Als duikgids wordt van je verwacht dat jij je gasten de mooiste en opvallendste dingen toont. Ik kan je vertellen dat het niet altijd even makkelijk is. Nu zijn we behoorlijk getraind in het vinden van bijzonderheden, maar dat wil niet zeggen dat we ook alles zien. Sterker nog: soms heb ik echt geen idee en dan voel ik me een enorme hork. Dat horkgevoel bekroop me ook tijdens een duik in Indonesië, in het prachtige Raja Ampat.
Tekst en foto’s: Anke Westerlaken
Raja Ampat is een gebied in het oosten van het 17.000 eiland tellende Indonesië en staat bekend om zijn enorme biodiversiteit. Van pijpvisjes en reuzenmanta’s tot 70 procent van alle bestaande koraalsoorten; echt waanzinnig! Ik hoef dan ook niet lang na te denken om een klus in Indonesië aan te nemen. En zo beland ik op de liveaboard SY Indo Siren, waar ik als manager en gids een paar maanden aan de slag kan.
Goed in navigatie
Tijdens mijn eerste weken is een van onze lokale gidsen ziek, hij wordt geteisterd door een flinke griep en verkoudheid. En dus vraagt hij mij om zijn duiken over te nemen. Ik ken de duikstekken nauwelijks en heb nog maar een paar duiken ter plekke gedaan, omdat ik me eerst op het management van het schip heb gestort. Maar ik ben goed in navigatie en met sterke stromingen, dus waarom niet?
In Indonesië lopen stromingen op tot 8 knopen en dat is behoorlijk pittig. Als je je bedenkt dat een normale duiker tegen zo’n 0,3 knoop in kan zwemmen, snap je dat deze stroming je makkelijk in de problemen kan brengen. Dat is dan ook de reden dat iedereen daar in kleine groepjes met een gids duikt. De eerste duik die ik moet gidsen is op een stek die Andiamo heet, in het zuiden van Raja. Mijn collega-gids Inyo doet de briefing en legt uit dat we net vlak bij een klein eiland op een onderwaterberg gaan springen, de top ligt op ongeveer 6 tot 8 meter. De stromingen eromheen gaan alle kanten op, maar zolang je het rif naast de berg volgt kom je vanzelf bij het eiland.
Oogje in het zeil
Omdat ik de stek nauwelijks ken, regel ik dat ik als tweede van de drie groepen zal vertrekken. Ik vraag de andere gidsen om een oogje op mij te houden. En als ze een pygmeezeepaardje zien, me deze aan te wijzen. Stom genoeg heb ik er nog niet een gezien en onze gasten zijn dol op ze. Zo gezegd, zo gedaan. In no time rollen we achterover van de zodiac het water in, recht boven de top van Andiamo. De stroming is heerlijk, niet te sterk en toch interessant.
Ik daal af en controleer of iedereen in orde is voordat ik het rif aan de rechterzijde pak. Voor me zie ik onze eerste duikgroep met Stefanos als gids en ik houd in de gaten waar zij uitvoerig blijven hangen. Beter goed gejat dan slecht gezien, denk ik en dus volgen wij hun route. Op een gegeven moment laat Stefanos een paarse waaierkoraal zien die verticaal in een opening hangt.
Pygmeezeepaardje
Ik vermoed dat daar wel eens zeepaardjes in zouden kunnen zitten en langzaam komen we dichterbij. Zodra de eerste groep klaar is, signaleert Stefanos dat ik dichterbij moet komen. Hij geeft mij het signaal voor pygmeezeepaardje en ik juich vanbinnen. Dat is super; van die piepkleine zeepaardjes, wie wil dat nou niet zien? Hij wijst me een gebiedje aan van 30 bij 30 centimeter. Een van mijn gasten komt dichterbij en ik geef aan dat er pygmeezeepaardjes zitten, hij glimlacht. Samen kijken we indringend naar het koraal… beweegt daar iets?
Zitten ze aan de andere kant? Ik zie echt niets. Ook de andere duikers van mijn groep komen kijken, maar geen van ons ziet iets dat op een zeepaardje lijkt. Ik leg met mijn handen uit dat er zes zouden moeten zitten, maar dat ik blijkbaar blind ben. Ik hoor mijn gasten onder water lachen. Ach ja, je kunt nu eenmaal niet alles hebben. We zetten onze duik voort. Los van de gemiste zeepaardjes hebben we echt een superduik met zeeslangen, steenvissen, barracuda’s en nog veel meer. Na de duik lachen we nog eens heerlijk om het missen van de zeepaardjes.
Wat zijn ze klein…
De daarop volgende trip gaan we weer naar Andiamo en natuurlijk ben ik er op gebrand om de zeepaardjes te vinden. Met mijn camera in de aanslag en niet-gidsend, zwem ik regelrecht naar diezelfde paarse sea fan. Ik heb inmiddels geleerd dat de kleine diertjes zich vermommen door dezelfde kleur en structuur aan te nemen als het koraal. Na heel goed turen en elk stukje koraal heel goed bekeken te hebben, zie ik ze eindelijk. Gevonden!
Wat zijn ze klein… maar ik heb ze! Sindsdien ben ik een stuk behendiger geworden in het vinden van deze kleine paardjes. Het is nog steeds niet eenvoudig, maar oefening baart kunst. Zo zie je maar weer: ook voor een duikgids zijn er nog vele schatten te ontdekken. Love life… Blow bubbles…