De anus van de Amerikaanse ribkwal verschijnt indien nodig en verdwijnt daarna weer. Een primeur!
Normaal gesproken hebben mensen en dieren een apart gaatje voor de ontlasting die permanent op het lichaam zit. Sommige eenvoudigere dieren, zoals kwallen, hebben slechts één opening, die zowel als mond en anus functioneert. Maar onderzoekers doen in een studie een nieuwe mogelijkheid uit de doeken. Zo zijn ze gestuit op een bijzondere Amerikaanse ribkwal (Mnemiopsis leidyi). En bij deze kwalachtige verschijnt er alleen een anus als hij zijn behoefte moet doen.
Onzichtbaar
De anus van de ribkwal is de meeste tijd dus onzichtbaar. Oftewel; eigenlijk bestaat ‘ie niet. Waarnemingen van de kwal laten zien dat er ook geen permanente verbinding is tussen de darm en de achterkant van het lichaam. In plaats daarvan hoopt de ontlasting zich op in een deel van de darm. Dit gedeelte wordt steeds voller en komt daardoor boller te staan, totdat het de huidlaag raakt. De darm ‘versmelt’ als het ware met de opperhuid en vormt een anale opening. Heeft de kwal zijn grote boodschap gedaan, dan wordt het proces omgekeerd en verdwijnt de anus weer.
Lichaamsgrootte Amerikaanse Ribkwal
Hoe vaak de Amerikaanse ribkwal poept, hangt af van zijn lichaamsgrootte, schrijven de onderzoekers in hun studie. Toch lijken ze behoorlijk vaak aandrang te voelen. Zo blijkt dat kleine larve elke tien minuten poepen. Volwassen exemplaren doen één keer per uur hun behoefte. De duur van de ontlasting neemt ook toe met de lichaamsgrootte. Zo drukt een larve ongeveer 2 tot 3 minuten en doet een volwassene er 4 tot 6 minuten over.
Volgens de onderzoekers werpt deze tijdelijke anus van de Amerikaanse ribkwal nieuw licht op de evolutie van het poepgaatje en darmen bij dieren. Deze tijdelijke anus kan namelijk best een soort tussenstadium zijn in de ontwikkeling van een permanente anus. De onderzoekers zijn van plan ook de anussen van andere soorten kwallen te gaan bestuderen. Maar tot nu toe lijkt de Amerikaanse ribkwal de enige te zijn met deze merkwaardige poepmethode.
Bron: Scientias
