Soms kan nieuwsgierigheid je verraden. Dat geldt zeker voor de slijmvis. Goed verstopt tussen de basaltblokken of steenstort, is blijkbaar de drang toch groot om te zien wat er ‘buitenshuis’ gebeurt. Voorzichtig komt hij uit zijn schuilplaats en dan slaat de vonk over. De slijmvis heeft een grappige, zeg maar vriendelijke kop, waar ik gelijk verliefd op word. Een waar lachebekje in de Oosterschelde!
Tekst en foto’s: Janny Bosman
Slijmvis (Lipophrys pholis) leeft grotendeels in het ondiepe zeewater, zo rond de laagwaterlijn. Alleen in de winter verblijven ze in dieper water. Dat we voor vandaag als duikstek Bergse Diepsluis nemen met hoogwater, is een juiste keuze. Bij HW kunnen we de dijk afzoeken op een diepte tussen de twee en drie meter, dat zwemt prettiger dan met de duikfles aan de oppervlakte bij LW. Er staat nagenoeg geen wind en dat maakt de omstandigheden ideaal.
We gaan bij de trap te water en dan linksaf. Eenmaal klaar om de slijmvissen te zoeken, is het gelijk prijs. Tussen de spleten van de basaltblokken zie ik een slijmvisje. Een kleintje. Maar ogenblikkelijk is hij ook weer uit beeld. We nemen alle tijd en verplaatsen ons traag, grote afstanden gaan we deze duik niet halen. Af en toe vinden we plekjes waar ze ‘naar buiten komen’. Schichtig verplaatsen de visjes zich en liggen dan weer stil.
Grappige ogen
Wanneer er eentje vol in beeld is, zie je duidelijk de grote bek met tandjes, de grappige ogen en het achterlijfje met een lange rugvin die van kop naar staart loopt. Slijmvis, vaak steenslijmvis genoemd, is een bodemvis zonder schubben. Het voedsel bestaat onder andere uit zeepokken, slakken en kleine kreeftachtigen. Het fotograferen van de slijmvissen gaat tijdens deze duik steeds beter, ze blijven nu wat langer vrij liggen en het aantal groeit. Ik moet zo af en toe zelfs kiezen, maar het wisselen naar een ‘betere’ wordt niet altijd beloond. Zoef, weg is ie en degene waar ik eerst op gefocust was, is er nu ook vandoor.
Uiteindelijk vinden we tientallen slijmvissen in een klein gebied. Van 1,5 meter afstand houden, hebben ze hier nog nooit gehoord! Een week later gaan we ons geluk beproeven bij duikstek Strijenham. Ook hier zoeken we tussen de twee en drie meter diepte bij hoogwater in de omgeving van de trap. De slijmvissen komen na verloop van tijd tevoorschijn en de kleurvariaties zijn opvallend. Alle visjes zijn gevlekt, maar de basiskleur van enkele exemplaren is geelgroen met grijs en van andere weer grijs met paars. Hoe dan ook, ze zijn weer schattig om te zien en te fotograferen.
Slijmvis: fotogeniek
Naast de slijmvis, is er ook de gehoornde slijmvis (Parablennius gattorugine). Door de twee hoorntjes op de kop kan deze slijmvis nog fotogenieker zijn. Het schuwe gedrag is hetzelfde. En ook zijn nieuwsgierigheid liegt er niet om. Op veel vlakken zijn de gehoornde slijmvis en de slijmvis hetzelfde. De bekroning is het overduidelijke verschil met wat donkerrood tot oranje kleurtekeningen.
De gehoornde slijmvis is wel vaker op diepere plekken te vinden, maar tussen de hangmosselculturen ben ik ze ook tegengekomen. Het lijkt erop dat het leefgebied van de gehoornde slijmvis wat groter is zo tussen de oppervlakte en de aflopende zeebodem. Maar beschutte plekjes in de vorm van spleten bij steenstort of wrakken hebben ze wel nodig. Van andere duikers hoor ik vaak dat ook zij de slijmvisjes zo leuk vinden.
Op de een of andere manier weet het visje met zijn gedrag de duikers in te palmen. Het kost mij dan ook geen enkele moeite om zo af en toe een duikje in dit ondiepe deel van de Oosterschelde te maken en naar ze op zoek te gaan.