Niet alleen in het Nederlandse deel van de Noordzee liggen vele oorlogswrakken, ook in het Belgische deel. Duik De Noordzee Schoon besluit om ook bij onze zuiderburen de handen uit de mouwen te steken en meerdere Belgische oorlogswrakken te ontdoen van spookvisnetten. Expeditieleider Ben Stiefelhagen doet verslag.

Tekst: Ben Stiefelhagen Foto’s: Joost van Uffelen

Aan de slag op Belgische oorlogswrakken

De MV Birkenfels is onze eerste stop. Dit schip zonk op 7 april 1966 door een aanvaring met de Duitse MV Marie Luise Bolten in de dichte mist. Alle 49 opvarenden konden door dit schip worden gered en in Rotterdam op de wal worden gezet.

De MV Birkenfels is 156 meter lang, 18 meter breed en steekt 15 meter uit het zand. De bovenkant van de vier grote laadmasten komen tot 15 meter diepte en zijn volledig begroeid met anemonen en wieren. De lading zit nog voor een deel in de vrachtruimen en bestaat uit plastic flessen met olie, jeeps, auto’s, tractoren, accu’s, toiletten en waskommen.

Om hier te gaan duiken, blijkt een goede keus te zijn. Het zicht zo dicht bij het Engelse Kanaal is spectaculair! Met een flinke sprong komen we in de koele Noordzee terecht, altijd een heerlijk moment. We hebben hiernaar verlangd.

Het aanbod van netten en afval is zo groot dat we twee dagen op de Birkenfels blijven duiken.

Drie hoge masten

Als we afdalen, zien we van dit enorme wrak al snel de drie hoge masten van ongeveer vijftien meter hoog opdoemen. Hieraan zijn de laadbomen bevestigd, zodat dit schip geen havenfaciliteiten nodig had, maar zelf haar lading kon laden en lossen. Het wrak is ruim 137 meter lang, meer dan 17 meter breed en de romp acht meter hoog.

De Birkenfels staat mooi rechtop op de zeebodem. Het grote hoofddek bevindt zich op 25 meter, zodat we hier met EANx35 in onze dubbel 12 flessen meer dan een uur kunnen verblijven. Het is een feest om hier te duiken! Grote scholen zeebaarzen, duizenden steenbolken en een enkele kabeljauw zwemmen om ons heen.

Op het dek wandelen grote kreeften en krabben. Bijzonder zijn de grote spinkrabben die we nog niet eerder in de Noordzee hebben waargenomen. Door de klimaatverandering wordt het zeewater warmer en komen er invasieve soorten met het ballastwater mee, waardoor de biotoop in de Noordzee langzaam verandert. Op dit wrak wordt veel gevist, dat is snel duidelijk.

Bijzonder! Grote spinkrabben hebben we nog niet eerder waargenomen in de Noordzee.

Vislijnen

Overal versperren de dunne nylon vislijnen onze route en we moeten constant onze messen gebruiken om de zwemweg veilig te maken. In een van de vrachtruimen ontdekken we honderden witte plastic flessen gevuld met olie, die daar onder het laadruim ronddrijven. Deze smerige olie blijkt vaak op de stranden aan te spoelen na stormachtige dagen. Dat geeft ons weer te kennen dat de golven tot deze diepte, 25 meter, komen.

We vullen hier een paar postzakken mee. Dat ruimt lekker op! Het aanbod van netten en afval is zo groot dat we twee dagen op de Birkenfels blijven duiken terwijl de Big Bags aan dek steeds voller worden. Eddy Beerten, onze Belgische duiker, heeft het bijzonder naar zijn zin om dit wrak eens flink “op te kuisen”.

Hij wordt glansrijk de nummer 1 met het vullen van de meeste postzakken onder water. Logisch, omdat hij veel publiek heeft dat constant om hem heen blijft zwemmen en blij is dat hun verblijfplaats zienderogen opknapt…

In een van de vrachtruimen ontdekken we honderden witte plastic flessen gevuld met olie. Ze drijven overal rond in het laadruim.

Onderzeeboot HMS-10

Het wordt tijd om andere wrakken te bezoeken. De MS Tender, ons expeditieschip met kapitein Frank en stuurman Eddy, brengen ons team snel en veilig naar hydrografie wraknummer 2860. Volgens opgave van www.wrecksite.eu moet hier het wrak van Engelse onderzeeboot de HMS-10 liggen.

