Het Kroatische Selce was een voormalige militaire haven in de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Het is nu een moderne badplaats, maar wanneer je goed kijkt, zie je de herinneringen aan die tijd duidelijk terug. We slapen in een oud militair hospitaal en onder water duiken we op anti-torpedonetten. 

Tekst: Judith Rietveld  Foto’s: René Lipmann

Anti-torpedonetten. Ik had er nog nooit van gehoord. Deze netten werden vroeger gebruikt in de oorlog om havens te beschermen tegen onderwateraanvallen van onderzeeboten. Selce was zo’n havenplaats die deze bescherming inzette. De gehele haven was onder water voorzien van een stalen net, dat verticaal in het water hing. Indien een onderzeeboot de haven bereikte en een torpedo af zou vuren, belandde deze in het net. Een handig trucje en een goede bescherming voor de haven. We liggen net tien minuten onder water wanneer onze duikgids Marino naar iets wijst. Ik zie een grote berg stalen kabels liggen van wel 3 meter hoog. Wauw. Dit zijn dus die netten. Hiermee houd je inderdaad wel een torpedo tegen! Als aaneengeregen krakelingen kronkelen de stalen draden over elkaar.

Hiermee houd je inderdaad wel een torpedo tegen!

Het onderwaterleven heeft hier een goede schuilplaats gevonden, zeebrasem en zeehorsmakreel zwemmen druk tussen de kabels door. Ieder hoekje biedt bescherming. En wat voor bescherming! Op de kabels hebben enkele sponzen zichzelf een plekje toegeëigend, de rest is volledig bedekt met een laagje vederwier en steekmosselen. Ik probeer me voor te stellen hoe een onderzeeboot langzaam nadert, zijn torpedo’s gereed… Iets verderop ligt nog een enorm net, ditmaal met een zeester die zich tussen de kabels heeft gewurmd en waarbij elke arm een ander stuk staal omhelst. Ik kijk op mijn duikcomputer, we zitten op 23,9 meter diep en de watertemperatuur is 18 graden. Het is niet warm, maar gelukkig biedt mijn 7 mm wetsuit voldoende bescherming. Wanneer ik om het net heen zwem, valt mijn oog op een oude fuik. Er zitten allemaal vissen in en ze kunnen er niet meer uit. Twee meter erboven drijft een boei, ver onder het wateroppervlak. Ik kijk naar Marino, ik heb geen idee wat hier is toegestaan op het gebied van visvangst. Ik heb in ieder geval de neiging om het ding te slopen. De arme zeebrasems botsen tegen de wand aan, volledig in paniek. Er zwemmen nog genoeg soortgenoten omheen, gelukkig passen deze er niet meer in. Marino zwemt naar de fuik en opent het luikje. Direct vluchten enkele brasems eruit. Dankbaar kijk ik Marino aan. Toch snappen de vissen het niet allemaal en botsen nog steeds als een dolle tegen de zijkanten aan. Ik zwem ernaartoe en help ze een handje. Voor deze keer wordt een vervelend lot deze mooie vissen bespaard. Later vertelt Marino me dat dit een illegale fuik was, normaal moet er een boei boven water drijven met een nummer.

Overal liggen oorlogsresten. Maar dan zien we iets puurs en onschuldigs: een langsnuitzeepaardje!

Granaathuls

We zwemmen verder en ik zie allemaal overblijfselen van het leger wat hier jarenlang aanwezig is geweest. Marino is nog op zoek naar een granaathuls uit de Eerste Wereldoorlog die in de buurt moet liggen, maar de tijd begint te dringen. En daarbij begin ik het ook wel koud te krijgen! We zetten koers richting de kant en ik kan het niet laten om goed de bodem af te speuren. Bij elk onbekend voorwerp dat ik zie liggen in het zand, fantaseer ik dat het iets is uit de oorlogstijd. Helaas vinden we de granaathuls niet, wel komen we nog een gaaf anker tegen. Her en der lijken zeekomkommers met gekke spikes en grote rode zeesterren op de grond te zijn gekwakt. Ik bekijk een zeester van dichtbij en ontdek dat hij allemaal stekels aan de onderkant heeft. Deze stekelige onderwaterwezens passen perfect in dit onderwaterlandschap wat nog steeds onrust uitademt. We sluiten de duik af met iets heel vrolijks: een langsnuitzeepaardje! Dat er tussen zoveel oorlogsrestanten zoiets puurs en onschuldigs voorkomt… Hier worden we blij van! Behalve René dan, want hij heeft zijn macrolens nu niet op zijn camera. Gelukkig is dit het huisrif, dus we komen straks gewoon weer even terug!

Anderen lezen ook:  Duikcentrum Down Under: «Ik zie graag lachende duikers in de opleiding.»

