Petrogas Nederland overweegt een deel van de fundering van het ontmantelde Halfweg-gasplatform in de Noordzee te laten liggen. Wat zijn de gevolgen voor het zeeleven als de betonnen bak wordt verwijderd waarop de installatie heeft gestaan? Wageningen Marine Research doet hier onderzoek naar.

Onderdeel van de afwegingen die Petrogas Nederland maakt in haar interne besluitvorming is de impact van de verwijdering van het platformrestant op het ecosysteem. Hiertoe hebben zij marien ecoloog Joop Coolen gevraagd de door de jaren heen ontstane biodiversiteit rondom de betonnen structuur van 26 meter breed, 28 meter lang en zes meter hoog in kaart te brengen.

39 monsters in vier duiken

In de zomer van 2019 bezocht Coolen met een duikteam de fundering van het Halfweg-platform op de Noordzee. Hij dook vier keer met een team van zes duikers naar een diepte van circa 25 meter, om op 39 verschillende plekken monsters van het leven op de structuur te nemen.

De aangroei werd met behulp van een zogenaamde airlift sampler (soort onderwaterstofzuiger) van de oppervlakte losgeschraapt en in zakjes opgevangen. Aan boord van het onderzoeksschip werden de monsters vervolgens schoongespoeld en in potjes met ethanol opgeslagen.

Als laatste stap zijn alle bemonsteringen in het laboratorium van Wageningen Marine Research geteld, gewogen, gemeten en geïdentificeerd.

Biomassa twaalf keer groter

De analyse van de samples leverde 65 verschillende soorten op die zijn vergeleken met andere bemonsteringen op riffen in de Noordzee. 15 van de 65 soorten werden nog niet eerder op andere installaties aangetroffen, en twee waren nieuwe mariene soorten voor Nederland.

Anderen lezen ook:  Bouwplannen in kwetsbaar koraalrif Bonaire

Ook werden de Halfweg-samples vergeleken met informatie over de biodiversiteit in een referentiegebied dichtbij het Halfwegplatform, dat bestaat uit zanderige bodem. Naast het aantal soorten werd de totale hoeveelheid mariene biomassa per vierkante meter bestudeerd.

Uit het onderzoek blijkt dat de aanwezige biomassa van bodemdieren op het platform twaalf keer zo groot is als op de zanderige bodem in het referentiegebied.

Joop Coolen onderzoekt de biodiversiteit op kunstriffen in de Noordzee. Dus olie- en gasplatforms, windmolenparken, scheepswrakken en in de toekomst ook zonnepaneeleilanden en golfkrachtcentrales. Deze plekken ontwikkelen zich tot kunstmatige riffen met veel biodiversiteit.

Ze worden onderdeel van het ecosysteem. Door de veiligheidszone van 500 meter zijn het de facto natuurgebieden.