Ter ere van haar 100-jarig bestaan zeilt de SY Pantagruel de wereld rond. Samen met mijn vriendin Karin van Leersum ga ik aan boord om mee te zeilen van Tonga naar Nieuw-Caledonië.
«Op het minerva rif is vrijwel nog geen mens geweest»
Tekst en foto’s: Arjan van Uem
Via een ‘datingsite’ voor booteigenaren en bemanning, komen we in contact met Joanna en Michael. Voor de honderdste verjaardag van hun boot, de SY Pantagruel, maken ze een wereldreis. Het klassieke zeiljacht van 18,5 meter werd in 1920 in Kiel gebouwd. Na een aantal mailtjes en Skype-gesprekken gaan we het avontuur aan en sluiten aan tijdens de overtocht van Tonga, een kleine eilandengroep in de Stille Zuidzee, naar Nieuw-Caledonië, een Frans overzees gebied aan de andere kant van het Great Barrier Reef.
De boot is niet alleen voorzien van twee masten en een roer, maar beschikt ook over duikflessen, een compressor en een stand-by boot. Kortom, een ideale uitvalsbasis om de Stille Zuidzee boven en onder water te ontdekken!
Ver van de bewoonde wereld
Begin oktober gaan we aan boord. In de haven van Tonga zetten we de koers uit naar het noordelijk en zuidelijk Minerva Rif. Dit zijn twee atollen tussen Tonga en Nieuw-Zeeland. Na twee dagen zeilen komen we aan bij het rif waar de golven breken in het midden van de oceaan. Vanaf de boot zien we door het kraakheldere water grote koralen. Het noordelijk Minerva Rif is een donutvormig atol met een diameter van 6 kilometer en het heeft een kanaal om in en uit te varen. We laten ons anker vallen op een zanderige bodem in het atol. Het weer is perfect voor een duik, amper wind en de zon staat hoog aan de hemel.
We starten de duik aan de binnenkant van het kanaal. Er staat een lichte stroming en we zwemmen richting de westkant naar buiten. Aan de buitenkant is een steile muur van koralen te zien die vanaf de oppervlakte tot diep in het kraakheldere water doorloopt. Tussen de rotsen groeien sponzen ter grote van skippyballen en waaierkoralen dansen in de stroming. Nergens op de muur is een dood stuk koraal te vinden. Reusachtige makrelen en tonijnen begroeten ons. 450 kilometer van de bewoonde wereld zijn, doet het onderwaterleven hier erg goed.
Grijze rifhaaien
Vanuit de diepte komen er steeds meer grijze rifhaaien naar ons toe. Ze zijn duidelijk nieuwsgierig en komen met 20 tegelijk een kijkje nemen. Erg spannend en zelfs een beetje intimiderend, wanneer ze je tot op 2 meter naderen. Het lijkt alsof ze geen angst kennen. We laten de haaien achter en vervolgen onze weg. We zien kleurrijke koraalvlinders die hun naam eer aandoen. Dit is puur genieten!
De volgende ochtend gaat Karin een stuk zwemmen, maar haar ochtendgymnastiek wordt al gauw verstoord. Ik zie dat een kleine rifhaai haar nieuwsgierig nadert. Gauw zwemt ze terug naar de boot en de haai haakt af. We maken ons klaar voor een tweede duik, ditmaal aan de oostkant van het kanaal. Het rif is minder steil en de bodem zit vol kloven waartussen diklipvissen jagen en grote baarzen imposant hun tanden tonen. Op de bodem groeit het ene koraal over het andere heen. Zo ontstaat er een hoogbouw van koraal die elke vierkante centimeter benut. De koralen concurreren om elk plekje om maar zoveel mogelijk zonlicht op te kunnen vangen.
Onderwaterbos
‘s Avonds vertrekken we begeleid door een schitterende zonsondergang naar het zuidelijk Minerva Rif. Dit bestaat uit een 8-vormig atol, waarbij de westelijke cirkel gesloten is en de oostelijke cirkel opnieuw donutvormig is met een kanaal. Er doet een verhaal de ronde over tijgerhaaien die opgesloten zouden zitten in het afgesloten atol. Het rif staat namelijk droog bij laagwater, waardoor ze er niet uit zouden kunnen. Om het verhaal te verifiëren, gaan we met de stand-by boot voorzichtig over het rif bij hoogwater. Vanaf de boot zien we geen haaien, maar om snorkelend naar de tijgerhaaien te zoeken gaat ons te ver. Het onderwaterleven op het zuidelijk Minerva Rif lijkt uitvergroot. De wand is minder steil en rotsachtiger dan bij het noordelijk gelegen broertje.
We duiken tussen de rotsen, waar felblauwe en groene koralen groeien die ik nog nooit heb gezien. Ertussen ligt een grote groene schildpad te slapen. De kleuren van zijn schild schitteren door de zonnestralen, die moeiteloos tot 10 meter diepte komen. Het lijkt wel herfst; er groeien paddenstoelen in het bos en de rode koralen lijken op de verkleurde blaadjes van bomen. Na de terugkeer wacht ons nog een klusje. Op de romp van de zeilboot groeien algen en die moeten eraf geschrobd worden. We schuren en schrapen de algen van de boot onder het toeziend oog van een passerende witpunthaai.
Duikomstandigheden
Het weerbericht voorspelt dat die avond de wind zal aantrekken. Dit betekent dat de duikomstandigheden minder goed zullen worden, maar het is wel weer om te zeilen. Daarom vertrekken we ’s avonds richting Nieuw-Caledonië. De overtocht duurt uiteindelijk vijf dagen, waarbij onderweg de wind toeneemt tot windkracht 8 met golven van wel 4 meter. Mijn duikavontuur bij het Minerva Rif duurde maar drie dagen, maar het waren drie dagen die ik nooit meer zal vergeten. Het was de meest pure vorm van duiken in de onaangetaste natuur, waar vrijwel geen mens komt.