Anderen lezen ook:  Nionplas clean-up duik 2018

Deze is gebouwd in Canada in 1915 en deed dienst voor de British Royal Navy. Met haar lengte van 46 meter en een breedte van bijna 5 meter, was het destijds een middelgrote onderzeeboot. De bewapening bestond uit acht torpedo’s en een dekkanon om oppervlaktedoelen uit te schakelen.

Tijdens een patrouille is deze onderzeeboot op 19 januari 1918 verloren gegaan. Nu rust dit wrak op 32 meter diepte omgeven door een veelheid aan zeeleven op de bodem. We dalen af langs de lijn en zien vanaf 15 meter diepte de grote grijze schaduw langzaam meer vorm en kleur krijgen.

De toren is niet meer aanwezig en op de plek waar deze had gestaan, rest een groot gapend gat. Waarschijnlijk is deze bronzen toren er door een zwaar sleepnet van een sterke viskotter afgetrokken. Het verbaast mij telkens weer hoe goed deze ruim 100 jaar oude onderzeeboten nog eruitzien.

De buitenste huidplaten zijn weggeroest en de afsluiters, leidingen en kabels liggen bloot. Maar de grote cilinder, de drukhuid, is helemaal gaaf en door de cilindrische vorm ook ontzettend sterk.

Anemonen bezitten bijna ieder stukje scheepshuid van de HMS-10.

Levensgevaarlijk werk

Deze onderzeeboten zoals de HMS-10, konden in de Eerste Wereldoorlog dieptes van 50 tot 60 meter halen. Ze voeren boven water en als de vijand naderde, verdwenen ze onder het wateroppervlak waar ze maximaal 60 minuten konden verblijven.

Dan was het zuurstofpercentage zover gedaald dat ze moesten opkomen. Een bijzonder gevaarlijk moment, omdat je dan kans liep om ontdekt te worden. Via een snorkel moesten de luchttanks worden gevuld en de compartimenten geventileerd.

De kans om het als bemanning te overleven, was niet veel meer dan 30%. In de propagenda leek het alsof de meest heldhaftige kerels dit werk zelf uitkozen, maar de realiteit was dat als je uit een arm gezin kwam, je onderaan de ladder stond en gedwongen werd om dit gevaarlijke werk te doen.

30 bemanningsleden

Als ik naar binnen kijk, zie ik voor me hoe de bezweette jongemannen, soms niet ouder dan 17 jaar, hard werken voor een karig loon. Met meer dan 30 bemanningsleden in deze kleine cilinder was er totaal geen privacy. De matrozen moesten zelfs hun kooi delen met degene die op wacht moest.

Douchen en wassen was haast niet mogelijk en de atmosfeer in de boot was altijd vochtig en klam. Na een paar weken op zee liep iedereen te hoesten en was brak door het eenzijdige voedsel en gebrek aan frisse buitenlucht. Nu ligt hun laatste rustplaats er vreedzaam bij.

Anemonen bezitten bijna ieder stukje scheepshuid van de HMS-10 en de altijd aanwezige steenbolken vonden hier een veilige schuilplaats. Grote stukken afgescheurd visnet hangen over de voor- en achterkant van dit wrak. In de afgelopen 100 jaar is menig schipper met zijn netten achter dit toen nog onbekende voorwerp blijven hangen.

Tegenwoordig staat de HMS-10 vermeld op alle zeekaarten zodat de schippers er met een boog omheen varen. Ons team vult acht postzakken met de meest schadelijke netten, staandwant, vislijnen en vislood. Het wrak ziet er na deze clean-up een stuk veiliger uit. We zijn weer een mooie duik rijker.

Tussen al het schroot zit verrassend veel zeeleven zoals deze gehoornde slijmvis.

Nieuwe soorten

We hebben veel geluk met het weer en het goede onderwaterzicht deze expeditie. We duiken vanaf een uitstekend schip waarbij de vier bemanningsleden ons op alle mogelijke manieren ondersteunen. Er is een gezellige gemeenschappelijke ruimte en het eten is goed verzorgd.

We hebben veel ruimte aan dek met comfortabele duikbanken en kunnen via een doorlus-systeem de duikflessen na de duiken weer snel vullen met allemaal exact hetzelfde EANx35 mengsel. Voor de deco- en veiligheidstops gebruiken we onze stageflessen met daarin EANx50 of 70.

Anderen lezen ook:  Zeldzame zeenaaktslak ontdekt op Bonaire

Als de duikers met de lift uit het water komen, weten ze precies wat hun taak is. Voor de veiligheid blijven er altijd een paar in hun duikpak aan dek staan, klaar om in te grijpen als dat nodig mocht zijn. Andere beginnen met het doorkoppelen van de duiksets om snel te kunnen vullen na de duik.

