Je brandstoftank van je auto bijna leegrijden om maar zoveel mogelijk kilometers op de dagteller te hebben staan, is vast voor velen herkenbaar. In de duiksport wordt dit ook nog wel eens geprobeerd, om zolang mogelijk te duiken en de tank letterlijk ‘vacuüm te zuigen’. Dit kan levensgevaarlijke situaties opleveren. De gehele duikgemeenschap is het nog lang niet met elkaar eens over de juiste manier van gasreserve plannen. Sander Evering van Dive Solutions heeft een duidelijke strategie en deelt die met ons.
Tekst: Sander Evering Foto’s: René Lipmann
Voordat we verder ingaan op het onderwerp gasreserve kan het geen kwaad om te bedenken waarom dit zo belangrijk is. Het geeft je meer tijd wanneer je onder water met problemen te maken krijgt. Van het overschrijden van je diepte- en tijdslimieten, omgaan met navigatiefouten tot en met het controleren van lekkages aan je uitrusting. Maar de belangrijkste reden is wel het kunnen helpen van een teamgenoot met een van de grootste problemen die we kennen: een acute geen-gas situatie. De kans dat je dit meemaakt is niet groot, maar juist als het gebeurt is het van levensbelang dat we in staat zijn om te helpen. En dat we voldoende gas hebben om te kunnen helpen. Hoe dan ook, onze gasreserve moet in ieder geval voldoende zijn om een duiker zonder gas mee naar boven te nemen terwijl er gas gedeeld wordt tot aan de oppervlakte of een andere beschikbare gasvoorraad. Die andere voorraad kan bijvoorbeeld een decompressiegas zijn, zoals nitrox 50%, dat je pas op 21 meter diepte of ondieper kunt ademen.
50 bar voldoende?
De meeste duikers zullen op de vraag ‘hoeveel gasreserve plan je’ antwoorden dat 50 bar voldoende is. Op de vraag of je met 50 bar uit het water moet wandelen of dat je dan aan de opstijging begint, moeten de meesten al even nadenken. En geldt 50 bar voor elke duik, ook als je naar 30 meter gaat? Lastige vragen allemaal en dat is ook niet gek. Er is niet zomaar een sluitend antwoord te geven. Je gasreserve hangt namelijk van een groot aantal factoren af. Zo kun je wel zeggen dat 50 bar genoeg is, maar met wat voor tank duik je? Is het een 10 liter, een 15 of een dubbel 12? 50 bar reserve in een dubbel 12 staat namelijk gelijk aan 120 bar in een 10 liter tank. Het volume van je tank is dus van invloed, net zoals de diepte waar je je bevindt. Bij diepere duiken is niet alleen je verbruik hoger, het kost ook nog eens meer tijd om boven te komen. En over tijd gesproken, hoelang duurt een opstijging eigenlijk? Met welke snelheid plan je een opstijging en welke snelheid haal je in de praktijk terwijl je gasdelend in leven probeert te blijven? Misschien hangt een en ander dan ook wel af van je duikvaardigheid en ervaring, heb je deze skills tot in den treure geoefend en raak je er niet warm of koud van, of heb je met de gedachte ‘dit overkomt mij toch nooit’ deze oefening ver achter je gelaten? In het laatste geval zal een duiker wellicht stevige stress ervaren die niet alleen nadelig is voor de opstijging, maar ook voor het gasverbruik. Een duiker met zo veel stress kan de controle over de ademhaling verliezen en als een bezetene een tank in afzienbare tijd vacuüm zuigen. Daarbij neemt de kans op een veel te snelle opstijging, of helemaal geen opstijging, flink toe.
Rekenvoorbeeld
Omdat ik hier ga uitleggen hoe (een aantal) technische duikers hun gasvoorraad verantwoord berekenen, ga ik er ook van uit dat de basis skills goed op orde zijn. Dat betekent in staat zijn om gas te delen en een opstijging te maken inclusief alle geplande stopjes terwijl de stressfactor gecontroleerd blijft. In het rekenvoorbeeld plannen we een duik naar 30 meter en de grootte van de tank is een dubbel 12, ofwel 24 liter. De rest van de variabelen gaan we stuk voor stuk invullen: het verbruik, de gemiddelde diepte en hoeveel tijd er nodig is om boven te komen. Eerst rekenen we het aantal liters gas uit, dat zetten we later om in bar.
