De befaamde Similan Islands en Richelieu Rock in Thailand staan al jarenlang bekend als een van de beste duikplekken ter wereld. Onze combinatiereis leidt ons naar Khao Lak en Phuket, waar we meegaan met een driedaagse liveaboard, een roadtrip maken naar tempels en ons storten in het Thaise nachtleven.
Mijn brein lijkt niet te registreren wat ik zie. Dat kan helemaal niet. Stippen, Groot. Heel veel vis. Het is nu helemaal niet het seizoen en dan zijn ze hier ook niet. Ik kijk nog een keer. Het is toch echt een walvishaai… van zeker 7 meter groot! Het gevoel dat me overspoelt, is niet te beschrijven. Wanneer je op een Manta Point duikt, weet je dat de kans bestaat dat je manta’s zou kunnen zien. Als ze er niet zijn, is het niet erg. Maar je bent er wel op voorbereid. Maar dit… Ik ben hier zeker niet op voorbereid! Het is begin november, ver buiten het seizoen dat de walvishaaien in Thailand te vinden zijn. De beste periode is april, dus dat duurt nog wel even. Nogmaals kijk ik naar het gigantische dier dat vlak onder de oppervlakte zwemt. Hij wordt helemaal omringd door wel honderd bigeye trevally’s en enorme kobia’s wijken niet van zijn zijde. Wat een entree.
Mijn brein lijkt weer te werken en ik sein heftig met mijn lamp naar Daniel, die met zijn neus tussen de rotsen zit. Hij heeft immers de macrolens erop zitten, aangezien we geen groot spul hadden verwacht… Verbaasd kijkt hij naar mij, terwijl ik een gebaar van een walvishaai probeer te maken. Echt geen idee hoe dat moet, dus ik begin maar heftig te wijzen naar de oppervlakte. Dan heeft ie ’m. De walvishaai zit op 5 meter diepte, wij zijn nog op 12. Ik zie Daniel al in een rap tempo stijgen – bij zo’n encounter gooi je al snel alle duikregels overboord. Ik volg zijn voorbeeld en ieder aan een kant, op gepaste afstand, zwemmen we met het gigantische dier mee. Maar afstand houden lukt niet heel goed. Al wiegend met zijn staart zwemt de walvishaai bijna tegen me aan, alsof ik niet besta. Snel trek ik mijn arm in om niet een pets van zijn staart te krijgen. Ik ben zo dichtbij, dat ik al zijn stippen haarscherp zie. Wauw, wat is hij mooi! Naar mijn idee zwemmen we wel 10 minuten met dit imposante dier (achteraf blijken het 5 te zijn, maar alles duurt langer en is groter op zo’n moment..). De jonge walvishaai begint langzaam te dalen, we besluiten om ondiep te blijven om toch met nog een beetje normaal duikprofiel uit het water te stappen. Helaas had Daniel zijn macrolens op de camera zitten, maar we hebben wel hele gave video’s geschoten!
Tijdelijk gesloten
We zijn aan boord van liveaboard Genisis die vaart onder de vlag van Sea Bees. Vanuit Khao Lak, in het zuiden van Thailand, maken we een driedaagse tour rond de Similan Islands in de Andamanse Zee – inclusief de befaamde Richelieu Rock. Je kunt een dagtrip maken vanaf het vasteland, maar dan mis je heel veel mooie duikstekken. De paradijselijke Similan Islands zijn zoals van de reclame: dichte begroeiing van exotische bomen en witte bounty-stranden omlijst door azuurblauw water. Similan betekent ‘negen’ in het Yawi, maar in 2014 werd het mariene park uitgebreid met nog twee eilanden. Heel de archipel is onbewoond en het zal je niet verbazen: je kunt er schitterend snorkelen en duiken!
