Op 27 mei trof een vrijwilliger van Stichting ANEMOON één enkel exemplaar van het Goudstipje aan in de noordwestelijke Oosterschelde. Het was een zeer bijzondere waarneming omdat het voor deze locatie een uiterst zeldzame soort betreft en omdat het een zeenaaktslakje is met een wel heel bijzonder en karakteristiek kenmerk: het lijkt wel alsof dit diertje bekleed is met bladgoud.

Acht jaar geleden was het groot nieuws. Een Limburgse sportduiker had toen in de Oosterschelde bij Burghsluis het prachtige Goudstipje (Cumanotus beaumonti) aangetroffen. Dat was de eerste waarneming van deze zeenaaktslak ooit in de Nederlandse kustwateren. In de jaren daarna is de soort alleen enkele keren bij Texel en een keer op een wrak in de Nederlandse Nootdzee aangetroffen, maar in de Oosterschelde werd de soort niet meer gezien. Tot vorige week zondag, toen een sportduiker en vrijwilliger van Stichting ANEMOON, een tweede exemplaar zag, iets ten oosten van de eerste vindplaats uit 2010.

Acht jaar na de eerste waarneming is het Goudstipje opnieuw in de westelijke Oosterschelde aangetroffen (Bron: Peter H van Bragt)

Goudstipjes voeden zich met onder andere de tentakelkransen van Penneschaft. Deze hydropoliep is een winter- en voorjaarssoort en komt momenteel massaal in de noordwestelijke Oosterschelde voor. De zeenaaktslak werd inderdaad aangetroffen in een gebied waar deze poliep nu massaal aanwezig is. Op de onderstaande foto is zelfs goed te zien dat de slak de tentakelkransen van de poliepen waar hij op zat heeft geconsumeerd. Alle steeltjes eindigen in een kale punt waar normaal de tentakelkrans moet hebben gezeten.

Het goudstipje eet de tentakelkransen van de hydropoliep Penneschaft. Rechts: intacte hydropoliep. Links: door het Goudstipje gegeten Penneschaft (Bron: Peter H van Bragt)

Het Goudstipje is eenvoudig te herkennen. Het is een relatief kort en breed slakje van maximaal 25 millimeter lang. De lange, spitse papillen staan op de zijkanten van de rug en op de kop. Ze lopen door tot over de voorrand van de kop, maar precies op het midden van de koprand staan geen papillen. Het meest karakteristieke kenmerk, waar de soort ook de Nederlandse naam aan te danken heeft, wordt gevormd door de clusters van kleine vlekjes op de rug en de papillen. Deze zijn goudgeel, glimmen en reflecteren licht alsof het bladgoud is. Het is een uitzonderlijk pigment dat bij geen enkele andere Nederlandse zeenaaktslak aanwezig is. Met het blote oog kan het soms lastig zijn om dit bladgoudachtige kenmerk goed te zien. Om er maximaal van te kunnen genieten kun je het dier het best onder een stereomicroscoop bekijken.

Anderen lezen ook:  WW2 vliegdekschip USS Hornet na 76 jaar gevonden op bodem van Stille Oceaan

Gefotografeerd met behulp van een stereomicroscoop is goed te zien dat de geclusterde vlekjes op de rug en papillen van het Goudstipje glimmen en reflecteren als bladgoud (Bron: Peter H van Bragt)

Hoewel de soort dus slechts twee keer in de Oosterschelde en verder alleen enkele keren bij Texel en eenmalig in de Nederlandse Noordzee is waargenomen, is het goed mogelijk dat in de Noordzee, op bijvoorbeeld scheepswrakken en op andere plaatsen waar veel Penneschaft aanwezig is, grotere en ook stabielere populaties voorkomen. Omdat daar door sportduikers en biologen echter zelden naar de aanwezigheid van zeenaaktslakken wordt gekeken, zijn hier nog geen ondersteunende waarnemingen voor. Wel weten we dat er in 2010 in het zuidelijke deel van de Belgische Noordzee, ver van de kust, grote aantallen Goudstipjes op een scheepswrak voorkwamen.

Het Goudstipje is een typische West-Europese soort. Dieren zijn gevonden vanaf de kust van Noorwegen tot in de westelijke Middellandse Zee. In 2010 en 2011 zijn bij Texel ook eikapsels gevonden. In de Oosterschelde zijn die nog nooit waargenomen.

Meer informatie en waarnemingen

Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON en Blauwtipje.nl

Bekijk ook: Oosterschelde, Stromingsduiken Specialty