Deze maand worden er ouderwets hoge aantallen eikapsels van de stekelrog gevonden op het strand. Honderd of meer eikapsels per trajectbezoek zijn daarbij geen uitzondering. Van 1970 tot 2015 was de jaarlijkse trefkans op tien of meer Stekelrog-eikapsels minder dan één procent; daarna namen de trefkansen iets toe. Afnemende visserij is een mogelijke verklaring voor de toename.

Waarnemingen van Stekelrog-eikapsels

In ons Noordzeegebied is de Stekelrog (Raja clavata) de meest algemene roggensoort. Op basis van een database van 4100 strandbezoeken gedaan in de periode van 1945 tot en met 2000, waarbij steeds ook is gelet op eikapsels van roggen, kan voor de Stekelrog het volgende worden vastgesteld:

In de periode van 1945 tot 1960 werden bij 16 procent van de bezoeken 10 of meer eikapsels gevonden. Bij 5 procent van de strandbezoeken zijn 100 of meer kapsels aangetroffen. Niet zelden gaat het in die gevallen om 1000 of meer eikapsels. In de periode van 1961 tot 1970 was de trefkans op 10 of meer eikapsels nog maar 2 procent. De trefkans op 100 of meer exemplaren was nog maar 1 procent. 1000 of meer exemplaren zijn na 1958 niet meer aangetroffen. In de periode 1970 tot 2000 is de trefkans nog verder afgenomen. 10 of meer eikapsels werden toen bij minder dan 1 procent van de bezoeken gevonden. 100 of meer eikapsels zijn van 1970 tot en met 2019 niet meer aangetroffen.

Sinds 1977 bestaat het Strandaanspoelsel Monitoring Project (SMP). Uit de systematisch verzamelde gegevens van dit project komt naar voren dat in de periode van 1978 tot 2015 de jaarlijkse trefkans op 10 of meer eikapsels van de Stekelrog gemiddeld lager was dan 1 procent. 10 of meer eikapsels waren een grote zeldzaamheid. Pas in de periode 2015 tot en met 2019 zien we in de SMP-gegevens de trefkansen op eikapsel weer iets toenemen.

Eikapsels van de Stekelrog (Bron: Arie Twigt)

Hoge aantallen

Dit jaar lijkt de kroon te spannen. Tijdens tellingen buiten het SMP om, werden deze maand (maart 2020) eindelijk weer eens ouderwets hoge aantallen eikapsels van de Stekelrog gevonden. Honderd of meer eikapsels per trajectbezoek waren daarbij geen uitzondering (SMP-gegevens uit 2020 zijn nog niet beschikbaar).

Anderen lezen ook:  Historia Ontdek Special - Geheimen van de Diepzee

De windomstandigheden waren de afgelopen weken erg gunstig om drijvende voorwerpen vanuit de zuidelijke Noordzee te laten aanspoelen op onze Noordzeestranden. Dit zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan de grote aantallen aangespoelde eikapsels. Dergelijke windcondities zijn er echter ook vele malen geweest in de periode van 1970 tot en met 2019, en na die windcondities zijn er ook strandbezoeken geweest. Toch zijn in die periode nimmer hoge aantallen waargenomen.

Invloed van de visserij

Stekelroggen produceren in vergelijking met andere vissoorten jaarlijks maar weinig nakomelingen (zie later in dit bericht). Daarom is het niet verwonderlijk dat ze kwetsbaar zijn voor de visserij. Vooral de bodemvisserij, waarbij netten en wekkettingen over en door de bodem worden getrokken, is niet bepaald gunstig voor eikapsels die 4 tot 5 maanden onbeschermd op de zeebodem liggen.

Tel daarbij op de langdurige jeugd waarbij de dieren jarenlang niet deelnemen aan de voortplanting. Iedereen zal begrijpen dat de kans erg groot is dat veel roggen al zijn weggevangen alvorens ze tot voorplanting hebben kunnen komen. Het ligt daarom voor de hand dat er een sterk verband is tussen visserij-intensiviteit en de populatiegrootte. Dit komt ook naar voren uit de oudere telgegegevens. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag het vissen op de Noordzee stil. De populatie Stekelroggen kon zo maximaal groeien. Na WO2 werden er 10 jaar lang erg veel eikapsels aangetroffen.

Vanaf 1955 nam de intensieve visserij met boomkorren en wekkkettingen echter sterk toe. Duidelijk is te zien dat ook de aantallen eikapsels sterk afnamen.

Kunstwerk van honderden eikapsels die in maart 2020 zijn aangetroffen (Bron: Arie Twigt)

Eindelijk weer een toename

Vanaf 1974 zijn er acties om het vissen te minderen, in latere jaren gevolgd door een afname van het aantal vissersschepen. Vanaf 2000 melden vissers dat ze weer meer Stekelroggen vangen. Opvallend daarbij is dat tussen 2000 en 2015 het aantal eikapsels niet noemenswaardig toeneemt.

Het vermoeden bestaat dat de gemelde toename deels het gevolg was van dieren die vanuit de Ierse Zee via Het Kanaal naar de Noordzee zwemmen. In de zuidelijke Noordzee, waar onze aangespoelde eikapsels voor het grootste deel vandaan komen, leken de dieren echter nog maar weinig tot voortplanting te komen.

Anderen lezen ook:  Drukte bij de opvang van Ecomare  

Pas vanaf 2015 zien we het aantal eikapsels op onze stranden weer duidelijk toenemen. Dit kan alleen betekenen dat de Stekelroggen in de zuidelijke Noordzee meer tot voortplanting komen.

