Liveaboard Socorro: Dolfijnen die je de diepte in lokken omdat ze het gepiep van je duikcomputer zo leuk vinden en reuzenmanta’s die zonder pardon tegen je aan zwemmen.
Op slechts enkele plekken in de wereld heb je zulke encounters met groot zeeleven in elektrisch blauw water. Met de Nautilus Explorer verbleven we tien dagen bij Socorro en ontdekken we pas echt wat duiken is.
Op tv heb ik ze vaak genoeg gezien, superscholen van mobula’s. Honderden, duizenden duivelsroggen die als een grote wolk door het water bewegen. Ik dacht dat dit enkel voor bevoorrechte mensen was weggelegd, zoals videomakers van de BBC.
Maar nu kijk ik zélf naar zo’n superschool. Op nog geen vijf meter onder me deint heel de bodem, honderden mobula’s buitelen over elkaar heen, botsen tegen elkaar aan en maken loopings. We zijn aan het snorkelen en zwemmen met hen mee.
Ik word bijna duizelig, zoveel zijn het er. Wanneer ze meer in de diepte verdwijnen, klimmen we weer aan boord van de RIB.
Iedereen kijkt elkaar vol ongeloof aan. Is dit echt? Verderop zien we de mobula’s boven het water uitspringen. Wauw, wat springen ze hoog! Voor ons alleen maar makkelijk om de school terug te vinden.
Als we voor een tweede keer boven de duivelsroggen gedropt worden, weten we dat dit werkelijkheid is. Nu voel ík me pas bevoorrecht.
Snorkelen met mobula’s stond eigenlijk helemaal niet op het programma. We zijn twee dagen eerder geland in Cabo San Lucas, Mexico, om zo letterlijk de boot (lees: liveaboard) niet te missen naar Socorro.
De badplaats is toeristisch te noemen met al de Mexicaanse restaurants en barretjes en is zeker niet verkeerd om enkele dagen te vertoeven.
Als we informeren wat er te doen is, krijgen we eerst een lijst van activiteiten als quadrijden en mountainbiken te horen.
En oh ja, snorkelen met mobula’s. Zeg dat dan meteen! Wij twijfelen geen moment. De mobula’s migreren naar dit gebied voor voedsel en om zich voort te planten. Je ziet ze zelfs al het water uitspringen als je de haven uitvaart, zo vlakbij zijn ze. En laten wij precies in de juiste periode hier zijn. Hoe kunnen we onze duikvakantie nou beter beginnen?
Zwarter dan zwarte manta
Dan breekt de grote dag aan: de Nautilus Explorer is klaar voor ons en in 28 uur varen we naar de Revillagigedo-archipel. De wát? Inderdaad. Daarom verkiest men om het ‘Socorro’ te noemen, wat in werkelijkheid één van de eilanden is in het gebied.
Dat spreek je toch iets makkelijker uit als Revillagi… – laat maar. Onze eerste stop is San Benedicto, een vulkanisch eiland met een oppervlakte van 10 km2. De hoogste vulkaan is Bárcena en heeft een hoogte van 332 meter.
De laatste keer dat deze uitbarstte was in 1952 en vaagde alle flora en fauna weg van het eiland. Onder water schijnt het daarentegen behoorlijk druk te zijn aangezien El Boiler het belangrijkste poetsstation voor reuzenmanta’s is in het gebied.
Het is een grote, vierkante pinnacle, waarvan de top geheel vlak is en enkele meters onder het wateroppervlak ligt. Omdat er een grote populatie clarion engelvissen (Holacanthus clarionensis) leeft, de bekende poetsvissen, trekken de manta’s hiernaartoe.
Wij mogen als eerste groep te water en maken ons gereed. Naast de boot zwemmen al enkele zijdehaaien, wat zijn ze groot! Dit wordt vast veelbelovend. Vanaf de achterkant van de Nautilus Explorer stappen we in de RIB, die ons bij El Boiler dropt.
Het water is fris, 23 graden, maar gelukkig heb ik een 7 mm en een cap. Het zicht is goed, zo’n 20 meter. We dalen af en zwemmen langs de steile wand van El Boiler.
Deze gaat 35 meter de diepte in om vervolgens over te gaan in een platform. In de verte hoor ik dolfijnengezang en kijk direct om me heen. Ik heb nog nooit een echte dolfijnen-encounter gehad, hopelijk gaat dat deze week gebeuren.
