De Grevelingen is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse delta en kent een turbulente geschiedenis. In het Grevelingenmeer leven talloze vissoorten: van botervissen tot zeepaardjes. Al deze vissoorten werden recentelijk in kaart gebracht door Bureau Waardenburg, Stichting RAVON en Stichting ANEMOON in opdracht van Staatsbosbeheer.

Door de aanleg van de Deltawerken werd dit estuarium, een riviermond waar zout zeewater en zoet rivierwater bij elkaar komen, afgesloten van zowel de rivieren als de Noordzee. Daarmee ontstond in 1971 het Grevelingenmeer; een zout meer met stilstaand water. Deze afsluiting had grote gevolgen voor de waterkwaliteit, de visrijkdom en daarmee voor alle planten en dieren in het gebied.

Jaren later is de natuurkwaliteit sterk verbeterd. In de Grevelingen komt nu veel leven samen: boven water vind je legio vogels en planten, terwijl onder water vissen en zeezoogdieren floreren. Ook onbekende soorten, zoals zakpijpen, zeesterren, zeedruifjes, borstelwormen en schelpdieren. Maar het kan nóg beter.

De leefgebieden

De kwaliteit van leven voor de vissen hangt samen met de beschikbaarheid en bereikbaarheid van verschillende typen leefgebieden. Voor een rijkere en meer gevarieerde visstand in de Grevelingen is het nodig om de leefgebieden te beschermen, te herstellen en vooral ook uit te breiden.

Zandbodems worden vooral door bodemvissen zoals platvissen (tong, bot) en grondels gebruikt voor het vinden van voedsel. Helaas vindt er ’s zomers regelmatig sterfte plaats. De bodemvissen – en hun voedsel – stikken door het lage zuurstofgehalte in de onderste regionen van het water: het Grevelingenmeer stroomt vanwege de afsluiting van rivier en zee namelijk niet goed door. Meer stromend water zou dit probleem logischerwijs voorkomen.

Anderen lezen ook:  Top 15 #suuntofotostory fotowedstrijd

Schorranden vormen een uitstekend opgroeigebied voor jonge vis, zoals zeebaars en platvisjes. Dit leefgebied is vrij ondiep en het water warmt daarom snel op. Er is veel structuur om te schuilen en voedsel is ruim aanwezig. Toename van de nu beperkt aanwezige schorranden draagt bij aan de omvang van dit belangrijke leefgebied.

Schelpdierbanken bieden een harde structuur met veel schuilplaatsen. De rijke variatie trekt vele vissoorten aan, zoals de botervis, zwarte grondel, gehoornde slijmvis en zeedonderpad. Ze komen hier om te schuilen, voedsel te vinden en te paaien. De soortenrijkdom van vis, maar ook van andere soorten, is hoog op deze banken. Ze zijn van groot belang voor vis. Het behouden van bestaande, maar ook het stimuleren van de ontwikkelmogelijkheid van nieuwe banken, is van groot belang.

Zeegrasvelden bieden structuur en bescherming voor jonge vissen en zijn rijk aan voedsel. Soorten als het zeepaardje en de zeestekelbaars zijn gehecht aan dit leefgebied. Zeegras was vroeger in grote delen van de Grevelingen aanwezig, nu is het verdwenen. Herstel van dit leefgebied is dan ook belangrijk voor het verbeteren van de visstand, en voor het zeepaardje in het bijzonder.

Verbindingen

Naast herstel van leefgebied is het belangrijk om gedegen maatregelen te nemen, zoals het verbeteren van verbinding tussen wateren. Dit is vooral goed voor trekvissen, die zich weer vrij kunnen bewegen: van zoete rivieren tot zoute zee, en van Hollandse polders tot ver over de landsgrenzen heen. Deuren die vijftig jaar lang gesloten waren, weer openen.

Door het herstel van de verbinding met de Noordzee komt er meer doorstroming in het water, wat de kwaliteit van de zandbodems én de migratiekansen voor trek- en zeevissen bevordert. Verbeterde aanvoer van plankton en voedingstoffen stimuleert de functie als kraamkamer van het meer. Met de aanleg van de Grevelingendam in 1964 stopte de toegang tot de rivieren. De aanleg van een vismigratierivier zou de vissen weer van de zoute Grevelingen toegang tot het zoete Volkerak en de achtergelegen rivieren geven. Door jaarronde openstelling van de Flakkeese Spuisluis, die de Grevelingen met de Oosterschelde verbindt, kan de soortenrijkdom worden verbeterd.

Anderen lezen ook:  Walvishaai legt recordbrekend lange afstand af

Instroom van zoet polderwater wordt nu gereguleerd door gemalen en stuwen. Een nieuwe verbinding met de polders levert een kleine, maar belangrijke zoet-zoutovergang op. Vispassages zijn een passende maatregel voor trekvissen zoals driedoornige stekelbaars; zij trekken graag de polders in op zoek naar voedsel en om op te groeien.

Meer informatie

Wil je meer weten over het Grevelingenmeer? In het rapport Vis in Grevelingen (pdf; 5,2 MB) lees je alles over de visleefgebieden, de visgroepen, de rol in het voedselweb en hoe Staatsbosbeheer de vissen wil gaan helpen.

Tekst: Staatsbosbeheer

Foto: Janny Bosman

Bron: Nature Today

Ook interessant voor jou:

Lees gratis de digitale special DUIKEN in Nederland

Zeehond Nylon weer terug in de Waddenzee