Weinig ervaring en te verlegen. Lezeres Maaike heeft nog niet veel duiken op haar naam staan en vertelt over een minder fraaie duik.
Mijn verhaal gaat over een duik die ik alweer een tijdje geleden maakte. Het is mijn 25e duik en ik heb nog maar net mijn Advanced Open Water Diver gehaald. Het is ook de eerste keer dat ik een duik maak bij een duikschool die ik nog niet ken. De omgeving en alle duikers zijn totaal nieuw voor me. Maar ik denk bij mezelf: wie niet waagt, wie niet wint. Ik ben op dit moment nog relatief verlegen en benader mijn toegewezen duikbuddy niet rechtstreeks en communiceer ook niet openlijk over hoe (on)ervaren ik ben (fout 1).
Te verlegen om te vragen
Ook wordt alleen gevraagd naar mijn brevet en niet naar mijn daadwerkelijke (aantal) duiken en ervaring (fout 2). Ik moet alle uitrusting van de duikschool lenen en maak de fout om een grotere maat neopreenpak te kiezen dan ik normaal zou dragen (fout 3). Dat gebeurt met de gedachte: Ā«Het is jouw vakantie en dan hoef je jezelf er niet zo in te persen ten overstaan van al die andere duikers.Ā» Op de planning staat een duik naar 25 meter en mijn wetsuit is me echt veel te groot… Maar ik ben te verlegen om te vragen of ik allicht een ander en kleiner natpak mag. Ik wil beslist de duik maken (fout 4).
Maar 20 minuten duiken
In het begin kom ik niet eens onder water, daarom geeft de gids me meer lood. Eenmaal onder staat er een lichte tot middelmatige stroming en we moeten hier tegenin duiken. Dat is helemaal niet zo eenvoudig met het veel te grote wetsuit en BCD, mijn weerstand is hierdoor natuurlijk veel te hoog. En door de verhoogde inspanning is mijn luchtverbruik ook veel hoger dan normaal. Slechts 20 minuten duurt mijn duik, en ik moet alweer opstijgen. Wat een teleurstelling!
Bloedneus
Een stel dat ook deze duik heeft geboekt, heeft hetzelfde probleem. Met zān drieĆ«n stijgen we langzaam op terwijl de rest van de groep de duik voortzet. Aan onze boot hangt een decolijn van 15 meter, waar we ons aan vasthouden om een veiligheidsstop te maken. Terwijl we onszelf vasthouden aan de lijn, schiet een loodpocket van de vrouw uit haar trimvest en we stijgen met zijn drieĆ«n tegelijk op naar de oppervlakte zonder een veiligheidsstop te kunnen maken (fout 5). De bemanning van de duikboot pikt ons op en helpt om de uitrusting af te doen. Nadat de rest van de groep is verschenen, worden we naar een tweede duikstek gebracht. Wij drieĆ«n krijgen de keuze om te duiken of aan boord van de boot te blijven. Ik voel me wel ok, ik ben alleen gefrustreerd over de eerste duik. Met de vrouw daarentegen gaat het helemaal niet goed. Ze is zo ziek dat ze meerdere keren moet overgeven en heeft ook een bloedneus. Ze moet eigenlijk direct naar een dokter (fout 6).
lesje geleerd
Op deze duikdag zijn veel dingen misgegaan die niet hadden mogen gebeuren. Sinds die duik ben ik veel opener in mijn communicatie bij het duiken. Ik hul me niet meer in stilte en ik kijk zoveel mogelijk naar de meer ervaren duikers. En, zoals we allemaal weten: domme vragen bestaan niet! Daarnaast ben ik veel zorgvuldiger geworden als het gaat om de buddycheck en wissel ik veel meer informatie uit met mijn duikpartner voor een duik. Niet alleen over de uitrusting, maar ook over mijn fysieke capaciteit, het aantal duiken, favoriete duikplekken en misschien, als er nog tijd over is, ook over mijn favoriete bier.
Fout 1: Zwijgen is zilver, spreken is goud.
Dit geldt met name in een sport waarin je afhankelijk kunt zijn van je buddy en wiens hulp het verschil kan maken tussen leven en dood. Open en actieve communicatie is belangrijk in de duiksport. Gewoon al om erachter te komen welk ervaringsniveau je duikbuddy heeft.
Fout 2: Het aantal duiken zegt niet alles over je duikervaring
De gids en duikinstructeur kunnen hier echter wel conclusies uit trekken: heb je bijvoorbeeld voldoende stromingservaring of ben je al in vergelijkbare, uitdagende omstandigheden geweest? Hier ligt wel een duidelijke fout aan de kant van de duikschool en de gids. Vertel altijd over je eigen ervaring. Daar help je de hele duikgroep mee.
Fout 3: Te groot of te klein?
Beide situaties met je uitrusting leiden tot ongemak, wat op zijn beurt de eerste factor kan zijn in een kettingreactie met een negatieve afloop. Laat je niets aanpraten! Niemand kent jou beter dan jijzelf en bovendien betaal je ervoor!
Fout 4: Doe je mond open!
Praat, stel vragen en wees kritisch – zelfs met het risico om als een lastige klant te worden bestempeld. Het is jouw (duik)leven, excursie en vakantie.
Fout 5: Verkeerde decolijn
Als er een decolijn is om je aan vast te houden, moet deze altijd voorzien zijn van voldoende contra-lood zodat zoiets, als in dit verhaal is beschreven, niet kan gebeuren. Waarom alle drie de duikers doorschieten naar het wateroppervlak, is een raadsel. Als je je aan een decolijn vasthoudt, is het altijd aan te raden om een licht negatief drijfvermogen te hebben. Zo voorkom je een ongewilde opstijging. Dit lukt alleen als je vanaf het begin al voldoende gewicht bij je hebt en dat je tijdens het duiken niet al op de grens van positief drijfvermogen zit, ondanks dat je trimvest volledig leeg is.
Fout 6: Duidelijke communicatie
Het incident had duidelijker gecommuniceerd moeten worden. De duikgidsen hadden zeker moeten reageren. Op een diepte van 25 meter kun je relatief snel in het gebied van verplichte decompressie of in de decompressielimiet komen. En al helemaal als de laatste 15 meter van de opstijging te snel gaat, moet je alert reageren. Zuurstoftoediening en observatie van de getroffen duiker is dan de eerste stap. Gevolgd door een bezoek aan een arts. Als de getroffen duiker deco-symptomen zou hebben gehad, was het raadzaam geweest om onmiddellijk aan de terugreis te beginnen.