Tussen Den Helder en Texel zijn honderden schepen ten onder gegaan, waarbij de KNRM vele reddingsacties heeft uitgevoerd om de opvarenden te redden. In het Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers in Den Helder, is momenteel een tentoonstelling over ‘Gezonken Reddingen’, waarbij zeven wrakken en de reddingsacties zijn uitgelicht. Eén van die wrakken is de SS Nordlyset, waarbij de redding helaas een zwarte rand had…
Tekst: Nina Tourton Foto‘s: Cor Kuyvenhoven
In de vroege morgen van 18 december 1877 komt er een melding bij de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij) binnen dat vlak voor de kust van Texel, bij de Noorderhaaks, een schip is gestrand. Het betreft het Deense vrachtschip SS Nordlyset, dat met een lading graan onderweg is van Riga naar Antwerpen. In de hevige storm is het schip vastgelopen.
Onmiddellijk wordt de reddingboot – een zelfrichtende roeireddingboot van Nieuwediep, te water gelaten en bemand. De stoomsleepboot Stad Amsterdam brengt de reddingboot en bemanning naar de strandingsplaats. Dit is niet gemakkelijk, omdat het weer onstuimig is en de zee hoog en wild. Menig gezagvoerder zou al opdracht gegeven hebben om terug te keren, maar de kapitein van de Stad Amsterdam is onverschrokken, heel kundig en dus zet hij door.
De gehele bemanning van de Nordlyset, 23 man, stapt over in de roeireddingboot. Dit aantal is te veel voor de kleine boot, maar de Nordlyset verkeert in een benarde toestand en de bemanning moet onmiddellijk het schip verlaten. Anders vergaan ze samen met het schip. Ze hebben dus de keuze tussen verdrinken of allemaal in de reddingboot. De keuze is natuurlijk snel gemaakt. De bemanning van de reddingboot maakt geen bezwaar, ondanks dat dit voor hen ook grote risico’s met zich mee brengt.
Reddingboot slaat om
Op de terugweg slaat de reddingboot om. Wat er dan allemaal gebeurt, is moeilijk met zekerheid te zeggen. Sommigen blijven onder water in de omgekeerde boot, anderen zitten erbovenop en nog enkelen hangen aan de zijkant. Als uiteindelijk een aantal drenkelingen de boot loslaten en de boot dus lichter wordt, richt de reddingboot zich weer op.
De drenkelingen klimmen vervolgens weer in de boot. En met veel inspanning en levensgevaar bereiken ze eindelijk de sleepboot. Eenmaal aan boord, komt men tot de ontdekking wie er wel en niet gered zijn. De treurige zekerheid volgt dat zeven bemanningsleden van de SS Nordlyset het niet hebben gered, net zoals de schipper van de roeireddingboot D. Stein en roeier D. Bethlehem.
Van de 34 personen die zich aan boord bevonden van het schip, overleefden maar 25 het tragische ongeval. Deze redding is te danken aan het zelfrichten van de reddingboot. Verder is er nog een aantekening dat de roeiers geen scaphander (kurken/ houten vest) aan hadden. Ze werden vaak verzocht om zo’n vest aan te doen, maar ze weigerden altijd. Ze gaven aan zich erg belemmerd te voelen in hun bewegingsvrijheid. Zonder een dergelijk vest waren ze altijd bereid om mee te gaan. Met zo’n vest aan bleven ze liever aan de wal.
Geen zeilschip, maar stoomschip
Als je het werk van Northseadivers al een tijdje volgt, weet je dat ze ervaren wrakduikers zijn en al van een mooi aantal wrakken de namen hebben kunnen ontdekken. Denk bijvoorbeeld aan de Sophia Albertina, SS Maasburg, HMS Apollo en de SS Wandle. De SS Nordlyset hebben zij ook op hun naam staan.
Maar hoe vind je nu zo’n ‘verloren’ schip? Coen Onstwedder van Northseadivers: «We vergaren onze info door vissers die blijven haken achter onbekende objecten en door eigen (archief)onderzoek. Vervolgens scannen we op die locatie de bodem met onze sidescansonar en/of multibeam. Hiermee kunnen we aan boord bepalen of de locatie interessant genoeg is om onder water verder onderzoek te doen.»