De baai Uvala Slana. Vroeger een drukke militaire haven, nu een heerlijke plek om van je vakantie te genieten.

Nederlandse gezelligheid in Selce

Duikschool Mihurić is ideaal gelegen aan de Adriatische Zee: binnen twee tellen stap je in het water en bevind je je op het huisrif. Het is nu september en het ‘strand’, in dit geval van steen, staat vol met ligbedden en badgasten. Voor de duikers is er gelukkig een pad afgezet zodat je niet per ongeluk op iemand gaat staan, want groot is het strand niet. Duikschooleigenaresse Maggy, geboren en getogen in Nederland, vertelt dat het vakantiegevoel bij hun echt voorop staat: «We hebben een flink aantal gasten die hier al 14 jaar komen. En dat zijn vooral Nederlanders! Ze vinden het leuk dat ze na de duik met elkaar kunnen kletsen en ervaringen uit kunnen wisselen. Zij komen hier voor het echte vakantiegevoel en de Nederlandse gezelligheid. We hebben een standaard duikpakket dat we al jaren aanbieden, maar iedere twee jaar voegen we daar een nieuwe stek aan toe – die we zelf ontdekt hebben. Zo blijft het ook interessant voor onze stamgasten.» Selce is een toeristische badplaats, maar op een bescheiden manier.

Ons verblijf: het voormalige militaire hospitaal.

Er zijn inderdaad standjes die opblaasbare beesten, zonnebrillen en ijs verkopen, maar je wordt er niet mee doodgegooid. Er is één lange boulevard die vanaf de baai Uvala Slana naar het kleine centrum slingert. Strijk neer bij een van de vele restaurantjes aan het water met als toetje een grote coupe ijs van de ijssalon. Op de fruitmarkt koop je heerlijk zoete vruchten en in het supermarktje kun je je dagelijkse benodigdheden kopen. De Autocamp is een bekende plek om te kamperen, maar wij hebben een tweekamerappartement in het pas gerenoveerde witte gebouw in de eerder genoemde baai. In de oorlogstijd was dit een heus militair hospitaal maar binnen zie je hier weinig van terug. Alles is modern, spik en span en het is moeilijk voor te stellen dat hier allemaal zieke en gewonde militairen hebben gelegen. Ons favoriete restaurant Konoba, naast ons hotel en uitgehakt in de berg, blijkt een oud munitiedepot te zijn geweest waar torpedo’s werden opgeborgen.

Anderen lezen ook:  Zeeanemonen groeien meer tentakels als ze veel te snaaien hebben

Hoe dieper je gaat, hoe meer gigantische gorgonen je ziet. 

Allemaal waaiers

Het weer deze dagen is erg veranderlijk: de ene dag hebben we een fel zonnetje, de andere dag lopen we in de hozende regen naar de duikschool. Hierdoor is het ook maar de vraag of de geplande duik gaat plaatsvinden of dat er een alternatief is – dat altijd gevonden wordt! Kortom, elke dag een verrassing! Vandaag is gelukkig zo’n dag dat de zon flink haar best doet en we nemen onze niet-duikende familieleden mee, waaronder mijn zoontje Luuk van 2. We gaan een bootduik maken en hij heeft nog nooit gevaren. Het wordt dus één groot avontuur! Aan boord kijkt hij zijn ogen uit en krijgt een klein zwemvestje aan, precies zijn maat. Tijdens het varen mag hij helpen sturen, en af en toe eens met de scheepsbel toeteren. Dikke lol! René en ik maken ons klaar voor een drop-off duik bij rif Tenki, waar gigantische gorgonen groeien. De drop-off start op 30 meter, dus we moeten wel wat dieper dan bij het huisrif. Nadat we Luuk uitgelegd hebben dat mama en René visjes gaan kijken, zwemmen we een klein stukje langs de ankerlijn naar beneden. Marino gaat ons voor naar een kleine tunnel, die op 7 meter eindigt. De uitgang is goed zichtbaar, maar met mijn lamp verlicht ik de wanden. Prachtig gele goudsponzen, cilinderroos en gele korstanemonen sieren de tunnel. Kleine visjes schieten weg in mijn lichtbundel.