Stekelroggen

Roggen hebben een sterk afgeplat lichaam met een lange, gestekelde staart en vinnen als vleugels. Hiermee zwemmen ze behendig vlak boven de bodem, op zoek naar kreeftachtigen en andere prooien. De stekelrog is een lichtgrijze tot donkerbruine rog, met donkere en lichtere vlekken en een witte buik. Op het lichaam en de staart zitten, de naam zegt het al, kromme doorns of stekels. Mannetjes worden zo’n 50 tot 70 centimeter lang, vrouwtjes circa 80 tot 110 centimeter.

stekelrog

Stekelrog (Bron: Adriaan Gmelig Meyling)

Traag met daten

Roggen kunnen zich pas na jaren voortplanten. Het duurt 8 tot 9 jaar voordat de vrouwtjes geslachtsrijp zijn. Ze hebben dan een lengte van 70 centimeter. Nadat ze door een mannetje in het voorjaar inwendig zijn bevrucht, zetten ze in de ondiepere wateren van de Noordzee op de bodem hun eikapsels af. Per seizoen kan een vrouwtje zo’n 50 tot 150 eikapsels produceren.

Zo’n eikapsel is een leerachtig ‘doosje’ met op elke hoek steeds een uitsteeksel (de ‘horens’). Verse eikapsels van de Stekelrog zijn glad en okergeel tot bruin, 5 tot 9 centimeter lang en 3,5 tot 6 centimeter breed. In het doosje bevindt zich één embryo dat 4 tot 5 maanden nodig heeft zich tot levensvatbare kleine babyrog te ontwikkelen. Al die tijd zit het embryo opgerold in het door het vrouwtje op de bodem vastgemaakte eikapsel.

Als de babyrog sterk genoeg is, ontworstelt deze zich uit het eikapsel via een dan ontstane opening aan de bovenzijde van het kapsel. Pas na 8 tot 9 jaren eten, groeien en sexuele onthouding, begint eindelijk het ‘daten’ en kan er worden gewerkt aan het nageslacht.

Drijvende doosjes

Nadat de eikapsels verlaten zijn, gaan de achtergebleven eiwitten in de eikapsels rotten door bacteriën en ontstaat er gasontwikkeling. Lege eikapsels gaan daardoor vaak drijven of in het water zweven. Door zeestromingen en de wind spoelen ze vervolgens op onze stranden aan, waar ze voor strandbezoekers door hun vorm vaak als interessant voorwerp worden opgepakt en soms ook verzameld. De eikapsels op het strand zijn door indrogen en veroudering bruingrijs tot zwart van kleur en ook vaak wat kleiner. Voor determinatie worden eikapsels daarom altijd opgeweekt in water.

Anderen lezen ook:  Het leven in de oceanen is diverser dan ooit

Eikapsels tellen

Zoeken naar eikapsels is een leuke bezigheid. Hoewel er vooral kapsels van Stekelroggen aanspoelen, kunnen er van diverse andere roggen ook kapsels aanspoelen. Soms zelfs van behoorlijk zeldzame soorten – evenals van enkele haaien trouwens, maar dat is een ander verhaal. Uit de archieven van de Strand-werkgemeenschap (SWG) blijkt dat het verzamelen en tellen van eikapsels al gedaan wordt sinds het begin van de vorige eeuw.

Het zal duidelijk zijn dat er tijdens de Tweede wereldoorlog geen sprake was van tellen op het strand. Maar toen de mensen daarna weer het strand op mochten, werd het aanspoelsel voor biologen en andere kenners een belangrijke bron om meer te weten te komen over het leven in zee. Van alle strandbezoeken werden de waarnemingen genoteerd; ook heel consequent die van eikapsels van roggen.

stekelrog

Eikapsel met embryo, deze worden maar heel weinig aangetroffen (Bron: Conny Keultjes)

Hoewel er geen sprake was van een officieel monitoringproject, konden we uit die oude gegevens wel opmaken wanneer en naar welke stranden men was gegaan en hoeveel eikapsels er werden aangetroffen. Ook kon worden vastgesteld wanneer ze geen of weinig eikapsels hadden gevonden.

In november 1977 startte de eerste biologische ‘Strandwacht’ op het traject tussen Katwijk en Noordwijk en werd er standaard volgens een vaste methodiek geteld op een vast traject. Vanaf 1990 komen er meerdere strandwachttrajecten bij. Inmiddels bestaat het Strandaanspoelsel Monitoring Project (SMP) uit 13 SMP-trajecten waarbij aangespoelde organismen van soorten uit allerlei wier- en diergroepen wekelijks of eens in de twee weken systematisch worden geteld. En uiteraard maken de eikapsels van roggen daarvan een essentieel onderdeel uit.

Waarnemingen

Waarnemingen van eikapsels van alle soorten roggen en haaien blijven bijzonder welkom. Geef ze door via Stichting ANEMOON of via Waarneming.nl. Klik hier voor een interactieve determinatiehulp en klik hier voor de zoekkaart van eikapsels  (pdf: 1,2 MB).

Tekst: Adriaan Gmelig Meyling & Arie Twigt, Stichting ANEMOON

Foto’s: Arie Twigt, Stichting ANEMOON & Strandwacht Katwijk- Noordwijk; Petra de Jong, Strandwacht Ameland; Adriaan Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON; Conny Keultjes, Strandwacht Katwijk-Noordwijk

Bron: Nature Today