Northseadivers
De Northseadivers waren op de SS Nordlyset gestuit omdat ze na hun BMA-cursus (Basis Maritieme Archeologie) in 2018 verder wilden met de archeologie. «We kozen voor de wrecksite die bekend stond als de Mary Emma, een zeilschip uit Engeland, gezonken in 1888. Maar het vermoeden was al dat dit niet klopte en dat het om de Wandle zou gaan – een Engels stoomschip vergaan in 1893. Dat leek ons een mooi onderzoek.»
Het begon met een officiële aanvraag bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of ze hier hun GMA (Gevorderde Maritieme Archeologie)-verslag over mochten gaan maken. «Om ons GMA te halen, hebben we vele duiken gemaakt om het wrak in te meten en te onderzoeken. Voor het duiken begin je met een plan van aanpak en een taakverdeling. Je gaat onder water de boel inmeten, fotograferen en scannen.
Thuis hebben we de taken verdeeld om de gegevens en de delen voor het verslag te verwerken,» aldus Coen. Het wrak ligt ten westen van de Noorderhaaks. Het was al snel duidelijk dat het hier niet om een zeilschip ging, maar welk schip was het dan wel? Gedacht werd aan de SS Nordlyset, maar toch werden daar vraagtekens bij geplaatst. «Eigenlijk kon dit niet, omdat volgens oude kaarten dit wrak op een andere positie zou moeten liggen,» vertelt Coen.
Wrakduiken bij Den Helder
In 2018 was het een goed jaar voor wrakduiken bij Den Helder; het zand was voor een heel groot deel weggespoeld, zodat de site zichtbaar werd en het water helder. Hierdoor kon het wrak ook in het geheel bekeken worden. «De duiken met goed zicht waren geweldig! We hadden dat jaar ook een periode fantastisch zicht. Met de stoommachine en het onderschip duidelijk herkenbaar op de bodem met al het onderwaterleven eromheen; echt geweldig.»
Toen de bel gevonden werd met duidelijk SS Nordlyset erop, was dat natuurlijk een euforisch moment: daarmee konden de Northseadivers hun onderzoek compleet maken. Coen: «We waren daarvoor al bijna zeker dat dit de SS Nordlyset zou moeten zijn met de gegevens die we al hadden.» De Northseadivers hebben een grondig verslag over het wrak gemaakt, waarmee ze hun GMA met een zeer goed resultaat hebben gehaald. «Hier zijn wij als groep enorm trots op!»
Unieke verhalen
Dan nu de vraag: hoe is de tentoonstelling Gezonken Reddingen tot stand gekomen? Jeroen Lemmen van Northseadivers liet doorschemeren dat hij een leuk idee had voor een tentoonstelling rond 2015, maar de timing kon niet slechter. Het museum was nog druk bezig met een verbouwing en het idee werd een beetje weggewuifd.
In 2017 kwam hetzelfde idee, via een lid van de Raad van Toezicht, weer bij het Reddingsmuseum op tafel en hadden ze wel de tijd en ruimte om met Jeroen om tafel te gaan zitten. Zijn idee was een wrakkententoonstelling. «Dit was een prachtig idee, maar we zochten nog de verbinding met het Reddingsmuseum.
En die verbinding was snel gevonden door de reddingen die voor het zinken waren uitgevoerd. Voordat we helemaal los konden gaan met het idee, is er eerst veel informatie verzameld en uiteindelijk is geld opgevraagd bij diverse fondsen (Waddenfonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, Mondriaanfonds, Stichting Ondernemers aan Zee en Coöperatiefonds Rabobank.)
Project van start
Uiteindelijk was het geld gelukkig bij elkaar en kon het project echt van start gaan,» vertelt Jeroen. In de tentoonstelling vind je ongeveer 190 wrakken terug die tussen Den Helder en Texel liggen. Je ontdekt de oorzaken van het zinken, maar ook spannende verhalen over de reddingen zelf.
De Northseadivers werd gevraagd om met een lijst te komen met de meest interessante wrakken, die uitgebreid uitgelicht zouden worden tijdens de tentoonstelling. «Wij hebben een aantal wrakken genoemd en het museum heeft gekeken of daar ook een redding bij betrokken is geweest.