Helaas zie ik niks. Ik ben nog maar net goed en wel gewend aan de omgeving, of ik zie een grote schim onze kant opkomen. Het is een chevron manta! Hij heeft een grote witte ‘T’ op zijn fluweelachtige rug, waaraan je hem herkent.
Wat is hij groot! Wel zeker 6 meter spanwijdte! Sierlijk zwemt hij tussen alle duikers door. Hij laat zijn buik kietelen door alle bellen en maakt zelfs een looping voor de camera van Daniel. Het is bizar hoe mooi ze zwemmen.
Na de presentatie van Arturo gisteren, de marien bioloog die ook mee is, zie ik dat de manta de omgeving aan het ‘checken’ is. Hij rolt zijn cephalic lobes in en uit. Ik blijf de manta nastaren, maar wanneer ik naar rechts kijk om te zien waar Daniel is, zwemt er een zwarte manta onder me door! Wauw! Wat is die… onwerkelijk.
Hij is pik- en pikzwart, matzwart. Deze is iets verlegen, want hij blijft op gepaste afstand. Wel volgt hij dezelfde route als zijn soortgenoot. Hoewel er best een groep duikers in het water ligt, schroomt het de chevron niet dwars door de linies heen te zwemmen.
Het lijkt juist alsof hij er juist plezier in heeft! Dat is wel een verschil met de rifmanta’s: deze reuzen zoeken echt interactie.
Aan meerdere duikers laat hij zijn witte buik zien, bij mij zwemt hij onder me door. Als ik mijn armen uitstrek, voel ik me nog steeds nietig boven deze manta.
Wat een enorme spanwijdte! Ik kan mijn ogen niet van de manta’s afhouden, maar dan zie ik een schaduw in de verte… zou het..?
JA! Een hamerhaai!!! Eindelijk, eindelijk zie ik er dan eentje van dichtbij! Ik begin zo snel te ademen, dat ik volgens mij gelijk 20 bar lichter ben in de enkele seconden dat ik hem zie.
Hij zwemt op 10 meter afstand, schudt even flink met zijn kop, en botst dan bijna tegen de manta aan. Het dolfijnengekwetter wordt weer luider en ik sein naar Daniel. We zwemmen iets meer richting de pinnacle en ik blijf maar naar boven kijken. We zitten op 12 meter diepte.
Aan de oppervlakte maakt een snorkelaar een rare hoekduik. Huh, een snorkelaar? Het is een dolfijn! En niet een, maar wel vijf! Ze maken snelle bewegingen en slaan hun staart krachtig op en neer.
Wat gaan ze hard! Ze laten zich alle vijf voor de camera naar beneden vallen, om vervolgens al cirkelend om elkaar heen weer naar boven te zwemmen.
Ze draaien nog enkele rondjes om ons heen om er vervolgens weer als een speer vandoor te gaan. Wat zijn ze pijlsnel! Mijn tank begint nu wel behoorlijk leeg te raken, dus we besluiten de safetystop te maken. We stijgen op in een grote school black jacks en een gigantische geelvintonijn schiet er tussendoor.
Onder ons cirkelen de manta’s rond de tweede groep duikers die na ons te water ging. Dit belooft wat, dit was pas de eerste duik!
Middle of nowhere
Aan boord van de Nautilus Explorer ontbreekt het ons aan niets. We maken vier duiken per dag, en tussen alle duiken door hebben we genoeg tijd voor een snack, lunch of heerlijk relaxen op het zonnedek.
De salon en het eetgedeelte zijn gescheiden en er is heel veel ruimte. Iedereen is al opgewonden over de eerste foto- en videobeelden en we zijn pas net onderweg! We blijven twee dagen bij San Benedicto en iedere keer weer genieten we van het gezelschap van de reuzenmanta’s. In de nacht varen we naar Roca Partida waarbij de boot flink heen en weer schudt.
Wanneer ik ’s ochtends mijn hut uit loop, zie ik twee rotsen die uit het water rijzen. ‘Gespleten rots’, de vertaling van Roca Partida, doet zijn naam eer aan. Voor de rest alleen maar een blauwe desolate oceaan.
Het ziet er heel bizar uit, de rotsen reiken niet hoger dan 30 meter. De zon is al langzaam aan het opkomen en kleurt de lucht van zalmroze naar dieprood. Voor de duik geef ik bij Daniel aan dat ik het toch wel enigszins spannend vind om in dit verlaten stuk oceaan te duiken.
