Rifhaaien blijven niet hun hele leven op dezelfde plek, ze gebruiken verschillende habitats tijdens verschillende perioden in hun leven. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research in Caribisch Nederland. Deze bevindingen hebben mogelijk consequenties voor het effectief beheren en beschermen van deze bedreigde diersoorten.
Caribische rifhaaien
Onderzoekers hebben op 376 plekken in de wateren van Saba en Sint Eustatius camera’s geplaatst op het rif. Het blijkt dat daar vooral juveniele verpleegsterhaaien en Caribische rifhaaien rondzwemmen: jonge haaien die nog niet geslachtsrijp zijn. “We hebben bijna geen volwassen haaien waargenomen”, zegt onderzoeker Twan Stoffers. “We denken dat de dieren dit rif als kraamkamer gebruiken en later naar andere leefgebieden trekken.”
Hele levenscyclus veilige omgeving
Dat verhuizen van de haaien gedurende hun leven heeft ook consequenties voor het beheer en de bescherming van deze bedreigde diersoorten. Het in 2015 opgerichte haaienreservaat Yarari bevat zowel koraalriffen en diepe wateren rondom Saba, de Saba Bank en St Eustatius, maar de resultaten van dit onderzoek suggereren dat de bescherming van de rifhaaien alleen effectief is als er een groter netwerk van beschermde gebieden omheen ligt.
“Voor deze soorten blijkt het belangrijk te zijn om niet alleen te focussen op het ondiepe rif, maar juist ook op de wat diepere en verdere habitats”, zegt onderzoeker Leo Nagelkerke, “om zo de rifhaaien gedurende hun hele levenscyclus een veilige omgeving en goede verbindingen tussen riffen te bieden.”
Verschillende leefgebieden rifhaaien
De onderzoekers verwachten dat de rifhaaien niet in de buurt van de onderzochte riffen blijven als ze volwassen worden, maar tussen de eilanden gaan migreren. Daarover is alleen nog weinig bekend. Wel zeker is dat haaien in staat zijn om enorme afstanden te overbruggen en dat ze kwetsbaar zijn op het moment dat ze wegtrekken.
Het onderzoek, dat is gepubliceerd in het wetenschappelijke journal Marine Ecology Progress Series, laat zien dat de rifhaaien al verschillende gebieden gebruiken tijdens hun jonge leven. “Jonge haaien hebben we veel gezien in het ondiepe complexe rif, terwijl we de oudere juvenielen veel vaker verder van het rif hebben gezien”, zegt Stoffers. ” Zij bevonden zich bijvoorbeeld in de zeegrasvelden en in de diepere delen van het rif, tot wel 65 meter diep.”
Tekst: Wageningen University
Foto’s: Melanie Meijer-zu-Schlochtern (leadfoto: Caribische rifhaai); Wiebke Homes; Erwin Winter
Bron: Nature Today