Uiteindelijk bleven er zes wrakken over die voor bezoekers een indrukwekkend verhaal vertellen,» aldus Jeroen. Dit was nog voordat in 2018 de bel van de Nordlyset naar boven kwam. «Toen is het wrak van de Nordlyset nog toegevoegd en zo is het museum geëindigd met zeven wrakken.»
De wrakken die worden behandeld zijn allemaal verschillend. De één komt uit begin 1900 en een ander uit de jaren 60. Sommige zien er nog relatief goed uit, terwijl andere al bijna helemaal zijn vergaan op een paar ketels na. Dit komt omdat sommige wrakken voor een groot deel onder het zand liggen en soms komen ze door de verandering van stroming bloot te liggen. Jeroen: «Alle wrakken hebben hun eigen unieke verhaal. Van wat ze vervoerden, waarom ze in problemen kwamen en de daarbij behorende redding. Ook onder water zijn ze ieder uniek met hun eigen voorwerpen die er liggen en die zijn opgedoken.»
Kijkje in het wrak
Volgens Northseadivers is het schip zelf niet zo bijzonder, maar het verhaal dat erbij hoort des te meer. «Deze redding was één van de grotere rampen in de geschiedenis van de KNRM,» vertelt Coen. Een gedenksteen ter nagedachtenis aan de redding is terug te vinden in het museum.
De Deense reder van het schip bestaat ook nog steeds. Dit komt niet vaak meer voor. Coen: «Er is veel contact geweest met hen na de vondst van de bel. In overleg met de reder mag de bel de komende twee jaar tijdens de duur van de tentoonstelling tentoongesteld worden en gaat deze na afloop weer terug naar de reder.» Voor Gezonken Reddingen hebben de Northseadivers een wrakkenkaart gemaakt van het gebied.
Dit is een mooi overzicht van een deel van de wrakken die in het gebied liggen en die in de tentoonstelling aan bod komen. Bezoekers kunnen bijna letterlijk een kijkje in het wrak nemen omdat er diverse objecten zijn te bewonderen die uit de wrakken komen. Maar ook de verhalen van de redders en de rampen worden uitgebreid behandeld.
Je hoort Coen Bot, die zelf vertelt wat hij heeft meegemaakt en zelfs Dorus Rijkers deelt zijn ervaring met de redding van de bemanning van de Turbo. Je wordt echt meegenomen in de vele aangrijpende verhalen. De Northseadivers zijn trots dat ze konden bijdragen aan de tentoonstelling.
Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers
Het Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers is opgericht op 10 juli 1981. Het begon eenvoudig – op twee etages in de Keizerstraat – als Reddingmuseum ‘Dorus Rijkers’. Het museum heeft zich sindsdien ontwikkeld van een verzamelplaats van enkele gepassioneerde vrijwilligers, tot een hoogwaardig, kwalitatief en interactief museum dat hoge waarderingen scoort onder haar bezoekers.
Het museum was vroeger gevestigd in de binnenstad van Den Helder en verhuisde in 2002 naar een voormalige motorenwerkplaats op Willemsoord. In 2015 moest het museum een gedeelte afstaan aan het nieuwe Theater de Kampanje. Na een ingrijpende verbouwing in dat jaar kon er vernieuwing in het museum plaatsvinden.
Hun doel is om het hele verhaal van het reddingswezen in Nederland onder de aandacht te brengen bij een breed publiek en te blijven vertellen.
Tentoonstelling Gezonken Reddingen
De wrakken die momenteel worden tentoongesteld in het Reddingsmuseum zijn de stoomschepen Turbo, Madrid, Nordlyset, Maasburg, Nautilus, Menja en de Ninian Paton.
Algemene info
Het Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers is open van dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 17.00 uur. Tijdens schoolvakanties ook op maandag geopend. Adres: Willemsoord 60G, 1781 AS Den Helder.
Wrakkenkaart thuis bekijken
Via de website van het Reddingmuseum kunnen mensen ook vanuit huis de wrakkenkaart, die in de tentoonstelling te zien is, bekijken. En mochten er duikers zijn die leuke en mooie aanvullingen hebben, dan voegen de Northseadivers dat graag toe of passen ze het aan.