Uit een nieuw onderzoek is gebleken dat walvisachtigen naar grote diepte duiken wanneer ze geconfronteerd worden met sonar afkomstig van schepen of helikopters. Dit gedrag werd ontdekt bij een groep dolfijnen van Cuvier voor de kust van Los Angeles.
Een groep van 16 dolfijnen van Cuvier (Ziphius cavirostris), uit de familie van de spitssnuitdolfijnen, werd 3 maanden gevolgd en het bleek dat ze naar grote diepte doken wanneer ze gestoord werden door de sonar van zeeschepen of helikopters. En niet alleen doken ze dieper dan normaal, ook bleven de dolfijnen aanzienlijk langer onder water dan gebruikelijk.
Marine
In het gebied worden regelmatig oefeningen gehouden door de marine en daarbij wordt sonar gebruikt om de diepte van het water te peilen, of om te zien of er onderzeeërs aanwezig zijn. Sonar is een geluid in de middengebied van het voor mensen hoorbare geluidsspectrum. Het principe werkt hetzelfde als de ultrasone geluid dat vleermuizen uitstoten, die door de reflectie de positie van een prooi tot op de centimeter nauwkeurig kunnen bepalen.
Er lopen diverse onderzoeken naar de effecten van sonar op walvissen. Het vermoeden bestaat al langer dat sonar de onderlinge communicatie tussen de dieren verstoort, evenals het geluid van scheepsmotoren, schroeven en ander industrieel lawaai. Walvissen kunnen over zeer grote afstanden met elkaar communiceren, en dat wordt onder meer gebruikt om een partner te vinden. Er lijkt zelfs een samenhang te zijn tussen sonar en het stranden van walvissen in laag water.
Caissonziekte
Dat de onderzochte dolfijnen langer onder water blijven dan normaal baart de onderzoekers zorgen. Ze werden geconfronteerd met een duik die bijna een uur duurde en dat is nog nooit eerder waargenomen bij deze soort. De angst bestaat dat de dieren hierdoor risico lopen op caissonziekte wanneer ze na de lange duik te snel weer naar het oppervlak gaan. Caissonziekte, ook wel decompressieziekte of duikersziekte genoemd, kan fataal zijn.
Bronnen: The Royal Society, Nu.nl ©AnimalsToday.nl Bart van Riel