Als de laatste duikers uit het water komen, wordt met de hijskraan de ‘buit’ aan boord getakeld. Alles wat nog leeft, wordt uit de netten gehaald en gaat terug het water in. Uit de geborgen netten snijden we monsters, vervolgens labelen we deze en houden ze apart voor onderzoek aan wal.

Als in de haven onderzoekers van de Malacologische Vereniging (NMV) zich op deze stinkende netten storten, ontdekken ze ieder jaar weer nieuwe soorten.

Marien bioloog Joop Coolen meet
het zuurstofverbruik van organismen onder een kunststof stolp.

Verkeerde wrak

Het volgende wrak op onze lijst is de SS Katwijk. Tenminste, dat denken we. De SS Katwijk was een Nederlands vrachtschip van 88 meter lengte geladen met mais. Het lag op 14 april 1915 voor anker te wachten op een loods, toen ze werd getorpedeerd door een Duitse U-Boot. De 23 opvarenden konden het zinkende schip verlaten met de reddingsboot.

Als we op de bodem aankomen, zien we op 39 meter diepte een enorm puinveld van wrakdelen waar alleen de achterkant van het wrak, een stuk van 10 meter lengte, boven uitsteekt. In het midden van dit schrootveld ligt de grote stoomketel met leidingen en pijpen met manometers en afsluiters.

Tussen al dit schroot zit verrassend veel zeeleven. Hier maakt de natuur duidelijk gebruik van het onzinnige geweld wat zich boven water afspeelt. We halen hier in totaal vier postzakken vol met netten, vislood en vislijnen uit en laten ook deze site mooi schoon achter.

We blijven dit kolossale wrak twee dagen schoonmaken en genieten tussendoor van het prachtige, unieke zeeleven.

SS Ptarmigan

Als we aan boord zijn en deze duik analyseren, kloppen een aantal zaken niet met de beschrijving die we van het wrak hebben. Na speurwerk van Erik Bronsveld, onze amateur archeoloog, blijkt dit wrak de Engelse SS Ptarmigan te zijn, die op 15 april 1915, een dag na het zinken van de SS Katwijk, op slecht 4 mijl afstand werd getorpedeerd waarbij acht bemanningsleden het niet overleefden…

De gegevens van dit wrak komen beter overeen met onze waarnemingen onder water en hiermee is er weer een raadsel opgelost. Hopelijk gaan we de volgende expeditie de SS Katwijk vinden.

Inmiddels stapelen de Big Bags met netten, vislijnen en plasticafval zich gestaag op en begint het kwalijk te ruiken op het voordek. Frank, de schipper, loopt gekscherend te mopperen dat zijn mooie schip begint te stinken als een oude garnalenkotter. Ja, de Noordzee schoonmaken, vraagt offers…..

Het mooie schip begint te stinken als een oude garnalenkotter.

Catastrofale aanvaring

We verleggen de koers naar het noorden. Daar komen we iets gunstiger uit met de kenteringen zodat we drie duiken per dag kunnen maken. Belangrijk om dan de duikdieptes niet te overdrijven, omdat we redelijk (in)spannende duiken maken.

Het wrak van de MS Callisto voldoet helemaal aan deze voorwaarden. Dit immens grote wrak is 146 meter lang, 19 meter breed en staat 8 meter hoog rechtop op de zeebodem. De duikdiepte op het hoofddek is 24 meter.

Op 24 februari 1959 was de Callisto in dichte mist vanuit Afrika met 9.600 ton ijzererts op weg naar Rotterdam. Plotseling kwam er van stuurboord het Libanese schip Andros Stream uit een mistbank. Het was te laat om de koers te wijzigen. Met een snelheid van 10 knopen boorde het Libanese schip zich met een daverende klap in de zijkant van de MS Callisto.

Anderen lezen ook:  Perslucht- en apneuduiken op dezelfde dag: de richtlijnen van DAN

De voor- en achterkant van een vrachtschip zijn het sterkst, maar de zijkant van een groot vrachtruim kan een dergelijke impact niet verdragen en scheurt open. In enkele minuten stroomde er honderdduizenden liters zeewater naar binnen.

Het eens zo trotse vrachtschip eindigde op de zeebodem. De 34 bemanningsleden konden het schip met reddingsboten verlaten, maar de Andros Stream bood geen enkele hulp en verdween in de dichte mist.

Het zicht hier zo dicht bij het Engelse Kanaal is spectaculair!

Uitgang van het Engelse Kanaal

We duiken hier bij de uitgang van het Engelse Kanaal en zien op korte afstand grote en kleine schepen langsvaren. Het is nu belangrijk om de opstijging te maken via de shotlijn, om na de duik niet af te drijven naar deze drukke vaarroute.