Sinds 1982 is het beschermd gebied. De schade die destijds werd toegebracht aan de riffen door dynamietvissen is nu bijna volledig hersteld. Nergens in heel Thailand vind je zoveel vis en er zijn maar liefst 200 soorten koraal. Strikte regels worden gehandhaafd, zo zijn enkele eilanden verboden terrein omdat er zeeschildpadden hun eieren afzetten. Nog een goede zaak: het park is zelfs ‘dicht’ tijdens het regenseizoen (mei tot en met oktober). De overheid vond dit noodzakelijk, omdat de fragiele natuur behoorlijk onder druk staat door al het toerisme. Zo kunnen de eilanden weer ‘herstellen’ en blijft het unieke ecosysteem behouden. Richelieu Rock is ook opgenomen in onze route, en behoort niet tot de Similan Islands. Het is beschermd en maakt onderdeel uit van Mu Koh Surin National Marine Park. Vanaf de Similan is het met enkele uren varen goed te bereiken. Het hoefijzervormige rif werd ontdekt door Jacques Cousteau. Deels door zijn unieke geologische structuur en deels doordat het de enige pinnacle is in dit gebied, is er heel veel mariene leven te vinden. Dankzij de koude opwellingen uit de diepte is er een onuitputtelijke voorraad voedsel waar vis op afkomt en dat ook weer grotere (pelagische) soorten aantrekt. Filterfeeders zoals manta’s en walvishaaien kun je in het juiste seizoen dan ook tegenkomen (maar dus blijkbaar ook daarbuiten!).
Over hoe Richelieu Rock zijn naam kreeg, gaan meerdere verhalen. Volgens de een vernoemde Cousteau het naar de rode kleur van het priesterkleed van kardinaal Richelieu, omdat de zachte koralen op het rif dezelfde kleur hebben. Anderen beweren dat het vernoemd is naar generaal Richelieu, een commandant van de Royal Thai Navy. Deze theorie wordt ondersteund door officiële zeekaarten van de marine uit de jaren zestig, toen de commandant voor het eerst de Thaise wateren bevoer. Op de kaarten staat Richelieu Rock vermeld.
Richelieu Rock Rocks!
De liveaboard is eenvoudig te noemen, de hutten vind ik persoonlijk wel krap wanneer je er met twee man verblijft. Gelukkig hoef je er enkel te slapen en is er aan boord voldoende ruimte om te zitten, te zonnen of te socializen. Er worden drie maaltijden geserveerd, bereid in een piepklein keukentje, maar de kok weet altijd iets bijzonders op tafel te toveren. Overall dus helemaal prima voor drie dagen, maar verwacht geen luxe. Toch merk ik dat het bij uitstek dé manier is om dit schitterende duikgebied, waarvan wordt beweerd dat het een van de beste ter wereld is, te verkennen.
Bij een tweede duik op Richelieu Rock raak ik niet uitgekeken. Ik betrap mezelf erop dat ik continu in het blauw kijk, wie weet is de walvishaai er nog? Het zicht lijkt minder, maar als je goed kijkt, zijn het duizenden sardientjes in scholen. Ze deinen steeds heen en weer, als een soort golf, die vervolgens uit elkaar spat als een trevally een (schijn)aanval doet. Twee sepia’s zijn druk bezig hun eitjes af te zetten tussen de rotsen, hun tentakels verdwijnen helemaal in diepe gaten. Een grote groep vleermuisvissen heet ons welkom wanneer we een passage over zwemmen. Overal vinden we blue lined groupers, die steunend op hun vinnen en met rondkijkende ogen ons nauwlettend in de gaten houden. Snappers zetten de achtervolging in op een enorme meute glasvisjes en weer explodeert er een bal sardientjes. Het is ongelooflijk, overal waar je kijkt, gebeurt wel wat. Inmiddels is de drukte toegenomen met de dagboten die gearriveerd zijn. Wat ben ik blij dat we hier vroeg waren – nog een voordeel van de liveaboard. De walvishaai laat zich helaas niet meer zien, hij heeft waarschijnlijk inmiddels geconstateerd dat ie een verkeerde afslag heeft genomen…
Koh Tachai