Er staat behoorlijk wat stroming en de duikomstandigheden zijn aangegeven als ‘pittig’. Het is echt in de middle of nowhere, het ‘dichtstbijzijnde’ eiland ligt 18 mijl verderop.
Ik zie al doemscenario’s voor me dat ik alleen ergens in de open oceaan drijf. Maar we zijn op alles voorbereid dankzij de crew: we hebben een Nautilus Lifeline mee, een apparaatje waarmee je boven water contact kunt leggen met de liveaboard of schepen op afstand, een SMB en een ‘toeter’ die je aansluit op je inflatorslang.
Daar komt een helse herrie uit. Ook blijven er continu twee RIB’s bij de duikstek. Wanneer ik dit lijstje zo afga, bedenk ik me dat er weinig mis kan gaan.
Vol goede moed laat ik me in het water vallen. Het water is heerlijk kalm, veel minder stroming dan ik had verwacht.
Ik check mijn camera en trek nog even aan mijn schouderbanden. Ja, alles zit goed. Als ik mijn hoofd opricht, zie ik een walvishaai. Wacht. Een walvishaai???
Wat is hij leuk! Het is een baby van een meter of 5, maar wát een schatje. Zijn witte stippen steken fel af tegen het blauwe water. Rustig zwemt hij langs ons heen. Een zijdehaai komt razendsnel aangezwommen en stevent recht op de walvishaai af.
Hij maakt een half rondje langs de pectorale vin van de walvishaai, waarbij hij zijn buik tegen het veel grotere dier schuurt. Later vertelt Arturo dat ze dit doen om zich van parasieten te ontdoen.
Het werkt voor zowel de zijdehaai als de walvishaai. Hij zwemt verder langs de rots, helaas tegen de stroming in – dat is voor ons natuurlijk geen doen.
Hopelijk komen we hem straks weer tegen. Zo groot is deze pinnacle niet. Arturo vertelde dat er allemaal ‘balkonnetjes’ zijn met witpuntrifhaaien. Vol verbazing kijk ik naar de tientallen opgestapelde witpuntrifhaaien die in inhammen liggen van de rots. Ze slapen om nieuwe energie te vergaren voor de volgende nachtelijke jacht.
Een verse lading witpruntrifhaaien zet koers naar de wand en ze parkeren heel netjes in. Allemaal de neuzen dezelfde kant op, de staarten heen en weer zwiepend.
Langs de wall lijkt het wel een snelweg van witpuntrifhaaien, ze zwemmen af en aan heen en weer. Het zijn er wel honderd! Het deert hen totaal niet dat we er zijn.
Een grote zijdehaai komt ook nog even pochen, hij is aanzienlijk groter en breder dan zijn smalle, sierlijke neefjes.
De stroming valt ontzettend mee bedenk ik me, terwijl ik naar boven kijk waar kolkende witte golven tegen de Roca Partida beuken. Een grote schaduw ontneemt me het zicht.
WALVISHAAI!!! Hij is echt heel dichtbij! Ik had hem niet van die kant verwacht, hij is dus gewoon heen en weer aan het zwemmen in plaats van een rondje. Heel veel jacks zwemmen om hem heen.
Wanneer hij uit het zicht verdwijnt, zien we hem weer vanaf de andere kant verschijnen. Huh, hoe doet ie dat zo snel? En wat is ie ineens groot..?
Het is een andere! Wat een kanjer! Zeker 10 meter! Deze zwemt wel een stuk dieper, maar wat een bakbeest. De daaropvolgende duiken zien we alle keren de babywalvishaai, zijn grote broer laat zich niet meer zien.
Op zich niet zo heel vreemd dat hij hier blijft rondhangen, de eerstvolgende interessante mogelijkheid voor hapklare versnaperingen ligt op 80 mijl afstand. Ik val in herhaling, maar wat supervet!
Groots entree
Socorro Island (Ja! Daar is ie dan!) is onze volgende stop. Wederom trotseert de Nautilus Explorer (en wij ook) ’s nachts de golven van de Stille Oceaan.
Bij het opstaan worden we beloond met een schitterend uitzicht op het vulkanische eiland, dat tijdens de zonsopgang langzaam kleurt van bruin, roestbruin tot rood. Socorro Island is de grootste van de archipel en de hoogste vulkaan is hier ook te vinden en telt 1130 meter. Onze liveaboard ligt naast de ‘vinger’ van het eiland, een lange rechte, aflopende wand die deels boven het water uitsteekt.
