Het (inmiddels demissionair) kabinet heeft onlangs zijn standpunt over diepzeemijnbouw gepubliceerd in een brief aan de Tweede Kamer. WWF en Greenpeace maken zich echter grote zorgen omdat Nederland zich nog steeds niet duidelijk uitspreekt tegen diepzeemijnbouw.
Diepzeemijnbouw is een technologie die nog niet is bewezen en naar alle waarschijnlijkheid onherstelbare schade aan de natuur en het klimaat kan veroorzaken. Met het huidige aarzelende standpunt houdt Nederland de mogelijkheid open om op een later moment toch diepzeemijnbouw toe te staan of zelf te beginnen, en dat is onbegrijpelijk”, zegt Carl Königel van WWF-NL in een eerste reactie op de Kamerbrief.
In de brief erkent het kabinet weliswaar de internationale afspraken over biodiversiteit en de oceanen. Ze stellen dat de winning van mineralen ‘op de internationale zeebodem aantoonbaar geen significante schade aan het mariene milieu, ecosysteem en biodiversiteit zou mogen aanrichten’ en Nederland zal pas instemmen met eventuele exploitatieactiviteiten ‘als er een internationale regeling is aangenomen waarin die voorwaarden zijn verankerd en als een toekomstige exploitatieaanvraag aan die voorwaarden voldoet’.
Er is echter een groeiende coalitie van (Europese) landen, waaronder Spanje, Frankrijk, Duitsland, Zweden en Zwitserland, die pleiten voor uitstel van beslissingen (een moratorium) omdat er onduidelijkheid zou zijn over de interpretatie van bepaalde termen. Het Nederlandse kabinet wil zich hier niet bij aansluiten.
Volgens de natuurorganisaties overweegt het kabinet momenteel een exploratievergunning voor Nederland aan te vragen, wat de deur openzet voor nog meer investeringen en technologische ontwikkelingen op het gebied van diepzeemijnbouw. “Hiermee loopt het kabinet niet alleen het risico geld en tijd te verspillen aan een destructieve technologie die mogelijk nooit iets zal opleveren, maar we moeten juist nu volledig inzetten op een circulaire economie waarin we grondstoffen recyclen.”
In de kamerbrief wordt het WWF-rapport “The Future is Circular” aangehaald. Uit dat rapport blijkt dat de vraag naar mineralen voor de overgang van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen en batterijopslag met maar liefst 58 procent kan worden verminderd door innovatie in hernieuwbare technologie en recycling.
Bron: WWF
Foto’s: Shutterstock