Op de terugweg maken we een duik bij Koh Tachai. Dat is gelijk weer heel anders dan Richelieu Rock. Het zicht is eerst slecht, zo’n 3 meter. We dalen af langs de ankerlijn en dan wordt het al een stuk beter. We zwemmen langs hele grote rotsblokken, waarop steeds meer begroeiing verschijnt. Ik verbaas me over de hoeveelheden gorgonen die aanwezig zijn, dikke bossen van meerdere waaiers staan op een rij. Op een open stuk blijven we letterlijk hangen, er is zoveel te zien. Een unicorn fish, met zijn gekke lange neus, ondergaat een flinke wasbeurt van twee poetsvissen. Ze zwemmen zijn kieuwen in, waarbij er even een rilling door zijn lijf trekt. Ze gaan minutieus te werk, van kop tot staart en uiteraard wordt zijn neus grondig gepoetst. Een enorme batfish staat al in de wacht en is als volgende aan de beurt. Ik kan heel dichtbij komen, deze zijn sowieso altijd al heel nieuwsgierig. Ongegeneerd laat hij (of is het een zij?) mij delen in zijn spa-moment. Boven mij is het ineens donker wanneer een grote wolk sardines over me heen schiet, op de voet gevolgd door meerdere trevally’s die als raketten door de wolk racen. Steeds meer grotere vissen verschijnen rond de baitball. Ook een barracuda slaat het gade vanaf een afstandje, om dan ineens genadeloos toe te slaan. Op de rotsen zelf is ook genoeg te zien; velden van bolanemonen met allerlei soorten Nemo’s erin. De bollen zijn wit, het lijken net allemaal vrolijke cupcakes met slierten glazuur. We moeten helaas weer opstijgen en al snel is het zicht gereduceerd tot 3 meter. Bizar dat er slechts enkele meters onder ons zoveel gaande is!
Spring maar achterop
Na onze driedaagse tour keren we terug naar het Palm Garden Resort in Khao Lak. Het ligt net buiten het centrum aan een rustige straat. Wanneer je het resort binnenloopt, waan je je gelijk in een andere wereld. Rustig, relaxed en weg van alle drukte. Hoewel er heel veel lokale eettentjes op loopafstand liggen, eten we het meeste van de tijd toch het liefst bij ‘ons’ resort. Net zo makkelijk. Scooters zijn een van de belangrijkste vervoersmiddelen hebben we gemerkt en we besluiten een dag te ‘infiltreren’ in het verkeer van Khao Lak. Daniel rijdt, ik spring achterop als navigator. Maar erg onopgemerkt blijven we niet, aangezien we even moeten wennen dat het verkeer aan de ‘verkeerde kant’ rijdt. Of zou het aan de gigantische kaart die tussen ons in wappert, liggen?
Eerste stop: Sai Rung waterval. Het is vlakbij, slechts 5 kilometer, en we scheuren langs de rubberplantages waar het sap uit de bomen sijpelt in kokosnootbakjes. Alles is ontzettend groen. De bergen zijn volledig begroeid met palmbomen en hoge exotische jungleplanten. Bij het passeren van elk huisje of hutje dringt de geur van wierook in onze neusgaten. Maar we gaan zo op in de omgeving, dat de 5 kilometer toch wel lang lijkt te duren. Te ver! Toch weer even wennen, zo’n analoge landkaart, dus we besluiten Google Maps maar te raadplegen. Eindelijk vinden we de 20-meter hoge waterval – die overigens met gigantische borden staat aangegeven – verstopt in het groene woud. Het is maar 100 meter lopen vanaf de weg en het koele water is heerlijk verfrissend. Waarom White Sand Beach zo heet, behoeft geen uitleg. Het water is azuurblauw en bij een strandbarretje eten we (behoorlijk) pittige currysoep.
We springen weer op de scooter, op weg naar de Khuk Khak Temple. Wanneer we een boeddhistische monnik in een oranje habijt zien lopen, weten we dat we in de buurt zijn. Een hele grote typische Thaise poort met allemaal gouden versieringen en kleuren, is de ingang. De monnik is ook gearriveerd en komt met een grote glimlach naar ons toe. Communiceren blijkt echter lastig. Maar geen nood, de boeddhistische monniken zijn heel modern! Onder zijn kleed vist hij een iPhone vandaan, inclusief gouden ring die hij snel om zijn wijsvinger schuift. Waar hij die had verstopt… Hij zet zijn Google Translate App aan, en zo kunnen we hem duidelijk maken dat we erg onder de indruk zijn van de grote tempel. Hij gebaart dat we mee moeten lopen en om de hoek stuiten we op een gigantisch Boeddhabeeld. Voor het beeld staan meerdere offers. Een flesje water met een rietje en schaaltjes met rijst en mandarijnen. Wierook kringelt langs een vaasje bloemen omhoog. De monnik is driftig aan het typen op zijn iPhone wanneer we aanstalten maken om te vertrekken. «You are new friend,» klinkt de blikkerige stem uit zijn iPhone. Met een warm gevoel verlaten we deze bijzondere plek.
