Nog maar 15 jaar geleden was duiken met kinderen voer voor heftige discussies. Inmiddels bieden de opleidingsorganisaties speciale programma’s aan en hebben ook de fabrikanten van duikmaterialen zich op de kleine klanten gestort. Onze artsen vertellen je waar je op moet letten.
Vanaf welke leeftijd mogen kinderen een duikopleiding volgen? Is acht jaar een terechte leeftijd? Dit zijn vragen die niet zo maar met ja of nee te beantwoorden zijn, omdat er te weinig bekend is voor een wetenschappelijke onderbouwing. Belangrijk is dat de longen volgroeid zijn. Bovendien moet het kind ook de basisaspecten van duikfysica kunnen begrijpen. Als aan deze twee voorwaarden is voldaan, zijn ondiepe duiken mogelijk als het kind tussen de 8 en 10 jaar oud is. Meer dan bij volwassenen spelen de verschillen in persoonlijke ontwikkeling een grote rol bij de beoordeling of een kind wel of niet mag duiken.
En zelfs al wordt het kind op medische gronden geschikt bevonden om te duiken, dan nog verdient het de aanbeveling dat de duikerarts, de kinderarts en een instructeur die speciaal is opgeleid voor het geven van duikopleidingen aan jonge kinderen, goed overleggen. Wat is belangrijk? Tijdens het onderzoek wordt goed gelet op de mate van volgroeidheid van het lichaam en de motorische vaardigheden. Het kind moet goed kunnen zwemmen aan het wateroppervlak, zonder enige angst op eigen adem kunnen onderduiken en zich als een vis in het water voelen. Als dat al niet het geval is, dan is het nog te vroeg om met perslucht te gaan duiken. Ook naar de mentale ontwikkeling van het kind moet goed worden gekeken. Duiken vereist een zekere mate van discipline – elke aanwijzing moet opgevolgd worden. Ouders moeten zich afvragen of hun kind de concentratie langere tijd kan vasthouden en of hij of zij in staat is de duiktheorie te begrijpen. Los daarvan is het belangrijk waarom het kind gaat duiken: wil hij zelf leren duiken of zijn het de ouders die hem pushen? Tegenwoordig is motivatie dan ook een belangrijke pijler wanneer wordt bekeken of een kind wel of niet kan gaan duiken.
Niet vergeten! Kinderen kunnen zich minder lang concentreren dan volwassenen. Duiken moet niet alleen bestaan uit praktische en theoretische oefeningen – vergeet niet dat het ook leuk moet zijn!
Aandachtspunten bij duiken met kinderen
Uit wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat duikende kinderen vaak te maken hebben met KNO-problemen. Zeker bij de allerjongsten is een barotrauma (drukletsel) van het trommelvlies, het middenoor en de bijholten, geen uitzondering. Bij jonge kinderen die veelvuldig infecties hebben gehad, kan het zogenoemde lymfatische weefsel in hoofd en hals (keelamandelen, poliepen) opgezwollen zijn. Zeker poliepen, die vaak direct bij de ingang van de buis van Eustachius zitten, kunnen ertoe leiden dat de luchttoevoer naar het middenoor wordt beperkt. Hierdoor kan het kind tijdens de duik niet klaren, wat de kans op een barotrauma van het middenoor vergroot. Voordat een kind aan de duikopleiding begint, moet worden gecontroleerd of hij of zij zonder problemen kan klaren. Bij de minste twijfel is een bezoek aan de KNO-arts onontkoombaar Indien er sprake is van een ontsteking, dan zit duiken er niet in. De longen van een kind zijn niet te vergelijken met die van volwassenen en zijn tot en met het zevende levensjaar volop in ontwikkeling.
