Voor veel hartstochtelijke duikers is freediving – letterlijk – een andere tak van sport. Freediving heeft het imago moeilijk te zijn en is vooral gericht op prestaties. Maar klopt dat beeld eigenlijk wel? Daniel Versteeg en Robin van Tilburg reizen af naar TODI voor een eerste kennismaking met deze nieuwe wereld. En worden aangenaam verrast.
Tekst: Robin van Tilburg Foto’s: Daniel Versteeg
Geconcentreerd vul ik mijn longen met zoveel mogelijk lucht, precies zoals me is verteld. Inademen via de buik, daarna mijn borstkas maximaal uitzetten. Ik werp mijn snorkel uit en maak een snelle hoekduik naar beneden. Dankzij wat slagen met mijn special bi-fins ben ik al enkele meters diep. Dan valt mijn oog op een laaghangende tak van een boomstam, ik schat op zo’n acht meter diepte. Enkele kleurrijke jonge visjes zweven geduldig voor de opening. Zou het…? Ik zet aan en ja hoor, gelukt! Even twijfel ik nog of ik tussen de iets verderop gelegen Romeinse pilaren door zal zwemmen, maar ik kan de signalen van mijn longen helaas niet langer negeren. Iets wat met training wél schijnt te kunnen. Ik gebaar naar mijn buddy dat alles ok is en maak de gang naar boven. Wanneer ik aan de oppervlakte weer naar lucht hap, hoor ik een stem naast me. «Hoe ging het?» Het is Jeanine Grasmeijer, recordhouder freediving met een diepte van 92 meter op haar naam, en vandaag mijn trainer. Ongeveer hetzelfde wanneer je je eerste rijles krijgt en Max Verstappen je instructeur blijkt te zijn. «Dit is echt fantastisch», hoor ik mezelf antwoorden. En ik meen het. Sterker nog: ik wil nog een keer! Adem in… adem uit… adem in… GO!
Tips van echte pro’s
We zijn al vroeg op weg naar het Belgische duikcentrum TODI, waar we op uitnodiging van Mares/SSI ons een dag mogen onderdompelen in de wereld van freediving. We verkeren in goed gezelschap: duikscholen uit onder andere Renesse, Utrecht en Breda hebben eveneens koers gezet naar Beringen. Allemaal om meer te weten te komen over deze duikvariant. De sterke koffie vormt het eerste hoogtepunt van de dag en bij de koffieautomaat zie ik al een paar bekende gezichten. Zo geeft Jeanine Grasmeijer iedereen een hand en niet veel later zie ik ook Frédéric Buyle langs lopen. Toch wel een van de meest bekende freedivers in de wereld. En wie kunnen er nu beter over de sport vertellen dan de atleten zelf? Dit moeten ze vast hebben gedacht bij Mares. Naast twee eerdergenoemde freedivers zijn ook de Italiaanse Carlo Boscia en de Belgische Inge Verbruggen aangeschoven. Ze staan in de startblokken om ons wegwijs te maken in deze bijzondere wereld. Hun wereld. «Ik ben geen recordhouder, maar ik kan wel al twaalf jaar leven van mijn freediving school op Elba.» Carlo maakt meteen korte metten met het vooroordeel dat freediving vooral een competitieve sport zou zijn. «Wanneer je je ritme hebt gevonden, ontstaat een passie voor het leven.» Foto’s en video’s zetten zijn woorden kracht bij. Maar is freediving voornamelijk geschikt voor zonnige eilanden met een aangename temperatuur en kraakhelder water, of bieden ook Nederland en België mogelijkheden? Die vraag wordt beantwoord wanneer Jeanine een grote hoeveelheid locaties met ons deelt. Indoor faciliteiten in Badhoevedorp, Beringen, Den Bosch en Tilburg, maar ook buitenwateren zoals de Vinkeveense Plassen, Oosterschelde, Grevelingenmeer en Boschmolenplas. Of je nu in het zwembad aan je static wilt werken, een opleiding wilt volgen of meedoen aan competities: de levendige freedive community heeft onder andere via speciale Facebookpagina’s contact met elkaar. Ook steeds meer duikscholen nemen freediving op in hun aanbod. «Wanneer mensen de intense vrijheid ervaren, zullen ze vanzelf overstag gaan. Dan wordt het een levensstijl.» Wanneer die woorden uit de mond komen van Frédéric, die op zijn zevende begon met freediven en er zijn hele leven aan heeft gewijd, ben ik geneigd om hem te geloven. «Dus het lijkt me goed dat jullie zo zelf het water in gaan.»