Boonsung wreck
Yes, we gaan nog een keer duiken op Boonsung Wreck! Tijdens de mini-liveaboard hebben we deze ook al aangedaan, maar we willen graag nog enkele shots nemen. Het is vanaf het vasteland maar een uur varen dus we zijn er ook zo. In 1883 zonk deze enorme baggerschuit die gebruikt werd voor de mijnindustrie. Hoe hij zonk? Door een verstopt toilet… Omdat het op de vaarroute lag, bombardeerde de Thaise marine het destijds om het uit de weg te ruimen. In 2004 kwam daar nog eens een tsunami overheen, waardoor het wrak nu in vele stukken verspreid over de bodem ligt. De maximale diepte is 18 meter, maar door het grote aantal brokstukken is het lastig om alles in een enkele duik te zien.
We dalen af langs de vaste boeilijn. Het zicht lijkt slecht, maar dat komt door al het plankton in het water. Ik schat het nu op zo’n 12 meter. Nog voordat we bij het wrak aankomen, zwemt een enorme bloemkoolkwal voorbij, die op zichzelf weer een klein rif lijkt. Vissen zwemmen tussen zijn hoed en de tentakels. Een snapper zwemt er steeds rondjes omheen, hij heeft wel zin in een lekker maaltje. Een klein mobiel rifje lijkt het wel! Ongemerkt zijn we al gedaald en zien we Boonsung Wreck nu goed van bovenaf. Een enorme school snappers ligt als een deken over een brokstuk van het wrak heen. Daarboven start een andere laag van jackfish. Trevally’s zorgen wederom voor wisseling in de gelederen wanneer ze er pijlsnel doorheen zwemmen. Stelletje onruststokers. Het verbaast me overigens wel hoe herkenbaar sommige delen nog zijn van het schip. Zo is de boeg nog mooi heel, en bij de brokstukken zijn veel herkenbare delen van een schip te herkennen. Tijdens de briefing kregen we een route mee die we konden zwemmen, maar je bent al snel afgeleid doordat er zoveel te zien is. Machineonderdelen liggen her en der verspreid en je vraagt je af waar alles voor diende. Uitbundig is de begroeiin niet te noemen, mar toch floreert het mariene leven prima. Wat een grote hoeveelheden aan vis!
Op het dek en de relingen liggen schorpioenvissen onzichtbaar te zijn, onder de wrakstukken gluren de vele ogen van egelvissen naar ons. Maar deze vissen zijn bij lange na niet verlegen: ze photobomben iedere keer weer een foto die we proberen te maken bij een leuk doorkijkje. Wie van murenen houdt, is op de juiste plek, want ze zijn er in alle soorten en maten. De honeycomb vind ik toch wel de mooiste, met zijn ‘giraffen vlekkenpatroon’. Ook glasvisjes hebben hun plek veroverd in de donkere overhangen van het wrak. Wanneer ik met mijn lamp ergens naar binnenschijn, zie ik honderden ogen naar me kijken. Bij het andere deel van het wrak komen we nog veel meer enorme bloemkoolkwallen tegen, die me blijven hypnotiseren met hun pulserende bewegingen. Erg slim zijn ze echter niet: ik zie er eentje in volle vaart tegen een balk aan zwemmen. Lachend kijk ik toe hoe hij achteruit zwemt en zijn weg vervolgt. Een blauwgestippelde pijlstaartrog cruist over de bodem, blijft hooveren boven een bepaalde plek en begint te graven in het zand. Bij dit deel van het Boonsung Wreck zijn vele stukken bedekt met Jacobsschelpen. Eigenlijk hebben we nog lang niet alles gezien, maar het is helaas alweer tijd. Ongelooflijk dat er op zo’n vervallen wrak nog zoveel te zien is!
