Hoe moeilijk kan het zijn; kies een duikmasker dat goed past, zet het op je neus en kijk door het glas naar buiten en maak je duik. Feitelijk gezien is dat het ook, maar waarom is er dan keuze tussen honderden soorten maskers? Sander Evering blikt door het masker van de techduiker en legt alle details bloot.
Tekst: Sander Evering Foto’s: René Lipmann
Natuurlijk hebben verschillende maskers een verschillende vorm en is het tegenwoordig logisch om een kleurtje te kiezen wat bij je past. Maar dan nog blijven er tientallen opties over om uit te kiezen. Is het aanbod volledig bedacht uit commercieel oogpunt, of mis je opties waarvan je nog niet wist dat ze bestonden? Om de keuze van het perfecte duikmasker te vereenvoudigen, kijken we wederom naar de misschien wel de meest veeleisende duiker.
Technisch duikers zijn enorm kritisch, soms een tikje conservatief en houden niet van poespas. Duurzaamheid en functionaliteit zijn belangrijker dan een leuk kleurtje. Vaak zijn materialen die door deze strenge duikers goedgekeurd worden daarom ook perfect geschikt voor de sportduiker. Geldt dat ook voor maskers?
Zwartkijker
Om gelijk maar een vooroordeel weg te nemen: het masker hoeft niet zwart te zijn. Elke kleur is prima, al heeft zwart een zeer sterke voorkeur om irritante reflectie binnen in het duikmasker te vermijden. De kleur gaat dan ook over de siliconen ‘skirt’ en niet per se het frame, aangezien dat geen reflectie oplevert. Overigens geldt dit ook sterk voor snorkelen: een helder siliconen masker laat zonlicht door en zorgt voor een schittering op de binnenkant van de lens. Dat kan verblindend en vooral irriterend werken. Wat betreft de kleur van het frame, het liefst heeft een masker geen frame!
Het type wat het meest gebruikt wordt is namelijk een ‘frameless’ masker. De siliconen skirt zit dan gelijk gemonteerd op het glas wat zorgt voor een kleiner en flexibeler masker. Het missende frame kan zo niet meer stukgaan, het nadeel is dat niet elk masker nog op sterkte gemaakt kan worden. Een frameless masker is meestal ook iets compacter en dat geeft flinke voordelen.
Klein duikmasker
Ten eerste is een kleiner masker eenvoudiger te klaren dan een groter masker. Minder volume, dus het water is er sneller uit. En des te compacter het masker is, des te dichter het glas tegen je gezicht komt. En dat geeft een veel betere ‘kijkhoek’ dan wanneer het masker verder van je gezicht staat. Maak maar een ‘ok’ teken met je hand en kijk er door met één oog. Des te dichter je het bij je gezicht houdt, des te breder je gezichtsveld wordt. En dat zonder gelijk het glas groter te maken. Slim!
Over het glas gesproken, dat kunnen twee losse glazen zijn of een enkele ‘ruit’. Het enkele glas geeft meer zicht omdat het tussenstuk op de neus ontbreekt en heeft daarom de voorkeur. Daarbij geeft een enkel glas een veel betere inkijk voor een teamgenootje; je hebt sneller oogcontact en je ziet ook meer van het gezicht van je maatje waardoor er meer lichaamstaal door het masker naar buiten komt.
Zonnebril onder water
Tegenwoordig zijn er meerdere fabrikanten die een speciale lens hebben om UV-licht te filteren, zoals de Tusa Paragon, wat een rustiger beeld voor je ogen zou moeten opleveren. Het voordeel is optimaal bij veel aan de oppervlakte zijn en ondiep (snorkelen), maar bij diepte merk je alleen een iets andere kleur.
Overigens is de flauw gele kleur van de lens bij snorkelen in ‘blauw’ water wel mooi. Deze keuze voor zulke lenzen is persoonlijk, maar prima geaccepteerd binnen technisch duiken op één voorwaarde: het glas mag niet spiegelen, zodat de ogen van de duiker altijd zichtbaar blijven.
Dat is met het Tusa masker geen enkel probleem, maar de variant van andere merken zijn vaak net zo spiegelend als een zonnebril.
Innovatie duikmasker of verbetering
Ook de gespen en bandjes zijn telkens onderdeel van innovatie. Er is zelfs aan fabrikant die het stelmechanisme voor het bandje verplaatst heeft naar het achterhoofd. Dit soort gespen, inclusief alle siliconen bandjes, kunnen het beste met een mooie boog in de prullenbak worden gemikt en vervangen worden door een neopreen maskerbandje met klittenbandsluiting. Zo heb je geen kwetsbare kunststof gesp meer nodig, het bandje is sterker en het laat zich vele malen makkelijker plaatsen over zowel een cap als lang haar.
Daarbij kan het masker handig boven water achterstevoren worden gedragen, zodat je je handen vrij hebt en het neopreen kan je voorhoofd beschermen bij koude omstandigheden. En nee, techduikers dragen geen maskers rond hun nek omdat dit de back-up automaat onder de kin slecht toegankelijk maakt. Let nog wel even op het bevestigingspunt voor het bandje, deze kunnen relatief klein en flexibel zijn zodat ze minder snel afbreken dan een niet flexibel bevestigingspunt wat ook nog eens uitsteekt.
Op één been kun je niet staan
Samengevat zijn de eisen van een duikmasker simpel: goede pasvorm, zwart of donker siliconen, compact, bij voorkeur frameless en een grote enkele lens voor het beste zicht. Geen ingewikkelde bandjes, maar een simpel neopreen bandje met klittenbandsluiting.
Test en probeer tot je de juiste te pakken hebt en dan… koop je er nog eentje! Want één masker is geen masker, je hebt een reserve nodig. Deze wordt altijd tijdens de duik meegenomen in de rechterpocket om bij storing of verlies de duik niet te hoeven afbreken. In elke goede training wordt dan ook geoefend hoe je vakkundig wisselt naar je back-up masker.
De grote truc is om daarna de duik te vervolgen zonder dat je masker beslaat, dus het back-up masker moet ook voor de duik even behandeld worden. Veel duikers hebben geen back-up masker, maar gewoon twee maskers die door elkaar gebruikt worden, dat maakt de kans op beslaan ook een stukje kleiner. En een kleurtje? Dat mag best!