Dit is een uitloop geweest van de lavastroom toen de vulkaan uitbarstte. De golven beuken tegen de rotsen en zo te zien staat er behoorlijk wat stroming. Rondom deze vinger zullen we gaan duiken want daar bevinden zich poetsstations voor de reuzenmanta’s.
De eerste duik is koud en saai. «Het heeft veel weg van de plas om de hoek bij mij thuis,» grapt een van de Hongaarse duikers.
Er was ook niet meer te zien dan vulkanisch gesteente – dat op zich heel spectaculair is, maar nu even niet – en van de rifvissen worden we ook niet echt heel warm. Een murene? Sorry hoor.
Die kunnen we ook in Egypte zien. Wij willen het grote werk. We zijn verwend. De tweede duik starten we met weinig enthousiasme, zeker omdat we weer op dezelfde plek duiken.
Maar wat is dat? Een walvishaai! Het blijkt een vrouwtje te zijn en een stukje kleiner dan degene bij Roca Partida. We zien haar helaas niet meer terug tijdens de duik.
Vol verwachting zwemmen we verder. Dit is een goed teken! Ik begin de stek stiekem meer te waarderen. De wanden zijn steil en lopen de diepte in. Toch wel heel bizar dat dit allemaal lava was dat zo de zee in stroomde.
Op verschillende dieptes zijn plateaus te vinden waar banner-, puffer-, trompet en clarion engelvissen rondhangen. Die laatste moeten we natuurlijk hebben: waar zijn de manta’s?
Ik blijf daarom maar omhoog kijken, je weet het nooit. En nadat ik voor de zoveelste keer mijn nek verrek… Manta! Twee zelfs!
Een black manta en een chevron! Ze zweven achter elkaar maar net te ondiep om ze goed te zien.
We zwemmen verder naar het poetsstation waar uit het blauw twee chevrons tevoorschijn komen. Ook in een treintje, de achterste is een stuk kleiner. De witte T op hun rug steekt fel af in het elektrisch blauwe water.
Wat zijn ze mooi!
De grootste zwemt recht op alle duikers af, de kleinste heeft daar niet zo’n trek in en zwenkt uit naar rechts, naar Daniel, die alleen in het blauw hangt. De manta stevent op hem af om een meter voor zijn neus zijn witte buik te showen. Het lijkt wel een dans! De groep is bij de andere manta gebleven, we zien hen niet meer.
Wij besluiten hier even te blijven, op zo’n 15 meter, want de kleine manta blijft maar rondjes om ons heen draaien. Waarom weggaan? Het is een onwijs mooi moment, zo met z’n drieën in de blauwe oceaan. Hij verdwijnt even later in de diepte, maar toch blijven we hangen. Je weet het nooit. Na enkele minuten kan ik mijn ogen niet geloven.
Het lijkt wel geheel in scène gezet om een groots entree te maken. De manta’s hebben elkaar weer gevonden, de grote voorop, gevolgd door de kleine.
Ook nu zwemmen ze recht op ons af, mobula’s cirkelen om hen heen en schieten omhoog. Black jacks zwemmen recht uitgelijnd mee onder de buiken. Wauw. Wat een entree.
Alleen de epische muziek ontbreekt nog. Dit heb ik nog nooit zo gezien! We zuigen onze flessen leeg en zelfs als we aan de oppervlakte liggen, zien we de manta’s nog onder ons cirkelen. Alles wat ik over Socorro Island zei, neem ik terug.
Snorkelen met zijdehaaien
«Regel 1: ga nooit het water in als er haaien zwemmen!» Een van de divemasters, Hector, probeert een heel serieus gezicht te trekken bij het uitspreken van deze woorden.
Maar wij moeten heel hard lachen. Want zo meteen mogen we snorkelen met zijdehaaien! Alle dagen zagen we al zijdehaaien naast de boot zwemmen en in de schemering verschijnen er steeds meer.
Vanaf de boot zie ik er al meerdere rustig voorbij cruisen. Ze bewegen zich niet heel sierlijk vind ik, ze stoten bruusk met hun lijf van links naar rechts. Wel hebben ze een serieus formaat van 2,5 meter!