Pingpong shows
De laatste dagen van onze reis brengen we door in Phuket. Vanaf Khao Lak is het slechts twee uur rijden – het kan sneller, maar ook in Thailand kennen ze helaas files. We verblijven in Palm Garden Resort Phuket, dat een echte copy-paste is van Khao Lak. Het resort ligt op 20 minuten rijden van Phuket zelf en het duikcentrum is op 5 minuten loopafstand. De bungalows staan allemaal rond een zwembad met waterval en de uitbundige botanische tuin maakt het plaatje helemaal compleet. Het eten is ook weer voortreffelijk: we ontbijten met pannenkoeken zo dik als pannenonderzetters, met een cappuccino in een beker maatje soepkom. Beter kan de dag, of in dit geval een nieuwe roadtrip, niet beginnen! Dit keer helaas geen scooter, want de afstanden die we nu willen overbruggen zijn comfortabeler met een taxi.
Onze eerste stop is een Elephant Sanctuary ‘No chains’ staat er met koeien- (of zijn het olifanten-?) letters op de borden. We ondersteunen absoluut niet de ritten die aangeboden worden op een olifant, maar een opvangtehuis willen we toch graag even bezoeken. Suzy leidt ons rond – een heel knap meisje dat in een vorig leven een ‘hij’ was. Jaloers kijk ik naar haar nagels die de manicure waarschijnlijk gister nog gedaan heeft, en naar de make-up die tot in perfectie is aangebracht. Ietwat gegeneerd kijk ik naar mijn eigen handen met nagellak-loze, korte nagels (is ook niet handig met duikspullen aantrekken!) en ik vraag me nog steeds af waar toch mijn waterproof mascara is…
Maar, we zijn hier voor de olifanten en niet om mooi te zijn! In totaal zijn er 10 olifanten, hele grote, maar ook baby’s. Allemaal zijn ze gered van het circus of andere entertainment. In totaal zijn er 5000 olifanten in Thailand, waarvan 3000 in het wild. Elke olifant hier heeft zijn eigen baas, ze slapen zelfs bij de dieren! De grote lobbesen mogen zeker niet klagen. Elke dag krijgen ze suikerriet en bananen van toeristen, om vervolgens door te lopen naar de ‘spa’. Eerst mogen ze zelf helemaal losgaan, waarna toeristen ze van kop tot teen insmeren met modder. Het is geweldig hoe je ze ziet genieten van het baden. Een enthousiaste Indiër blijft maar modder scheppen op een olifantje, dat er inmiddels voor is gaan liggen. Daarna lopen ze door naar een meertje waar ze kunnen afspoelen. Wat een pret! Een tempelbezoek mag uiteraard niet ontbreken, maar deze is toch wel erg druk en we missen onze vriend met zijn iPhone.
We bezoeken een enorme Big Boeddha van 45 meter hoog die uitkijkt over de stad en eindigen in Phuket zelf. Dat is voor mij wel even schrikken. Wat een hoop mensen! Overal zijn winkeltjes, toeristen, eettentjes, mensen die je naar binnen willen lokken of je een folder in de hand duwen voor de ‘pingpong’ show van die avond. Daniel kan zijn lach niet inhouden als hij de blik op mijn gezicht ziet. «Een bezoek aan Phuket is gewoon iets dat je een keer meegemaakt moet hebben!» grinnekt hij.
