Bij de één worden de kasten opgeruimd en het huis gesopt. De voorjaarskriebels en paddentrek zijn weer in volle gang. Ik vind het schoon zat bij mij thuis en pak liever mijn snorkelspullen en camera. Ik ga ‘de plaat wel poetsen’. Het bruist namelijk weer van het leven in de beekjes en plassen. Mijn top 3.
Tekst en foto’s: Janny Bosman
1. Gewone pad Bufo bufo
Het begon allemaal met de paddentrek. De gewone pad trekt in maart vanuit zijn leefomgeving, bestaande uit bossen of struiken, naar het water om te paaien.
Dit is natuurlijk wel afhankelijk van het weer. In sloten, poeltjes en vennen zetten ze de eieren af als kralenkettingen. Gaandeweg ga ik op zoek naar telkens weer een ander of beter poeltje en nu reis ik in deze paaiperiode half Nederland door om overal te fotograferen.
Wanneer je daar zo intensief mee bezig bent, komt er van alles op je ‘pad’. Je ziet de waterplanten met de dag groeien en de frisse groene tinten geven de slootjes en poelen letterlijk weer kleur.
Ik heb Nederland qua natuur beter leren kennen en sta nog steeds versteld van uitzonderlijke stekjes, zo mooi! Hier zou ik voorheen nooit gekomen zijn. Het is dus niet alleen de foto die ik wil maken, maar het avontuur en de ontdekking erbij maken het bijzonder.
2. Beekprik Lampetra planeri
Eenmaal voor het eerst gevonden en bewonderd, is het de volgende keren wat eenvoudiger om hem te vinden – al blijft het erg moeilijk.
Ik ben op de Veluwe op zoek naar poeltjes voor de padden en kikkers. Waar ik ook wandel of op zoek ben; ik speur altijd in het water. En dan zie ik wat bewegen. Het is niet groter dan tien centimeter en zo slank als een glasaal.
In eerste instantie lijkt het gewoon op een afgebroken takje. Hij verraadt zichzelf door het zwemmen of verplaatsen van kleine kiezelsteentjes in de zanderige bodem.
Het is een beekprik op zijn trektocht naar een paaiplek in ondiep stromende beekjes of sprengen. Wat ben ik blij met deze onverwachte ontmoeting!
Het is februari en we weten wel dat ze in dit soort sprengen zitten, maar ik had ze veel groter in gedachten. Fotograferen van de beekprik is erg lastig.
Niet alleen de grootte en de beweeglijkheid van het visje, maar zeker ook door het ondiepe water in het beekje. Maar wederom geldt: goed observeren en heel veel geduld hebben.
Wanneer er eenmaal een nestkuiltje is gemaakt door wat verplaatsen van de kiezelsteentjes, zuigt het vrouwtje zich vast op een steentje en het mannetje zuigt zich weer vast op de kop van het vrouwtje.
Het mannetje draait zijn staart om het achterlijf van het vrouwtje waarmee het afzetten van de eitjes wordt gestimuleerd. Ze dekken de bevruchte eitjes af met zand en de beide beekprikken zullen spoedig sterven.
Wanneer eenmaal de eitjes uitkomen, zullen de blinde larven zich vier tot zes jaar vestigen in de humusbodem en voeden met algen die in de stroming voorbijkomen.
In oktober transformeren de larven zich tot geslachtsrijpe exemplaren en beginnen aan hun enige en laatste trektocht stroomopwaarts voor hun voortplanting.
3. Kleine watersalamander Lissotriton vulgaris
Ook de kleine watersalamander hoort in het rijtje thuis van mijn top 3 van het voorjaar. Deze schoonheid kun je het beste in hun paaiperiode vinden tot en met mei.
Jawel, vinden. Maar om te fotograferen zal het toch echt in een geschikte zoetwaterplas moeten zijn. Het wordt eentonig want ook die plas heb ik dit jaar gevonden tijdens het fotograferen van de padden.
Geconcentreerd ben ik twee paaiende padden in mijn beeldcompositie aan het plaatsen met de zo typische amplex-houding. Dan zie ik ineens vlakbij twee kleine watersalamanders op het zand.
Ik laat de padden maar voor wat ze zijn en volg de beide salamanders. Eindelijk heb ik ze in mijn zoeker, dat heeft heel wat jaartjes geduurd. Wow, het mannetje heeft in zijn paaiperiode een oranje kleur op zijn staart!
De salamanders leven graag tussen de waterplanten en zijn hierdoor lastig te vinden of te fotograferen, maar vandaag heb ik geluk. Er zijn er meer dan genoeg. Het beste moment is wanneer ze zich op een zandbodem bevinden.
Het voedsel van de kleine watersalamander bestaat onder andere uit watervlooien. Groot zijn ze niet met zo’n tien centimeter inclusief de forse staart. Thuis download ik snel de foto’s en geniet volop na bij het selecteren van de beelden. En als ‘schoonmaakdrang’ spoel ik hierna mijn cameraset. Dat is alweer meer dan genoeg.
Fotografietip
Bij mijn voorjaarsfoto’s gebruik ik geen flitslicht, maar bij uitzondering een lage stand pilotlamp.