In oktober en november van dit jaar is in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed archeologische onderzoek uitgevoerd door de bodem van het Hoornse Hop in kaart te brengen.

In dit gedeelte van het Markermeer, voor de kust van Hoorn en Edam, heeft in 1573 de Slag om de Zuiderzee plaatsgevonden. Hierbij werd de Spaanse vloot verslagen door de Watergeuzen, wat leidde tot een periode van bloei voor de Westfriese steden.

Onderzoeksgebied en twee fases

Het onderzoeksgebied is ruim 73 km2 groot en ligt deels in de provincie Noord Holland en deels in Flevoland. Het valt onder de gemeenten Hoorn, Edam/Volendam, Almere, Lelystad en Drechterland.

Het onderzoek werd in twee fases uitgevoerd: eerst is een grove scan van het gebied gemaakt, waarbij potentieel interessante locaties zijn gemarkeerd. Daarna zijn deze punten in zeer hoog detailniveau opgenomen. Hierbij zijn ook vondstlocaties meegenomen die eerder door vrijwilligers van de gemeente Hoorn zijn gevonden.

Zij hebben jarenlang onderzoek uitgevoerd met een eigen schip dat uitgerust was met side scan sonar. Hierbij hebben zij tientallen potentieel interessante locaties gevonden, die nu ook in hoge resolutie zijn opgenomen.

Hoorn

Wrak 763: een wrak met een lengte van meer dan 20 meter, dat grotendeels begraven ligt in de waterbodem. Binnen het wrak liggen verschillende langwerpige objecten, mogelijk masten.

35 extra locaties

In totaal zijn nu 35 locaties extra onderzocht. Hieruit blijkt dat er in ieder geval 10 scheepswrakken in het Hoornse Hop liggen. Op nog 24 locaties zijn ook mogelijke wrakresten aangetroffen.

Naast scheepswrakken zijn ook gebouwde resten gevonden. Daarnaast zijn tientallen andere objecten op de kaart gezet, zoals verloren autobanden, boeiankers en kabels.

Anderen lezen ook:  Witte dolfijn met harnas in Noorwegen

Nauwkeurige bodemkaart

Ook is nu een nauwkeurige bodemkaart gemaakt, waarop duidelijk zichtbaar is dat het grootste deel van de bodem bestaat uit zacht sediment en slib. Scheepswrakken zullen na het zinken snel in deze bodem wegzakken.

Dit maakt het lastiger om ze op te sporen, omdat maar een klein deel van het wrak uit de bodem steekt. Veel wrakken kunnen dus nog onzichtbaar voor de sonar onder het slib liggen. Ook deze wrakken zullen door de afdeklaag heel goed bewaard zijn gebleven.

Goed werkende methode

De resultaten laten duidelijk zien dat deze methode goed werkt om snel grote gebieden in kaart te brengen. Dit is van belang, omdat grote delen van de Nederlandse waterbodem nooit eerder onderzocht zijn.

Hierdoor kan waardevol archeologisch erfgoed ongezien verloren gaan. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft om die reden vergelijkbare onderzoeken laten uitvoeren in andere delen van Nederland. De resultaten van al deze onderzoeken worden begin van het nieuwe jaar verwacht.

Hoorn

Wrak HS150: het vlak (onderzijde) van een wrak met een lengte van 14 meter. Een deel van het wrak is afgedekt door een veen- of kleilaag.

Hoorn

Wrak HS193: een wrak met duidelijke spanten aan de noordzijde, lengte ongeveer 12 meter. Ten westen van het wrak ligt een laag veen.

Duikonderzoek

De volgende stap is om door middel van duikonderzoek te kijken wat deze locaties nu echt zijn en wat de archeologische waarde ervan is. Dat zal hopelijk ook uitwijzen of de wrakken in het Hoornse Hop aan de Slag op de Zuiderzee gelinkt kunnen worden, of dat het om wrakken van recentere datum gaat.

Anderen lezen ook:  Twee keer raak met een zeedraak

Omdat dit teveel vindplaatsen zijn om door duikers onderzocht te kunnen worden, zal een nadere selectie worden gemaakt van de meest veelbelovende locaties. Hierbij wordt ook rekening gehouden met bedreigingen voor het behoud zoals natuurlijke erosie. Die duikonderzoeken zullen naar verwachting in de zomer van 2021 worden uitgevoerd.

Bron: RCE