Wij leggen daarom zware uitzwemlijnen (reels) over het wrak zodat we de terugweg naar deze veilige opstijglijn altijd terug kunnen vinden. Als ik beneden aankom, zie ik een enorm wrak met een grote scheur aan stuurboordzijde.

Duidelijk de oorzaak van de aanvaring in 1959. Grote staalplaten zijn afgescheurd en liggen gekreukeld op de zeebodem. Dan zien we een grote grijze massa vissen aankomen boven het gapende gat in het wrak. Als de school vissen dichterbij komt, blijken het zilverkleurige zeebaarzen te zijn.

Deze schuchtere vissen vluchten normaal gesproken als ze ook maar even verstoord worden, maar nu cirkelen ze boven ons en het wrak. Klaudie Bartelink en Joost van Uffelen proberen met hun camera’s deze unieke ontmoeting vast te leggen.

Onze supportduikers gaan ondertussen aan de slag. Hier liggen nog vrachtwagens vol netten waar we nog jaren werk aan zullen hebben. We blijven dit kolossale wrak twee dagen schoonmaken en genieten tussendoor van het prachtige, unieke zeeleven.

In totaal hebben we in 18 duiken 5.000 kilo aan netten, afval en loodblokjes boven water gehaald.

5.000 kilo afval

Het einde van de expeditie nadert en we moeten helaas weer richting haven. Op zondag 27 juni komen we om 14.00 uur moe maar voldaan terug in Scheveningen. In totaal hebben we in 18 duiken 5.000 kilo aan netten, afval en loodblokjes boven water gehaald.

We kunnen terugkijken op een hele succesvolle expeditie met een heel goed duikteam en een fantastisch nieuw duikschip. Wij verlangen nu al naar de volgende expeditie in 2022, waar we zullen terugkeren naar deze mooie grote wrakken om nog veel meer afval en netten te bergen.

Met iedere duikexpeditie die we ondernemen, wordt onze Noordzee er een stukje schoner op. Geweldig dat onze sponsors ons steeds het vertrouwen geven om dit mogelijk te maken en dat ons duikteam, bestaande uit ervaren en nieuwe vrijwilligers, zich vol passie en enthousiasme hiervoor blijft inzetten.

Bucketlist Belgische oorlogswrakken

De Belgische zeebodem is bezaaid met oorlogswrakken. DDNZS hoopt in 2022 op de volgende wrakken te kunnen duiken:

MS Alfonso Tercero

Vrachtschip van 70 meter lang. Gezonken in 1969 na aanvaring met de Zweedse MS Brasilia.  Staat nu rechtop op de zeebodem op 23 meter diepte.

UB 32

Duitse onderzeeboot. Gezonken in 1917 door een bom geworpen uit een Engels marinevliegtuig. Staat nu schuin op de zeebodem met de toren en de schroef nog aanwezig. Door de bom is het voorschip totaal vernield. Duikdiepte 28 meter.

MS Nippon

Vrachtschip van 146 meter lengte. Gezonken in 1938 door aanvaring met het Franse schip Aisne. Omdat het zonk in ondiep water, staken jarenlang de masten boven water. Inmiddels genivelleerd, maar het grootste deel van de romp en machinekamer zijn intact. Duikdiepte 12 meter.

UB 20

Duitse onderzeeboot. Gezonken in 1916 door een mijn. Staat nu compleet rechtop  op de zeebodem met de toren en de schroef nog aanwezig. Duikdiepte 24 meter.

V-1302 John Mahn

Deze omgebouwde trawler was een bewapende voorpostenboot in Duitse dienst. Hij werd aangevallen door bommenwerpers en jachtvliegtuigen. De John Mahn ligt nu redelijk compleet op een duikdiepte van 26 meter.

MS GARDEN CITY

Liberiaans vrachtschip van 147 meter lengte.  Gezonken in 1969 door een aanvaring met de Poolse Dabrowskie. Ligt op stuurboordzijde en de Franse marine heeft hier springstofoefeningen op gedaan wat duidelijk zichtbaar is. Duikdiepte 15 meter.

Expeditie 2022

Voor 2022 heeft Duik De Noordzee Schoon twee expedities in de planning staan. Heb jij ook interesse om mee te helpen de Noordzee wat schoner te maken? Kijk dan eens op de site voor alle info!

www.duikdenoordzeeschoon.nl

Ook interessant voor jou:

Drugssmokkelaars en schoonmaakduikers

Wrakduiken op Malta: Um el Faroud