We zetten de daling voort naar 30 meter en passeren een grote school zeebrasems. Vanaf een afstand zie ik de grote gorgonen al flink uitsteken uit de wand. Het gele hoornkoraal vormt prachtige waaiers die een behoorlijk formaat hebben aangenomen. Er zijn nog veel meer gorgonen naarmate je dieper gaat, maar ik vind het al behoorlijk fris dus ik blijf mooi hier. En daarbij: een erg lange bodemtijd hebben we ook niet! Wanneer we weer richting de ondiepere wateren gaan, wijst René me op een waterplant  met vier kleine paarse speldenprikjes erop. Zijn dat violette draadslakken? Niet te geloven! Wat zijn ze klein. Bij de tunnel blijven we nog even rondstruinen en piepkleine paarse monniksvisjes duiken weg onder een kleine overhang. Bijzonder dat er tussen al die rotsen toch zoveel leeft en groeit. Boven water staat zoonlief me alweer op te wachten, rode wangen en een grote lach. Of mama en René visjes hadden gezien? Zeker weten. En wanneer hij mee mag? Dat bewaren we voor wat later.  Zeker weten dat we hier weer terugkomen!

Militaire haven Selce

De baai Uvala Slana van het plaatsje Selce is altijd een militaire haven geweest. In de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden hier schepen bevoorraad. Er was een kazerne, een militair hospitaal en een munitiedepot. Het militair hospitaal en het depot zijn omgebouwd tot hotel en restaurant. Onder water zijn nog veel restanten van die tijd terug te vinden zoals anti-torpedonetten, bommen en granaathulzen. Na de laatste oorlog is de baai opgeruimd en oude stukken van boten en wapens liggen nu in het oorlogsmuseum. Waarschijnlijk zijn er nog veel meer tastbare herinneringen uit de oorlogstijd te vinden, maar zijn door de jaren heen veilig begraven onder het zand.

Anderen lezen ook:  Boschmolenplas in het donker

Anti-torpedonetten

De eerste anti-onderzeebootnetten of anti-torpedonetten in de Eerste Wereldoorlog werden vervaardigd uit touw.  In de Tweede Wereldoorlog stapte men over op stalen versies. Deze bestonden uit gevlochten staaldraad in ringen of vakken, net een soort groot visnet. De anti-torpedonetten werden veelvuldig gebruikt voor het blokkeren van havens maar ook voor complete fjorden in Noorwegen. In Nederland zijn dergelijke netten ook ingezet. Na de inundatie van Walcheren (nov `44) kregen ze een andere bestemming: ze dienden als basismateriaal voor het dichten van de dijken bij Walcheren in combinatie met AIX caissons en ‘Beetle’ caissons. In de jaren na de oorlog zijn nog vele restanten opgebaggerd en verwijderd. Deze zijn gebruikt voor dijkverzwaring en herstel.

Maggy & Hinko Car, eigenaren van duikcentrum Mihurić.

Reisinfo

Selce ligt tegenover het eiland Krk en is 35 km van Rijeka verwijderd, de op drie na grootste stad van Kroatië. Wij vlogen met KLM vanaf Amsterdam naar Zagreb (met overstap) in drie uur, er zijn ook rechtstreekse vluchten maar helaas waren die al volgeboekt. Aansluitend namen we de bus naar Rijeka. Deze busreis is echter erg lang (4 uur, omdat hij steeds stopt), het is verstandiger om een auto te huren, dan doe je er slechts 2 uur over. Het duikcentrum ligt dan nog op 20 minuten rijden. Andere mogelijkheden zijn om naar het eiland Krk te vliegen vanuit Keulen. Met de auto is het ruim 1300 km.

Accommodatie

Wij verbleven in het appartementencomplex Apartman Aparthotel Club Vala. Er zijn meerdere tweekamerappartementen, voorzien van een keuken, zithoek, tweepersoonsbed en uitklapbaar bed in de woonkamer en eigen badkamer. Klein zwembad en speeltuin aanwezig. www.club-adriatic.hr

Duikcentrum

Duikcentrum Mihurić ligt direct aan zee en heeft een eigen huisrif.  Het centrum biedt zowel kant- als bootduiken aan. De boot Panitula is volledig ingericht op duikers. Verhuur van duikmateriaal en nitrox aanwezig. www.mihuric.hr

Kiekeboe!

Beste duikperiode

In Selce kan het gehele jaar door gedoken worden. In de zomer is de watertemperatuur het hoogst (18-20 graden) en deze aangename temperaturen blijven tot laat in de herfst. Het zicht onder water is rond de 15-20 meter. In de winter kan het flink waaien, de (warme) zuiderwind Jugo of de koude noord-oosterwind Bura kunnen soms orkaankracht aannemen. Dit soort stormen duren 1-3 dagen en meestal is er na zo’n storm weer een lange zonnige periode.

Tips!

Vanuit het centrum van Selce rijdt dagelijks een toeristisch treintje naar Crikvenica en weer terug. De tocht gaat langs de zee en duurt ongeveer 15 minuten. Een andere tip: Zorg dat je altijd voldoende contant geld op zak hebt, alleen in het centrum zelf is een pinautomaat.

Bekijk ook: We love Marsa Alam – en dan vooral SS Hamada!