Vis is gezond. Een lekker licht verteerbare bron van eiwitten, vitamine B en velerlei mineralen. Visvlees is relatief mager, dus ook een goede manier om al die voedingstoffen zonder al te veel calorieën binnen te krijgen. Maar ook vette vis is gezond. Juist vanwege dat vet. Want vis, als die uit de oceaan komt althans, heeft altijd onverzadigd vet. En dat is de gezonde soort.
Nu wordt het even technisch. Geen zorgen, is zo voorbij. Vet bestaat uit vetzuurmoleculen. Dat zijn ketens van koolstofatomen die elk aan beide zijden een waterstofmolecuul bij zich kunnen dragen. Doen ze dat allemaal netjes, dan is dat vetzuurmolecuul verzadigd. Soms heeft een van die koolstofatomen maar één waterstofje bij zich. Dan heeft-ie een ‘armpje’ vrij en pakt daarmee dan maar het volgende koolstofatoom vast. In dat geval spreken we van een dubbele binding tussen de twee desbetreffende koolstofatomen. Er is in theorie nog plaats voor wat waterstof, dus noemen we zo’n verzuur onverzadigd.
U kunt zich voorstellen dat zo’n verzadigd vetzuur er netjes en recht uitziet, het heeft immers overal evenveel gelijkmatig gerangschikte waterstofatomen. Ze passen mooi op elkaar als legoblokjes van hetzelfde formaat en vallen daardoor makkelijk in het gareel. Dat wil zeggen: verzadigd vet stolt sneller.
Boter en reuzel zijn vast op kamertemperatuur. Onverzadigd vet is veel grilliger van structuur (door die dubbele bindingen krult zo’n molecuul zelfs een beetje als je het in 3D bekijkt). Daarom stollen onverzadigde vetzuren, zoals olijfolie, pas op een veel lagere temperatuur.
Vissen in de oceaan leven in temperaturen die soms heel dicht bij het nulpunt komen. Het is dus heel belangrijk dat het vet in de vis vooral niet stolt. Hoe langer het vetzuurmolecuul en hoe meer dubbele bindingen, hoe grilliger de structuur, hoe minder het stolt. Vis zit dus vol met lange, sterk onverzadigde vetzuren, zoals: omega-3.
Omega-3 is gezond, dat weet iedereen tegenwoordig. Het is een ‘essentieel vetzuur’. We hebben het nodig voor een goede ontwikkeling van onze hersenen en het netvlies. Nu kan ons lichaam heel veel zelf, dat wil zeggen: het kan stoffen samenstellen uit kleinere onderdelen. Alleen die heel lange, sterk onverzadigde vetzuren, die zijn te ingewikkeld. Die moeten we als zodanig uit onze voeding halen. Vette vis is daar dus een ontzettend goede bron voor.
Veel mensen, bijvoorbeeld vegetariërs en zwangere vrouwen, slikken daarom capsules met pure visolie als voedingssupplement. Verstandig, zou je zeggen. Maar dat moeten ze eigenlijk niet doen. Want het is dood- en doodzonde van al die vis. Die vissen maken het namelijk niet zelf. Die halen het ook uit hun eten. En van die algen kunnen we prima olie maken.
Volgens een artikel uit 2010 in het wetenschappelijk tijdschrift Lipid Technology wordt ongeveer een kwart van alle visolie gewonnen uit reststromen van reguliere visverwerking. De rest van de ruim 1 miljoen ton visolie die jaarlijks wordt geproduceerd, is dus afkomstig van speciaal daarvoor gevangen vis. Dat zijn voornamelijk kleine vette visjes, zoals ansjovis, sardines, sprot en haring. Volgens de International Ocean Foundation komt dat neer op 22,5 miljard kilo vis per jaar. Eén op de vier vissen wordt gevangen om visolie of -meel van te maken, schrijft de stichting op haar website.
Dat klinkt als wel heel erg veel. Maar het zou best kunnen kloppen. Visolie en -meel zijn vooralsnog de belangrijkste componenten van het voer voor kweekvis. Een kilo kweekzalm kost vaak meerdere kilo’s kleinere vis. Er wordt wel veel vooruitgang geboekt met het terugdringen van het gehalte aan visolie in de voeding met vegetarische alternatieven.
Tegelijkertijd groeit de markt voor visolie als voedingssupplement al een paar jaar keihard. En dat kost dus onnodig veel vis. De essentiële oliën zijn makkelijk te verkrijgen uit algen die kunnen worden gekweekt in schoon water, waardoor olie niet hoeft te worden gezuiverd (vissen uit de oceaan zijn veelal verontreinigd). Algenolie is nog steeds wel duurder dan visolie (voor een groot deel omdat de visserij behoorlijk gesubsidieerd wordt), maar het is een kleine prijs om te betalen voor een gezonde oceaan.
De International Ocean Foundation rekende uit dat er in een verpakking van 60 capsules gemiddeld 38 vissen zitten. Eind vorig jaar begon de stichting een actie waarbij ze visoliegebruikers opriep algenolie te kopen via de website en zo minimaal 100.000 vissen te redden. Ondertussen staat de teller op 130.368. Als u visoliegebruiker bent, doe dan alstublieft mee en koop uw algenolie via de site van de Foundation. Van elk potje krijgen zij een percentage waarmee ze weer dit soort mooie acties kunnen opzetten.
Bron: Vrij Nederland