Laten we starten met het verbruik, hoeveel wordt er geademd? Gelijk een lastige, dat is natuurlijk per persoon verschillend. Een gemiddelde duiker verbruikt 15 tot 20 liter per minuut, maar getallen erboven of -onder zijn ook vrij normaal. Omdat we ervan uitgaan dat we te maken hebben met goed getrainde duikers, zal het gasverbruik tijdens enige stress door het gasdelen niet veel toenemen. We plannen dan ook met 20 liter per minuut, maar wel maal factor 2 omdat er natuurlijk twee duikers tegelijk uit een set ademen. Indien nodig pas je dit getal aan als je weet dat je verbruik standaard hoger is dan gemiddeld. Vervolgens rijst de vraag op welke diepte we ademen. We starten op 30 meter en we eindigen aan de oppervlakte. Om de rekensom eenvoudig te houden nemen we aan dat we gemiddeld ergens in het midden zitten, ofwel op 15 meter. Daar heerst een omgevingsdruk van 2,5 bar.
Als laatste is het van belang hoelang we bezig zijn om op te stijgen. Het kan best zijn dat we al een bodemtijd van 25 minuten hebben gehad, dan is een (te) snelle opstijging zeker niet gewenst. We willen natuurlijk voldoende tijd hebben om te ontgassen, maar ook is er voldoende tijd nodig dit gasdelend te doen. Een normale opstijging zou ongeveer 7 minuten duren, gebaseerd op 9 meter per minuut naar 15 meter en vanaf daar verder met 3 meter per minuut. Voor de zekerheid plannen we nu de gehele opstijging met 3 meter per minuut; dus 10 minuten in totaal. Ook plannen we nog een extra minuut om je na het gasdelen klaar te maken voor de opstijging, dus dan komen we op 11 minuten. Nu zijn we klaar om te rekenen:
Twee duikers ademen met 20l/min op gemiddeld 15 meter 11 minuten uit dezelfde tank. Dat kost dus twee duikers x 20l/min x 2,5 bar x 11 minuten = 1100 liter gas.
Als je dit getal deelt door het volume van je tank dan weet je om hoeveel bar het gaat. In een dubbel 12 is het dan 45 bar, dat ronden we af op 50 vanwege de afleesbaarheid en de beperkte nauwkeurigheid van de manometer.
Dezelfde berekening is van toepassing bij een duik naar 45 meter, dan is er niet alleen een andere diepte maar ook de aanwezigheid van een decompressiegas, meestal nitrox 50%.
Omdat je nitrox kunt ademen vanaf 21 meter bereken je de gasreserve vanaf 45 meter tot 21, de gemiddelde diepte is dus 33 meter, ofwel 4,3 bar.
De stijgtijd is 8 minuten en we nemen 1 minuut op de bodem extra (om eventuele problemen op te lossen) plus nog een minuut voor de gaswissel op 21 meter; 10 minuten in totaal. Met het verbruik van twee duikers x 20l/min x 4,3 bar x 10 minuten heb je 1720 liter ademgas nodig. Afgerond in een dubbel 12 komt dat neer op 80 bar.
Variabele variabelen
Zoals je in de berekening kunt zien, hangt de gasreserve af van meerdere factoren. Toch zijn dat ook aannames, deze factoren zijn niet altijd gelijk. Gelukkig is de berekening relatief eenvoudig en kun je snel meer of minder veiligheid inbouwen. Dit doe je door bijvoorbeeld je gasverbruik aan te passen, zo rekenen minder getrainde duikers meestal met 30 liter per minuut. In lastige omstandigheden, zoals koud water, is het raadzaam om ook conservatiever te rekenen. Met dikke onderkleding en droge handschoenen gaat alles niet meer zo snel als in warm water met een natpak en zonder handschoenen. Of misschien heb je lang niet gedoken en zit je even wat minder goed in je skills dan voorheen. Dan kun je snel 1 of 2 minuten extra meenemen in de opstijgtijd zodat je gasreserve iets groter wordt. Wetende dat je in elke duik op elke diepte voldoende gas hebt om samen gasdelend boven te komen, geeft veel zekerheid en rust. Je duiken worden daardoor een stuk leuker!
Over onze expert
Sander Evering is eigenaar van Dive Solutions. Hij heeft jarenlange ervaring in lesgeven op het gebied van sport- en technisch duiken. Hij is GUE Rec 1-3, Fundamentals, TECH 1, DPV, IANTD en PADI Instructeur. Hij verzorgt daarnaast workshops en persoonlijke trainingen en hij is fanatiek grot- en wrakduiker. www.divesolutions.nl
Bekijk ook: Basic 5, onmisbare duikoefeningen