Tijdens een nachtduik met een onbekende buddy leiden een defecte BCD en een verkeerde planning tot een levensbedreigende situatie.
Manuela wil graag een nachtduik in het meer maken. Omdat ze geen vaste buddy heeft, vraagt ze bij het plaatselijke duikcentrum om een begeleider. John biedt zich aan, hij is ook bekend met het betreffende meer.
Tijdens de briefing vertelt hij haar dat hij altijd met 16 kg lood duikt omdat hij wat zwaar is. John plant een duik van 5 meter. Wat hij er niet bij zegt, is dat het meer ongeveer 100 meter diep is.
Na een snelle buddycheck duiken de twee naar beneden. Na een half uur, als ze het meer half rond zijn gezwommen, stijgt John plotseling naar de oppervlakte. Wat is er gebeurd? Eenmaal boven hoort ze het trimvest van John door de overdrukklep blazen.
De oorzaak is snel gevonden. Er zit een waterplant vast in de inflatorknop. Na een test willen de twee weer duiken. Ondertussen zijn ze een beetje naar het midden van het meer afgedreven en omdat John zwemmen te zwaar vindt, willen ze terug duiken met een kompaskoers.
Plots zinkt John als een baksteen. Manuela duikt hem achterna en probeert hem te bereiken. Na een tijdje heeft ze het onder controle en gebruikt ze haar inflator om drijfvermogen te creëren.
John vult ook zijn BCD en beiden schieten nu te snel naar de oppervlakte. Eenmaal aan de oppervlakte controleert ze John. Hij lijkt in orde te zijn. Een blik op de computer laat zien dat ze binnen drie minuten tot een diepte van 52 meter zijn gezonken.
Het duikcentrum belt onmiddellijk een spoedarts. De diagnose komt in het ziekenhuis: gelukkig geen deco-ongeluk.
Fout
Je moet altijd conservatief duiken tijdens nachtduiken. Na een gebrekkig drijfvermogen en wetende dat het meer bijna 100 meter diep was, nam John een levensbedreigend risico.
Die 16 kilo lood was waarschijnlijk behoorlijk overdreven. Het was een wonder dat zijn buddy hem kon bereiken en dat deze duik zo goed afliep.
1 Het buddypaar start de nachtduik zoals gepland.
2 Plotseling stijgt John naar de oppervlakte. Zijn trimvest blaast zich vanzelf op doordat een waterplant de bediening van de inflatorknop heeft overgenomen.
3 De duikers drijven naar het midden van het meer. Omdat John niet wil zwemmen (fout), willen ze duikend richting de kant zwemmen.
4 John zinkt als een baksteen de donkere diepte in. Manuela kan hem nog net bereiken.
5 Manuela houdt hem aan de kraan van zijn fles vast en probeert het drijfvermogen te herstellen.
6 Dan blaast John zelf zijn BCD op en schieten ze beiden door naar de oppervlakte. Totaal uitgeput, zien ze tot hun schrik op hun computer dat ze tot 52 meter zijn afgedaald.
Onzorgvuldige buddycheck
Deze zaak laat een aantal potentiële risico‘s zien die van tevoren hadden kunnen worden vermeden. De twee hebben geen redelijke briefing gehouden.
Bovendien werd er geen zorgvuldige buddycheck uitgevoerd, wat van fundamenteel belang is – vooral tijdens nachtduiken. Een hopeloze overload is helaas een veel voorkomend fenomeen.
Het is voor velen niet duidelijk wat het gevaar is om met te veel lood te duiken.
Als de buddycheck vaststelt dat een duiker veel lood nodig heeft, moet dit voor de duik besproken én gecontroleerd worden. Overigens kan het verminderen van de hoeveelheid lood door het gebruik van de juiste ademhalingstechniek worden geleerd in speciale cursussen.
Uiteindelijk is er natuurlijk altijd een zeker risico als je ’s nachts en zonder referentie midden in een meer (dus volledig in open water) gaat duiken. Het is raadzaam om eerst de juiste opleidingen hiervoor te volgen.
Deze trainingen brengen de nodige kennis en belangrijke vaardigheden bij voor veilig en comfortabel nachtduiken of met beperkt zicht. Met een betere conditie was het zeker mogelijk geweest om de afstand terug aan de oppervlakte te zwemmen.
De technieken om een vermoeide duiker tijdens het zwemmen op het wateroppervlak te ondersteunen, kun je ook via trainingsprogramma’s leren. Het zijn belangrijke vaardigheden om beter te kunnen reageren in noodsituaties.
Andreas Wyss, SSI Int. Training Director
Alle foto‘s: Wolfgang Pölzer