Met behulp van satellietbeelden zijn walvissen te tellen vanuit de ruimte. De WorldView-3 kan zó ver inzoomen, dat verschillende soorten te onderscheiden zijn. Wetenschappers hopen zo het gedrag van walvissen beter te kunnen onderzoeken.
Dankzij de hoge resolutie satellietbeelden konden onderzoekers van het British Antarctic Survey (BAS) vier verschillende walvissoorten opsporen, tellen en bestuderen. Deze methode is een grote stap om tegen relatief lage kosten het gedrag van walvissen te onderzoeken, zelfs in de meest ontoegankelijke gebieden. Dat blijkt uit een studie die deze week werd gepubliceerd in het blad Marine Mammal Science.
De walvissoorten werden opgespoord in hun eigen habitat: de zuidkaper bij Argentinië, bultruggen bij Hawaii, de gewone vinvis in de Middellandse zee en de grijze walvis voor de kust van Mexico. Het team van BAS onderzocht de satellietfoto’s in zeven gebieden, in totaal meer dan 5000 vierkante kilometer groot.

Vinnen en staarten

Walvisonderzoekers hebben al tien populaties ontdekt in ontoegankelijke gebieden. “Veel gebieden zijn moeilijk bereikbaar per boot, zoals op de traditionele manier wordt geteld. Deze nieuwe methode kan ons helpen om de walvis beter te beschermen”, zegt onderzoeker Hannah Cubaynes van het BAS.
Deze studie is mogelijk dankzij satelliet WorldView-3. Deze satelliet is in staat scherpe beelden te maken van het aardoppervlak, met pixels van 30 bij 30 centimeter. Daarmee kunnen de wetenschappers voor het eerst goed vinnen en staarten onderscheiden.
Al laat de ene soort zich makkelijker identificeren dan de ander. De grijze walvis is makkelijk te herkennen, omdat hij qua kleur verschilt van het water. Bultruggen bijvoorbeeld vallen meer weg tegen de achtergrond. En nog een complicerende factor: ze springen zo vaak in en uit het water dat de spetters hun vorm vervagen.

Beeld: Digital Globe Grijze walvissen volgen vanuit de ruimte met een Satelliet in de San Ignacio Bay in Mexico

Scherper mag niet

Het is niet voor het eerst dat onderzoekers satellieten gebruiken voor het tellen van walvissen. In 2014 probeerde de Cambridge universiteit het al op die manier met de WorldView 2 –satelliet. Omdat die minder scherpe beelden aflevert, was het moeilijker om soorten te onderscheiden.

Anderen lezen ook:  Duizenden oesters uitgezet in de Noordzee

Opvolger de WorldView 3 fotografeert de aarde vanaf een hoogte van gemiddeld 617 kilometer. Hij werd in augustus 2014 gelanceerd. Sinds 2015 mag de satelliet pixels schieten van 30 bij 30 centimeter in de werkelijkheid. Met een infraroodmeter mag de satelliet beelden van 7,5 bij 7,5 meter maken. Scherper is wettelijk niet toegestaan. Alleen defensiesatellieten mogen verder inzoomen.

Bron: HLN

Bekijk ook: WWF onthult Japanse walvisjacht in beschermd gebied