Voorzichtig laat ik me in het donkere water glijden. Enkel Hector heeft een duiklamp mee, er is verder geen groot licht aangezet. Dit om het natuurlijke gedrag van de haaien zo min mogelijk te beïnvloeden. In het schijnsel van zijn lamp verschijnen de haaien af en aan.
Ze zijn nieuwsgierig en zwemmen strak onder je door. Ik snap goed waar hun naam vandaan komt, gezien hun mooie zijdeachtige glans. Ze zien er ook heel zacht uit! Ik denk dat er wel 15 haaien inmiddels om ons heen zwemmen. Verkennend, onderzoekend en nieuwsgierig zijn de juiste woorden voor deze schitterende dieren.
We mogen drie kwartier snorkelen maar ik heb moeite om het water uit te komen. Onze hostess Fabiola staat al klaar met warme chocomelk met rum, die we even later opdrinken in de jacuzzi.
Onder een schitterende sterrenhemel praten we na over onze geweldige encounters. We zien zoveel deze dagen, het is amper te bevatten.
Dolfijnenpret
1,2,3! We laten ons achterover rollen, en terwijl de drie nog na-echoot in mijn hoofd, zie ik een manta onder me… Onze laatste stop is bij San Benedicto, waar we de eerste dagen al schitterende duiken maakten.
Zeker geen straf om de reis hier af te sluiten. Ik kijk naarstig om me heen: net zwommen er al meerdere dolfijnen rond de RIB en aangezien het vroeg is, is de kans groot dat ze zich laten zien.
En dat klopt… Daar is er eentje! Het is een hele grote tuimelaar. Snel zet ik mijn camera aan, hij blijft maar rondjes om ons heen zwemmen! Ik vergeet mijn diepte in de gaten te houden en wanneer de dolfijn in het blauw verdwijnt, moet ik hard lachen.
Ik zit 10 meter dieper… Daar was al voor gewaarschuwd, voor deze ‘Devil Dolphins’: ze houden van het gepiep van duikcomputers en proberen je de diepte in te krijgen. Dat is dus redelijk gelukt, zucht…
We besluiten weer richting de grote vierkante rots te zwemmen – op de juiste diepte. Een chevron manta zweeft onze kant op, en begroet echt even iedere duiker. We zijn met z’n achten en hij blijft maar tussen ons cirkelen.
Hij vindt duidelijk de bellen van onze divemaster Ari ook geweldig, die nu onder het enorme dier hangt.
De manta lijkt zijn vleugels gespreid te houden en laat zich kietelen door de bellen. Nog een manta besluit ons te vergezellen.
Beide nemen steeds andere poses aan of ze willen zeggen, is deze kant beter? Eentje draait een heel rondje om me heen, 360 graden! Zijn oog staart me aan. Ongelooflijk, dit is zo intiem. Hij ziet er zo mooi uit, zo groot en zo zacht.
Hij komt zelfs zo dichtbij dat ik een lichte mep van zijn vleugel krijg. Hij is er niet van onder de indruk aangezien hij gewoon zijn koers aanhoudt en lijkt te zeggen: oh, pardon! Ik hoor de dolfijnengeluiden weer en daar zijn ze! Het zijn er zes! Met een baby!
Ze zwemmen aan de oppervlakte en laten zich loodrecht naar beneden vallen. Eentje zit achter een trevally aan, de arme vis moet het echt ontgelden.
Het is meer een spelletje dan dat de dolfijn hem als prooi ziet, maar de vis zwemt zich helemaal uit de naad.
Ze verdwijnen weer in de diepte, wij blijven op 15 meter. Twee chevrons zwemmen onder ons door en ik zie de dolfijnen om de manta’s heen zwemmen. De babydolfijn krijgt mij in de smiezen en zwemt recht op de camera af!
Wat een dotje! Hij wordt gevolgd door nog twee dolfijnen en wanneer ik ze met mijn camera volg, verschijnt er ook een black manta in beeld… Ik weet niet meer waar ik kijken moet. Als ik 360 graden draai zie ik drie manta’s en zes dolfijnen.
De dolfijnen zwemmen omhoog, laten zich naar beneden tuimelen, cirkelen rond de duikers en showen hun witte buik. Wat zijn ze elegant. De manta’s zweven er tussendoor en begroeten elk op hun beurt weer de bezoekers.
We blijven ondiep zodat we zolang mogelijk met de dolfijnen kunnen spelen.
