Een, twee, drie… VIER stages én een dubbelset? Het kan er behoorlijk omslachtig uitzien om met zoveel tanks onder water te gaan. Waarom zou je dit doen en hoe werkt dat dan? Techduikinstructeur Jeroen Wilms legt het deze maand uit in Techschool.
Stages zijn extra tanks die je meeneemt naast je normale gasvoorraad. Het gebruik hiervan is erg handig voor de gevorderde duiker. Op deze manier is het mogelijk om een volledig andere soort gasvoorraad mee te nemen. Het meest voorkomend in gebruik is een gas met een verhoogd zuurstofpercentage om decompressie te versnellen.
Technische duikers die de diepte opzoeken, hebben sneller een decompressieverplichting en dit gas met een verhoogd zuurstofgehalte zorgt ervoor dat stikstof sneller uit het lichaam wordt afgevoerd. Hoe dieper de duiker gaat, des te meer uitrusting nodig zal zijn. Soms zijn meerdere decompressiegassen nodig om veilig terug te keren naar de oppervlakte in een enigszins realistisch tijdbestek.
Ooit zei een decompressieplanner mij, dat als ik al mijn decompressiegas zou verliezen/niet bij me zou hebben, dat ik 1.340 minuten decompressie zou moeten doen. Een bescheiden 22,5 uur dus… met gebruik van decompressiegassen konden we dit terugbrengen naar onder de 4 uur. Handig, die stages!
Stages met verschillende mengsels
Het ontladen van gassen begint bij diepe duiken vaak al veel dieper dan bij de laatste 20 meter. Bij sommige duiken starten de decompressiestops al rond de 60 meter of zelfs nog dieper. Hier wordt bijvoorbeeld op 57 meter gewisseld naar een trimixmengsel met 21% zuurstof, om de maximale zuurstofdruk te benutten en de gasuitwisseling soepel te laten verlopen. Vervolgens ademen de duikers dit gas tot 21 of 36 meter. Dan gaan zij over naar een gas met een hoog zuurstofpercentage om de volgende stage van de decompressie te doorlopen.
Vaak wordt ondiep voor 100% zuurstof gekozen – dit mag vanaf zes meter tot aan de oppervlakte. Ook gebruik je natuurlijk op grote diepte meer gas en wordt soms zelfs gekozen voor een bodemstage. Hier zit hetzelfde gas in als je duikset die op je rug zit, en is vooral om de gasvoorraad te vergroten. Bij een dergelijke duik is het dus zomaar mogelijk om vier extra flessen te hebben naast de dubbelset op je rug.
Zwaargewicht
Zijn al die flessen niet heel zwaar? Boven water absoluut. Aluminium is populair voor stages, omdat ze iets positief in het water zijn en negatief worden door het gas wat erin zit. Je draagt dus alleen het gewicht van het gas. Natuurlijk maakt dat het nog niet allemaal makkelijk in het water. Gevuld kan een fles ongeveer 2,5 tot 3 kg negatief zijn en leeg ongeveer 0,5 kg positief.
Je hebt daardoor te maken met gewicht dat langzaam verandert gedurende de duik en dus is het belangrijk dat je weet hoe je bent uitgelood. Aan het begin van de duik zal je ongetwijfeld zwaar zijn. Ook is dit natuurlijk een hele berg extra materiaal waar je niet alleen overzicht in moet creëren en mee moet handelen op een veilige manier, je wilt natuurlijk niet dat het de hele duik in de weg hangt.
Markeren van stages
Elke fles is nauwkeurig gemerkt met de maximale diepte waar het te ademen is, en analysestickers. Elke wissel naar een nieuw gas is een strenge volgorde van handelingen waar meerdere confirmaties van je duikbuddy in verwerkt zitten. Het is van grote waarde dat deze procedures van het markeren van de flessen en wisselen naar andere gassen corect worden gevolgd.
Het uitgangspunt is dat jij en je buddy te allen tijde precies weten wat voor gas jullie allebei ademen. Een moment van zwakke concentratie waarin je te vroeg naar zuurstof wisselt, omdat je je vergist in een fles, kan al snel dodelijk zijn als dit niet op tijd wordt opgemerkt. Voor de mensen die nu denken ‘houd je concentratie er dan gewoon bij’: iedereen heeft zwakke momenten en je hebt ze vaak achteraf pas door, als je daarvoor de kans krijgt.
Hoe neem je de stages mee?
Aan D-ringen links op de webbing. Heb je meer dan twee flessen, dan kun je ze met een ‘leash’, oftewel touwtje met boltsnap of double-ender, bevestigen aan de D-ring op de heup en tussen de benen meenemen. Deze stages roteer je naar voren op het moment dat je ze nodig hebt.
Dit verkleint de kans op ongelukken door minder keuzes te hebben en altijd gebruik te kunnen maken van een consistente procedure. Sommige duikers kiezen er overigens voor om ook rechts stages weg te hangen.
Rebreather versus stages
De laatste jaren worden voor diepe duiken steeds meer rebreathers gebruikt, en met een goede reden. Betekent dit het einde van al die stages? Zeker niet! Bij het duiken met rebreathers worden in veel gevallen stages gebruikt als bail-out, met andere woorden; een betrouwbaar systeem om op terug te vallen als er ooit eens iets mis- of stukgaat in het primaire systeem (rebreather).
Dit betekent dat stages nu simpelweg nog een extra functie erbij hebben gekregen. Duiken met stages maakt een diepe duik niet alleen veiliger, je kan ook veel langer duiken. Maar dat hoeft niet altijd extreem diep te zijn. Soms neem ik een stage mee naast mijn dubbelset voor een ondiepe duik, en dan kan ik urenlang genieten!
Over ons Techschool-Team
Ferry Schram heeft als dagelijks beroep brandwacht/duiker bij de brandweer in Amsterdam. Daarnaast werkt hij als (technisch) duikinstructeur bij Scuba Academie in Vinkeveen en bij FMTC Safety als instructeur en veiligheidsduiker. Sinds 2011 runt hij zijn eigen bedrijf Ferry’s Training Center met focus op GUE-cursussen (REC 1 tm 3, Fundamentals en DPV1).
Jeroen Wilms is technisch duikinstructeur, kapitein en duikleider bij Scuba-Academie. De laatste vijf jaar geeft hij vooral GUE-cursussen. Zowel Jeroen als Ferry geven ook personal dive training of coaching sessies.