Ik besluit dus maar mijn verstand op nul te zetten en op te gaan in de massa. We wandelen over het (veel te drukke) strand en zigzaggen tussen de mensen door langs de afgeladen barretjes. In een zijstraatje ontdekken we een Food Market, waar we op plastic stoeltjes heerlijke jumbo-garnalen eten met nog meer heerlijke Thaise gerechten. En dat allemaal voor een habbekrats! «Kom, we gaan nog een rondje mee met de tuktuk!» roept Daniel enthousiast. Maar ik houd het eigenlijk wel voor gezien. Wanneer we op zoek zijn naar een taxi, treffen we een groepje taxichauffeurs aan. «Ik breng jullie wel!» roept er eentje enthousiast. We volgen hem naar zijn ‘auto’ en wat blijkt… Het is een tuktuk! Met enorme speakers erin, zodat we de hele terugweg stuiterend in de achterbak zitten. Er is er in ieder geval eentje die zijn geluk niet op kan…
Verliefd op Thailand
Helaas kunnen we maar een dag duiken vanuit Phuket en zit onze reis er al veel te snel op. Ik had niet verwacht dat ik zo verliefd kon worden op een land waar ik hele andere verwachtingen van had. ‘Het land van de glimlach’ is dan ook zeker waar, maar ik neem die glimlach mee naar huis. Ik hoef enkel maar terug te denken aan de walvishaai, onze hilarische scootertocht, Richelieu Rock, het toch wel bijzondere Phuket en…
Reisinfo Thailand
Eva Air vliegt drie keer in de week rechtstreeks op Bangkok. Wij vlogen Premium Economy en het prijsverschil van rond de € 300 is het meer dan waard – ik heb nog nooit zo lang geslapen in een vliegtuig! We zaten op de voorste rij en hadden heel veel beenruimte – ook Daniel met zijn 1.86 m kon zijn benen zelfs strekken. De stoelen zijn groot en breed, je hebt zelfs aan beide kanten je eigen armsteun. Alles is net even beter dan Economy Class; de koptelefoons, het eten en ze schonken ook uitstekende wijn! www.evaair.com
Bangkok Airlines
Vanaf Bangkok vlogen we door met Bangkok Airlines naar Phuket. De overstaptijd was maar 2,5 uur. De tickets haal je op bij de oostvleugel van het vliegveld, waarna je vervolgens doorloopt naar de laatste controle voor de gate. Het vliegtuig is schoon, netjes en er is voldoende beenruimte. Hoewel de vlucht maar 1,5 uur duurt, kregen we een lunch geserveerd. Bij Eva Air zat er 32 kg bagage bij in, bij Bangkok Airlines was het maximale gewicht van ruimbagage 23 kg. Maar voor slechts € 2 per kg mag het toch mee aan boord. www.bangkokair.com
Liveaboard Genisis Sea Bees
Genisis is een kleine liveaboard met ruimte voor 12 personen. Er zijn twee single hutten en de rest bunkbeds. De twee douches en wc’s zijn gedeeld. Op het middendek is de eetruimte en voorop en boven op de boot zijn twee kleine zonnedekken. De liveaboard is fullboard exclusief alcoholische dranken. In totaal verblijf je drie dagen aan boord.
Duiken Thailand
Het duiken is geschikt voor alle niveaus en het zicht varieert van 3 tot 30 meter. In Phuket maak je dagtochten per boot. Aangezien het merendeel van het duiken in Khao Lak wordt gedaan op de Similan Islands, is het duiken hier gebonden aan de openingstijden van het Nationaal Park. Deze sluit van mei tot november, in Phuket kun je het hele jaar door duiken.
Watertemperatuur Thailand
De Andamanse Zee is het hele jaar door meestal tussen de 28 en 31 graden. In februari en maart komen voedzame stromen uit de open oceaan en brengen ze een paar minuten lang ‘koud water’ met zich mee. Maar kouder dan 25 graden wordt het echter nooit. Groot neveneffect van deze koude stromingen is dat manta’s en walvishaaien volgen!
Beste reisperiode Thailand
Hele jaar door. Het belangrijkste duikseizoen met de beste condities is echter vergelijkbaar met het belangrijkste toeristische seizoen van Thailand en dit is van november tot april. Dit is de tijd van het jaar wanneer er de minste kans is op regen en stormen. De zee is grotendeels vlak, de zon schijnt en het water is prachtig blauw.
Touroperater
Boek jouw geheel verzorgde combinatiereis naar Phuket en Khao Lak met Diving World. www.divingworld.nl
Tekst: Judith Rietveld Foto’s: Daniel Versteeg