Na al mijn duiken onder de Belgische gewelven, restte me enkel nog de laatste afgesloten mijn: de zwarte marmergroeve van Anhée. In België zijn een aantal sites afgesloten met een hek, waaronder deze marmergroeve. Toch krijgen we de sleutel in handen om de groeve te verkennen…
Tekst en foto’s: Stefan Panis
Eindelijk is het zover: ik vertrek richting Anhée. Hoe we toch toegang hebben verkregen? Mijn club is aangesloten bij de werkgroep grotduiken van het Verbond van Vlaamse Speleologen en onder het beheer van Union Belge de Spéléologie. Leden hiervan kunnen via hun club de sleutel van het hek reserveren. Anhée ligt slechts op enkele kilometers van het mooie Dinant. De mijn zelf ligt vlak bij de baan, waar restanten van oude muurtjes al doen vermoeden dat iets verderop de ingang van de ondergrondse mijn is.
Koninklijk Paleis van België
Ik fantaseer even over lang vervlogen tijden, toen hij nog in volle expansie was. Dat moet imposant geweest zijn. Over de historie van deze mijn is weinig terug te vinden. Het is enkel bekend dat het marmer van ’s werelds beste kwaliteit was en dat het onder andere werd gebruikt in het Koninklijk Paleis van België.
De ontginning van zwart marmer in deze streek gaat zelfs terug tot in de Romeinse tijd. Vandaag heb ik afgesproken met Jer Waelkens, een ervaren Waalse grotduiker die vaker in de mijn heeft gedoken. We openen het hek en we krijgen toegang tot een imposante ruimte met schuine wanden. Wat opvalt, is een grote opening in het plafond, een mooi gezicht. Iets verderop, voorbij een massieve steunpilaar, lopen we in het donker verder naar beneden waar het water begint.
We gaan een aantal keer heen en weer om de sidemountflessen en de camera ter plaatse te brengen, voordat we onze droogpakken aantrekken en ons klaarmaken voor de duik. We glijden het water in en na een klein muurtje splijt de bodem waardoor een kloof ontstaat waar Jer graag even poseert. Geen slecht begin als je het mij vraagt!
Vrij opstijgen
De lijn die in de mijn is gelegd, maakt een circuit dat start over de bodem om dan via het plafond terug te keren. De mijn is niet erg groot. In het eerste deel kun je in het meer nog vrij opstijgen en in de tweede kamer zweef je echt onder de gewelven door.
We vervolgen de duik en overal spot ik mooie objecten die voor mij als fotograaf de moeite waard zijn om even vast te leggen. Ik zie buizen vol roest, de resten van het spoor en opgestapelde stenen die een muurtje vormen. Dan trekt een minuscuul object mijn aandacht.
Het is een oude ampul van een onderwaterflitser. Ik vraag me af of die van Marc Jasinski zou zijn, die al in 1958 in de mijn dook. In zijn boek Plongées sous la terre uit 1960 staat zelfs een foto van Ahnée.
Plafond
Verderop naast het spoor liggen grote blokken in een rij. Ik vermoed dat ze klaar lagen om uit de mijn te worden gehaald. Dan komen we aan op het keerpunt, waar de lijn omhoog loopt richting het plafond.
Hier kunnen we mooi zien hoe moeilijk het moet zijn geweest om de blokken eruit te halen met de schuine wanden. Roestige pinnen en de nerven van waar gekapt werd, geven echt het mijngevoel.
Tegen het plafond van de driehoekige kamer zitten kleine luchtpockets die voor een mooie weerspiegeling zorgen als we er met de lamp op schijnen. Een klein uurtje later komen we terug boven van een mooie duik.
3D-Topografie Anhée
Een tijdje later vraagt mijn buddy Dirk Roelandt me of ik nog een aantal zaken wil verifiëren door een paar foto’s te nemen. Hij is namelijk jaren eerder al gestart met een 3D- topografie van de mijn. Reden genoeg om met de Outcast Explorers een dagje terug te keren.
We gebruiken die dag ook om onze touwtechnieken aan te scherpen en we dalen af via het gat in het plafond van de grote zaal, terwijl Dirk in zijn kano de maten van de zaal opmeet. Weer een mooie dag en als ik wat later de topo te zien krijg, is het een prachtige aanvulling. Zo kun je de duik virtueel nog eens over doen.