Alleen al om die reden wordt duiken afgeraden als het kind nog geen acht is. Maar ook de ademhalingsinspanning is bij kinderen groter dan bij volwassenen. De ontstekingen, waar we het al eerder over hadden, raken ook de hogere luchtwegen en kunnen gepaard gaan met een verhoogde slijmproductie. Een klein beetje slijm is al voldoende om de luchtwegen te blokkeren, waardoor de longen te veel worden gerekt en uiteindelijk kunnen scheuren. Een ander probleem is dat het bronchiale stelsel bij kinderen sneller reageert op warmteverlies dat gepaard gaat met de ademhaling, dan bij volwassenen. De bronchiën kunnen vernauwen en er kan longoverdrukletsel optreden. Ook is de ademhalingsinspanning groter naarmate je dieper komt, vanwege de toenemende dichtheid van de ademgassen. Alleen daarom al zou tijdens een duik met kinderen de absolute maximale diepte niet meer dan tien meter moeten zijn. Het is belangrijk aan het eind van de duik een langzame opstijging te maken om het gas de mogelijkheid te geven het lichaam via de longen te verlaten. En ook dan nog is het gevaar niet helemaal geweken. Kinderen met astma (ongeacht of het een allergie is of dit optreedt bij inspanning) mogen dan ook zeker niet duiken. Met betrekking tot het hart- en vaatstelsel moet er rekening mee worden gehouden dat bij kinderen het percentage van een patent foramen ovale (PFO) hoger is dan bij volwassenen. Als er sprake is van een PFO, kunnen kleine veneuze gasbellen van de rechterhartboezem in de linkerhartboezem terechtkomen en vervolgens via de linkerhartkamer in de aorta en in de hersenvaten uitkomen. Er zijn aanwijzingen dat dit veranderingen in de hersenen teweeg kan brengen. Het gevaar voor de kinderhersenen, die nog niet volgroeid zijn, mag dan ook niet onderschat worden. Uiteraard mag er ook geen permanente grotere opening tussen de hartboezems en -kamers bestaan. Bij aangeboren hartafwijkingen moet een cardioloog bepalen hoe groot of klein het risico is.
Met kinderen maak je in principe alleen ondiepe en korte duiken, zodat ze niet overbelast worden.
Belasting spieren
Bij kinderen ontstaat er met name in de puberteit door een groeispurt een musculaire onbalans van de spieren van het bovenlichaam. Een grote belasting, bijvoorbeeld het dragen van een te grote en te zware duikset, kan leiden tot schade aan de wervelkolom. Dit probleem wordt versterkt door de loodgordel. Kijk dus goed naar het gewicht van de duikuitrusting en zorg dat ze hun rug sparen: laat het kind altijd door de knieën gaan in plaats van voorover te buigen wanneer ze iets zwaars optillen en zijn uitrusting altijd aantrekken aan de waterkant of in het water. Ook de temperatuur is een probleem: bij kinderen is met het oog op de warmte-afgifte de verhouding lichaamsoppervlak tot -volume niet in balans. Een normaal ontwikkelde 10-jarige jongen heeft in vergelijking met een volwassenen een lichaamsoppervlak dat circa 36 procent groter is.
Tel daar het hoge warmtegeleidingsvermogen in water bij op en je snapt wat er kan gebeuren: dit leidt tot snelle afkoeling en de motorische en psychische vaardigheden nemen af bij een kind dat het koud heeft. Het concentratievermogen neemt af en het risico van fouten neemt toe. Een goed passend duikpak en een duiktijd die is afgestemd op de watertemperatuur (maximaal 30 minuten), zijn een must.
Een gids moet tijdens een duik met kinderen direct in de buurt zijn.
Eén van de belangrijkste eisen waar een kind aan moet voldoen, is dat het ook mentaal de duik aan moet kunnen. Vanwege de zo belangrijke concentratie en discipline geldt voor enkele groepen kinderen een duikverbod: binnen de wereld van de duikgeneeskunde heeft men grote bedenkingen ten aanzien van kinderen met ADD en ADHD. Als deze diagnose is gesteld, wordt duiken in principe afgeraden, maar dit wordt per kind bekeken. Ook de mate van ADD en ADHD speelt daarbij een rol. Als de kinderen toch geschikt worden bevonden voor de duiksport, moeten ze een speciaal programma volgen bij instructeurs die hiervoor zijn opgeleid.
De uitrusting moet op het kind zijn afgestemd: een goed zittend masker en een klein mondstuk aan de 2e trap zorgen voor meer veiligheid.
Met een kleine BCD met zakken voor softlood en een 4 of 7 liter fles worden spier- en rugproblemen voorkomen.