Even rustig ademhalen
Wat onwennig loop ik met mijn uitrusting naar de rand van het bassin. Nou ja, uitrusting? Voor mijn gevoel heb ik veel te weinig bij me. Een wetsuit, speciale bi-fins met schoentjes en een masker met snorkel. That’s it! Ook het 3 mm pak lijkt anders te zitten. Deze sluit beter aan op mijn lichaam en voelt flexibeler. Misschien omdat je geen trimvest hebt dat ertegenaan schuurt en slijtage veroorzaakt? Bij navraag blijkt dit inderdaad te kloppen. Voordat we het water ingaan, volgt een al even belangrijk – en essentieel – onderdeel van freediving als het daadwerkelijke duiken zelf: namelijk de ademhaling. Want hoe kan het dat sommige mensen hun adem zes, zeven of zelfs meer dan tien minuten in kunnen houden? Carlo maakt het simpel voor ons: «Het is een combinatie van techniek en ontspanning. Wanneer je niet ontspannen bent, gaat het je sowieso niet lukken.» En zo lig ik niet veel later tussen dertig andere aspirant-freedivers op een matje met gesloten ogen ademhalingsoefeningen te doen. Een hand op de buik en een op de borst om de ademhaling bewust te volgen. Eerst enkel via de buik om de hartslag naar beneden te krijgen en in ontspannen modus te komen. Wanneer dat het geval is, wordt ook de borstkas erbij gepakt om de longen zoveel mogelijk te vullen met lucht. Met altijd als stelregel: twee keer zo lang uitademen dan dat je inademt. Ik merk dat mijn hartslag inderdaad naar beneden gaat en voel me ontspannen. So far, so good.
Verslavend
Via het trappetje lopen we in kleine groepjes het water in. Zelf hoor ik bij het gezelschap dat nog nooit eerder deze activiteit heeft beoefend. Jeanine is onze geduldige begeleidster. Allereerst gaan we onze static oefenen, ofwel het zolang mogelijk inhouden van de adem onder water. Ik verwijder mijn snorkel en laat mijn gezicht zakken. Het is allesbehalve een straf om de talloze visjes te bekijken. De recente babyboom heeft voor nog meer bewoners gezorgd bij TODI. «Ok jongens, nu mogen jullie gaan freediven. Houd elkaar wel goed in de gaten.» En daar gaan we dan: om de beurt duiken we naar beneden tot wat binnen ons ademhalingsvermogen ligt. Ook al zorgt een verkoudheid dat het klaren wat moeizaam gaat: het mag de pret niet drukken. Wat is dit gaaf! Ik merk dat ik telkens weer opnieuw naar beneden wil. Wat een heerlijk gevoel van vrijheid! En wat een bewegingsvrijheid vooral. Het gebrek aan een tank en trimvest komt de flexibiliteit zeker ten goede. Ik merk dat ik fanatieker word. Telkens net even verder, nog iets dieper of even een andere slag uitproberen, maar vooral genieten van het moment. En is dat niet hoe een nieuwe hobby of verslaving ontstaat? Om mij heen hoor ik vrijwel uitsluitend positieve geluiden. «Ik voel me net een zeemeermin», glundert Marijke, mijn buddy naast me. Dat is niet zomaar een uitspraak: met een monovin kun je de sierlijke beweging van deze mythische figuur nabootsen. Later hoor ik dat de populariteit niet te onderschatten valt: iedere tweede maandag van de maand is het in TODI voor de liefhebber Mermaid Monday. Geen grap.
Eenmalig of niet?
Tijdens de lunch raak ik in gesprek met Frédéric en hij moet glimlachen wanneer ik mijn positieve ervaring met hem deel. Als iemand die continu de grenzen van de ultieme vrijheid opzoekt, weet hij natuurlijk als geen ander hoe het voelt. Onderweg naar huis weet ik al dat dit niet de laatste keer is dat ik dit heb geprobeerd. Nee, dit is iets wat ik nog veel vaker wil gaan doen naast het gewone duiken. Eén van mijn goede voornemens voor 2018 is dan ook om een cursus freediving te volgen. Het was een gave kennismaking met een prachtig nieuwe wereld die uit veel meer bestaat dan enkel het vestigen van records. Simpelweg genieten is al meer dan voldoende.
Een freedive try out volgen?
Dat kan bij TODI! TODI is het eerste indoor snorkel- en duikcentrum in Europa waar bezoekers in optimale en veilige omstandigheden kunnen genieten van de wondere onderwaterwereld, tussen kleurrijke tropische zoetwatervissen en levensechte decorelementen. Een gigantisch duikbassin van 10 meter diep en 36 meter doorsnee, met meer dan 6.200.000 liter water en een temperatuur van 23°.