Een duikteam van ervaren vrijwilligers is zaterdag 7 september vertrokken voor de 14de duikexpeditie op de Noordzee. Deze 9-daagse expeditie staat in het teken van het opruimen van afval van de bodem van de Noordzee. De duikers verwijderen de verspeelde visnetten, vislood, lijnen en kunstaas van de wrakken. Mochten ze lading uit de containers van de MSC Zoe tegenkomen, dan proberen ze dit te bergen. De reis start in Scheveningen en eindigt op de Borkumse Stenen. Lees hier de blog over de Duikexpeditie.
Duikexpeditie MSC Zoe
Terwijl de meeste mensen, vaak nog met een licht bonkend hoofd, aan het bijkomen zijn van het nieuwjaarfeest, bonkt boven de Wadden de MSC Zoe in het holst van de nacht snoeihard op de zandbodem en verliest 342 container. En in tegenstelling tot een bonkend hoofd na een feestje dat met een goede nacht slapen te verhelpen valt, kwam de Noordzee terecht in een nachtmerrie die 9 maanden later iedereen nog hoofdpijn bezorgt. Onze Noordzee… De Noordzee die wij schoon willen duiken. De afgelopen 13 expedities hebben we bijna 60.000 kilo zooi verwijderd in onze opruimwoede. En dan komt er opeens zo’n monsterlijk groot schip die in een poging de kortste en dus goedkoopste route te nemen, meer dan 50 keer de hoeveelheid van al onze inspanning bij elkaar in zee dumpt. U begrijpt de frustratie…
Frustratie
Die frustratie is voelbaar aan boord want vandaag zijn we voor het eerst in het gebied waar de MSC Zoe is begonnen met het verliezen van zijn lading. Terwijl ik de grote sprong neerwaarts neem, zie ik nog net de vuurtoren van de Cocksdorp. En dan opeens is alles smaragdgroen en begint langzaam de afdaling naar de Herman Hinrich, een klein wrakje dat in de Tweede Wereldoorlog tot zinken is gebracht. Ook al weten we dat de kans miniem is dat we iets vinden van de MSC Zoe, toch hoop ik het heel erg. Al afdalend bedenk ik me dat dat eigenlijk heel raar: hopen dat je rotzooi vindt… Maar het zou namelijk betekenen dat de rommel zich nog niet verspreid heeft maar in de luwte van het wrak bezonken is. In het andere, ergere geval zou de rommel zich over de hele Noordzee kunnen verspreiden en dat zou het opruimen bijna onmogelijk maken.
Klein wrak
Eenmaal beneden is het druk want het wrak blijkt klein. Ernst, mijn buddy, en ik maken een omtrekkende beweging om een archeologe die aan het filmen is en gaan op zoek. Het zicht is matig zo dicht onder de kust. We maken een rondje over het wrak maar vinden niets dat op MSC Zoe zooi lijkt. Dan maar terug naar de corebusiness: netten en vislood. En daar heeft de Noordzee helaas ook heel veel van te verstouwen gekregen. We vinden een lelijke pluk net, kijken elkaar even aan en na een blik van verstandhouding gaan we aan de slag. In eerste instantie lijkt het een makkie, het grootste gedeelte van het warrelnet hangt aan een uitstekend stuk wrak in de opkomende stroming te deinen. Maar het valt tegen. Het smerige haarfijne materiaal is door de jaren heen strak om de stang heen gewikkeld geraakt en geeft geen krimp. Wellicht is het enige goede van de MSC Zoe ramp dat de frustratie ook zijn uitweg zoekt in een onverzettelijkheid om niet op te geven bij het opruimen. De messen gaan heen en weer en langzaam maar zeker begint er beweging in te komen. Twintig minuten later moet het plastic tuig zich gewonnen geven en verdwijnt in de postzak. Onderweg naar de lijn die ons de weg naar boven wijst, komen we nog wat verspeeld vislood tegen. En ook dat verdwijnt in de postzak.
Visnetten en lood
Eenmaal terug bij de opstijglijn hangen vijf zakken gevuld met visnetten, lijnen en lood keurig op een rij klaar om naar boven gehaald te worden. Deze netten worden in ieder geval geen ingrediënt van één van de slechtste recepten sinds mijn moeders’ andijvie, namelijk plastic soup. Maar eigenlijk hangt hier de vuile was van een onverschillige maatschappij die vindt dat onzichtbare rommel onder het wateroppervlak niet bestaat. Er is nog veel te doen…