Terwijl de berging van het superjacht Bayesian, dat in augustus 2024 zonk voor de kust van Sicilië, bezig is, spreekt DUIKEN met een man die zijn leven wijdde aan dit soort complexe, risicovolle operaties. Herman van Vugt (82) heeft bijna veertig jaar lang als beroepsduiker wrakken gelicht, met name op binnenwateren. Hij kent het vak van binnenuit. “Je moet rustig blijven, ook als je weet: ik ga eraan.” 

Door Harriët Plantinga 

Geen zwemmen gehad op school 

“Ik kon niet eens zwemmen,” begint Herman. Op zijn zestiende begon hij met zwemles. “Daar is de liefde voor het water ontstaan.” Hij werd zeeman, en tijdens een vaart raakte een touw verstrikt in de schroef. “Toen kwam er een duiker aan boord. Wat die man deed, vond ik zó indrukwekkend. Ik ben toen meteen naar een sportduikclub gegaan.” Het beviel. Niet lang daarna werd hij beroepsduiker, gespecialiseerd in bergingen. 

“Vooral in de binnenwateren, waar je nooit zicht hebt. Alles doe je op de tast. Je moet boven water een mentale foto maken, en die onder water ‘zien’. Dat leer je niet in een jaar, dat leer je in jaren.” Binnenwateren vormen volgens hem dan ook “de moeilijkste tak van sport. 

Wat begon als fascinatie, werd een wereldcarrière. Met bergingsbedrijf SmitTak werkte hij wereldwijd, van ZuidAmerika tot Azië. “In Zuid-Chili moest ik ooit onder een schip kijken dat helemaal open lag van onderen. Puur vakwerk.” 

 Zijn favoriete klus? “Jachtjes omhoog krijgen met eenvoudige middelen. Dat was mijn grootste hobby.” 

Anderen lezen ook:  Ontdek de Rode Zee met Blue Planet

Allesbehalve simpel 

Wat neem je mee onder water? Herman is nuchter: “Warmte, ademlucht, en communicatie. Een ‘telefoon’ voor contact met boven. En natuurlijk je gereedschap: een brander, een hamer.” 

Toch is het werk allesbehalve simpel. Bij grote bergingen kan een operatie weken tot maanden duren. “Soms ben je een jaar bezig. Je snijdt het schip in stukken met een ketting. Als duiker stuur je dat proces. Je moet precies inschatten hoe je voorkomt dat er grote delen omvallen en mensen verpletteren.” 

Berging van de Bayesian 

De berging van het 56 meter lange superjacht Bayesian is volgens Herman “een enorme klus.” Het schip, een van de grootste en duurste jachten ter wereld, zonk tijdens een storm met windstoten tot 117 km/u en ligt op de zeebodem bij Sicilië. De operatie, gecoördineerd door TMC Marine en uitgevoerd door SMIT Salvage en HEBO Maritiemservice, werd tijdelijk stilgelegd nadat een Nederlandse duiker omkwam. Hij overleed vermoedelijk door een (medisch) incident of door vallend materiaal/puin. 

 “Eerst ga je met twee duikers naar beneden om de situatie te verkennen. Je kijkt: hoe ligt het schip? Waar zitten de gaten? Hoe groot zijn ze? Waar zit de spanning in de constructie?” legt Herman uit. “Je tekent het schip uit, maakt inschattingen van de krachten die erop werken. Dat duurt dagen. Daarna maak je een plan: bijvoorbeeld welke gaten moeten worden gedicht. Als dat technisch klopt, komt er ook nog een financieel plan, dat moet worden goedgekeurd. Pas dan wordt het materieel ingevlogen en personeel ingehuurd.” 

Herman van Vugt

Technisch gezien is het jacht makkelijker te bergen dan een vrachtschip: er zit geen lading in. “Maar het moet wel heel blijven,” zegt Herman. “Elke beschadiging kost geld. Je kunt het het beste omhoog krijgen met drijvers. Als je met stroppen gaat trekken, maak je het erger.” 

Anderen lezen ook:  Hoe voorkom ik uitdroging?


Stikstofroes 

Onderwaterwerk blijft gevaarlijk. Bij diepduiken zijn menggassen nodig om stikstofnarcose te voorkomen. “Bij stikstofnarcose krijg je een soort dronkenschap, een stikstofroes. Je wordt lollig en gaat gekke dingen doen. Dat kan dodelijk zijn.” 

Herman heeft het zelf meegemaakt. “Ik zwom ooit een wrak binnen en kon de uitgang niet meer vinden. Of ik probeerde een dik touw door een te klein gat te duwen. Achteraf lach je, maar toen niet.” 

Soms speelde hij ook met vuur. “Ik heb weleens dingen gedaan die je gerust waaghalzerij kunt noemen,” geeft hij toe. “Even snel een visnet ophalen, terwijl je al door je lucht heen bent. Dan gebruik je je reserve om de klus toch af te maken. Toen ik mijn pak wilde opblazen, ging het kapot. Ik heb mezelf aan de lijn omhoog getrokken.” 

Dat gebeurde op 42 meter diepte. Daarna lag hij dagen in de hyperbare tank. 

De dood hoort erbij 

Soms haalt een duiker ook overleden mensen boven water. “Ik heb piloten geborgen uit neergestorte vliegtuigen,” zegt hij. “Dan voel je in het wrak of je een lichaam voelt. Ik praatte dan altijd tegen de overledene: ‘Ik doe even een touw om je heen, dan neem ik je mee naar boven.’ Lichamen bergen hoort erbij. Ik had daar geen moeite mee. 

Begeleiding of nazorg was er nooit. “Nee. Je weet dat je risico neemt en de dood hoort erbij. Je moet koelbloedig blijven, geen paniek. Anders ben je ongeschikt voor dit werk.” 

Anderen lezen ook:  Sardine Run Zuid-Afrika

Hij vertelt ook over het moment dat hij bijna verdronk. “Ik voelde het water in mijn longen stromen. Toen wist ik: ik ga eraan. Daarna weet ik niets meer. Ik werd wakker in de ambulance.” 

Respect, vertrouwen en teamwork 

Het duikwerk vormt je als mens. “Je bent een eigenheimer. Onder water ben jij degene die de situatie beoordeelt. Je collega’s moeten blind op je kunnen vertrouwen. Een losse duiker is niets  het is teamwork.” 

Respect en communicatie zijn essentieel. “Je moet goed kunnen samenwerken en elkaar begrijpen. Want onder water is het stil. En gevaarlijk.”