Uitrusting
Hoofd: om warmteverlies via het hoofd te voorkomen wordt aanbevolen om ook in tropisch water een cap te dragen. Het masker moet goed zitten. Kinderen die slecht zien, moeten een masker met glazen op sterkte dragen. Als ze niet goed zien, maakt dat onzeker, wat kan leiden tot paniek. Voor kinderen is ook belangrijk dat de snorkel goed in de mond ligt en niet te lang is.
Lichaam: kinderen verliezen snel warmte, een goed passend duikpak is dan ook een voorwaarde voor een relaxte duik. Een kind dat het koud krijgt, kan zich niet meer concentreren, wat onverwachte reacties kan oproepen. Trimjackets zijn er ook in kindermaten: de duikset zit dan beter op het lichaam. Zorg ook voor een klein mondstuk op de 2e trap. Zo worden onzekerheid, water in de mond en braakneigingen voorkomen. De loodgordel, bij voorkeur met softlood, mag pas vlak voor de duik worden omgedaan. Als de jonge duiker zeer actief wordt, kan het geen kwaad te investeren in een duikcomputer.
Gewrichten: kinderen mogen geen grote afstanden lopen met een zware duikuitrusting. Dat kan slecht zijn voor hun gewrichten. De beste keuze is dan ook een kleinere en dus lichtere duikfles (4 tot 7 liter).
Voeten: voor kinderen worden vinnen met een zacht blad aanbevolen. Zo wordt het enkelgewricht niet onnatuurlijk belast en wordt kramp voorkomen. In tropisch water is een snorkelvin prima, tenzij het kind over een ondergrond met scherpe stenen naar de waterkant moet lopen – in dat geval zijn vinnen en duikschoentjes de beste keuze. In kouder water zijn vinnen met open hiel en duikschoenen de beste optie. Voor de hele uitrusting geldt dat deze goed moet passen.
Waar je op moet letten bij het duiken met kinderen
Samengevat
Helaas worden kinderen in de context van het duiken vaak als volwassenen behandeld. Dat is niet verkeerd bedoeld, maar het ontbreekt vaak aan enige achtergrondkennis van de lichamelijke en mentale bijzonderheden. Kinderen zijn nu eenmaal geen kleine volwassenen! Ouders mogen hun kinderen, hoe goed ze ook zijn opgeleid, nooit als gewone buddy behandelen en met hen duiken alsof ze al volwassen zijn. Integendeel, de duik moet op de kinderen worden afgestemd. Dat betekent dat er strenge limieten voor duikdiepte en duiktijd gelden en decompressiestress moet worden vermeden. Is kinderduiken gevaarlijk? Als het een normale duik is, worden de kinderen niet overbelast, mits ze gezond zijn en duikmedisch geschikt zijn bevonden voor de duiksport. Belangrijk is dat het korte duiken op geringe diepte zijn. Duiken met stroming, in grotten, ’s nachts en op wrakken, zijn taboe. Een duikinstructeur mag niet met meer dan één kind het open water ingaan. Uit medisch oogpunt wordt aanbevolen dat duikinstructeurs en ook buddy’s van kinderen meer leren over de lichamelijke en mentale bijzonderheden die voor de jonge duikers gelden. Diverse opleidingsorganisaties hebben hiervoor speciale programma’s ontwikkeld. Let erop dat het kind voor aanvang van de duikopleiding uitgebreid moet worden onderzocht door een kinder- en KNO-arts. De duikmedische keuring moet worden gedaan door en hiervoor opgeleide arts, indien nodig in samenspraak met een specialist. Heeft een kind geen zin, dwing het dan nooit om te gaan duiken. Belangrijk voor ouders die met hun kinderen op duikvakantie gaan: bij veel buitenlandse duikcentra zijn geen kinderuitrustingen beschikbaar. Controleer dat vóór vertrek en neem eventueel zelf de juiste materialen mee. Je kinderen zullen er blij mee zijn!
Tekst: Claus-Martin Muth en Christian Beyer Foto’s: Wolfgang Pölzer
Bekijk ook: Neusbijholten, welke holten reageren op drukverschillen tijdens het duiken