Vinnen zijn niet zomaar vinnen. Vinnen kunnen heel persoonlijk zijn. Belangrijk is om te kijken naar jezelf. In welke omstandigheden ga je ze gebruiken? Wat voor type duiker ben ik? Hoe is mijn conditie en fysieke gesteldheid? Oh ja, en wat voor pak ga ik dragen? Al deze factoren hebben te maken met de juiste keuze van de vinnen. Ons advies.
Bedenk voor welk type duik je de vinnen gaat gebruiken. Je kunt het een beetje vergelijken met schoenen. Voor verschillende omstandigheden gebruik je verschillende schoenen. Bijvoorbeeld bergschoenen voor het ruwe werk en sneakers om op hard te lopen. Beide voor verschillende doelen gemaakt. Let er vooral op dat je je niet blind staart op een goedkope prijs. Net als met schoenen is goedkoop vaak duurkoop! Met vinnen is dat niet anders.
‘Voel’ de vin. Of eigenlijk, voel de vin juist niet! Als je de hele duik bezig bent met je vinnen doordat ze onprettig aan je voeten zitten, kramp geven, geen stuwing of wat dan ook, dan is het eigenlijk niet goed. Vinnen trek je aan, net als je pak en je masker. Eenmaal op of aan, moet je er niet meer aan denken of er last van hebben. Dan heb je de juiste vinnen te pakken.
In tropen en koude wateren gebruik je andere vinnen. In warmer water juist een lichte vin, als droogpakduiker moet je juist weer wat zwaardere vinnen aan je voeten hebben die een negatief drijfvermogen hebben.
Een zwaardere of stijvere vin is iets dat bij je lichaam moet passen. Stijvere vinnen wil niet zeggen dat je per definitie er harder mee gaat zwemmen. Een duiker met een paar stevige beenspieren kan het fijner vinden als hij meer kracht kan zetten. En dus zijn stijvere vinnen een uitkomst. Waarbij de buddy met slecht getrainde beenspieren dit helemaal niet zal vinden. Deze zal het moeten doen met lichtere vinnen. Bij duiken waar redelijk veel stroming staat, is het wel handig om vinnen te hebben die wat meer kracht geven.