamboebomen en eeuwenoude reuzebomen met een omtrek van vier meter spotten we nog diverse soorten exotische vogels. Nadat we een flink stuk afgedaald zijn komen we midden in het regenwoud bij een houten gebouw. De Homestay waar we zullen overnachten.

De homestay.

Slapen op een plank

Nadat we een uur uitgerust hebben, van de trektocht gaan we op zoek naar de tarsiers. Dit zijn hele kleine spookdiertjes, die zich in de bomen verstoppen. Nadat we de eerste gevonden hebben, lopen we door naar een vogelhut. Daar klimmen Yuan, Ardhy en ik in. Ik zie voor de vogelhut allemaal grote gaten in de grond. Ardhy vertelt dat hier de Maleo, de traditionele vogel van Sulawesi zijn eieren uit broedt. Nadat we een half uurtje gewacht hebben verschijnen er vier Maleo’s. We hebben er goed zicht op en ze verdwijnen met regelmaat in één van de vele gaten.

De traditionele vogel van Sulawesi: de maleo.

Na het avondeten maken we in het donker nog een korte hike om op zoek te gaan naar slangen, die in de bomen rusten. Ondanks de mooie nachtwandeling hebben we deze niet meer gevonden. Als ik naar mijn bed ga krijg ik de schrik van mijn leven. Het matras is net een halve centimeter dik en als ik ga liggen, dan lijkt het alsof er helemaal geen matras is. Gewoon op een plank slapen. Ik vouw het matras een keer dubbel, zodat het iets dikker is. Toch vrees ik het ergste voor de nacht. Na een korte nacht en toch nog een beetje slaap, staan we om 05.00 uur op en wachten we tot het licht wordt. We gaan nu de lange wandeling terug maken. Omdat het niet zo warm is, is de terugtocht een stuk aangenamer en voordat we het weten, zijn we alweer het regenwoud uit. Dat viel erg mee. Als we het regenwoud verlaten, brengen we Yuan terug naar de haven. Hij gaat weer naar Saronde Island en ik word naar het D Lagoon Resort in Lembeh gebracht, waar ik mijn trip zal vervolgen.

Anderen lezen ook:  Top 6 Indonesië: Bastianos Dive Resort