De manta’s worden een beetje vergeten en zwemmen weer dwars door de groep heen alsof ze zeggen: hallo, wij zijn er ook nog!
Ben ik in beeld? Wanneer we echt weer omhoog moeten, zien we de dolfijnen nog aan het wateroppervlak naar lucht happen. Als ik aan Daniel het ok-teken geef om naar de oppervlakte te gaan, wijst hij achter me. Een black manta! Het houdt niet op.
Bijzonder afscheid
Als toegift hebben we de laatste avond voor de terugtocht nog een walvishaai naast de boot. Snel graai ik mijn spullen bij elkaar: een wetsuit is voor later, straks is ie weg… Dan maar vinnen en enkel een hesje.
Met de RIB worden we naast de walvishaai afgezet en zodra ik in het water lig, zie ik hem al.
Het is een baby! Het deert hem totaal niet, al die snorkelaars. Rustig zwemmen we met hem mee. Hij blijft aan de oppervlakte, waarschijnlijk om zichzelf op te warmen in de zon.
Een zijdehaai komt er ineens snel aangezwommen en schurkt weer tegen de pectorale vin aan. Ongestoord zwemt hij verder.
De kleine walvishaai blijft meer dan een uur naast de boot om vervolgens in de diepte te verdwijnen. Een mooier afscheid hadden we niet kunnen hebben van deze onvergetelijke reis, die nauwelijks in woorden is te bevatten. Socorro is echt duiken tot de max.
Reisinfo
Vanaf Amsterdam vliegen we met AeroMexico/KLM naar Mexico Stad. Daar moeten we twee uur wachten, om vervolgens door te vliegen naar San José del Cabo. De vlucht duurt 1,5 uur. Met een taxi voor 45 dollar rijden we naar Cabo San Lucas in 40 minuten. Vanaf daar vertrekt de liveaboard.
Nautilus Explorer
De liveaboard beschikt over verschillende type hutten. Benedendeks zijn de passagiershutten met twin- of tweepersoonsbedden. Ook is er een driepersoonshut. Allemaal ensuite met een eigen badkamer en wc.
Op het bovendek zijn de superior suites die ruimer zijn dan de standaard hutten met grote ramen, kledingkast en bureau. De Emerald Suite heeft een eigen lounge en badkamer.
Duiken
Per dag maak je vier duiken, behalve op de dag wanneer je gaat snorkelen met de zijdehaaien, dan zijn het er drie. De Nautilus Explorer beschikt over een groot duikdek waar je de hele reis je eigen plaats hebt.
We duiken in groepen van maximaal acht personen en een duikgids. Per dag duikt een andere groep als eerste.
Op het duikdek is een grote cameratafel waar de fotografen een eigen plek krijgen toegewezen. Alles blijft hier droog en je hebt je eigen elektriciteitsaansluitingen.
Snorkelen met mobula’s
Van mei tot en met juli komen de mobula’s naar Cabo San Lucas voor voedsel en om zich voort te planten. Nautilus Cabo Dive Center, dat valt onder Nautilus Adventures, vind je in de marina en biedt dagelijks trips aan. Kosten: € 85 dollar. www.cabodivecenter.com
Tip
We verbleven twee dagen in Cabo San Lucas en hebben een hele mooie wandeling gemaakt naar een uniek stukje natuur. Vanaf de marina loop je in 10 minuten naar het Solmar Resort, waar je gratis naar binnen kunt.
Loop vervolgens langs het strand naar links en beklim de rotsen die toegang bieden naar Divorce Beach – met stevige schoenen is dit prima te doen. Het zandstrand is prachtig en de rotsformaties spectaculair.
Vanaf Divorce Beach bereik je ook Lovers Beach waar je kunt zwemmen. Deze plek is uniek: Divorce Beach ligt namelijk aan de Stille Oceaan, Lovers Beach aan de Zee van Cortez.
Watertemperatuur
In november is de watertemperatuur rond de 26 graden, in januari tot maart kan het dalen tot 22 graden. In juni was de watertemperatuur 23/24 graden en in een 7 mm met cap doken we heel comfortabel.
Tekst: Judith Rietveld Foto’s: Daniel Versteeg
30 mei 2022: DUIKEN-Lezersreis naar Socorro.
Vanaf € 2925 per persoon voor 8 nachten aan boord van de Nautilus Explorer, prijs is inclusief vlucht.
Deze lezersreis boek je exclusief bij Diving World.