De ene duiker kijkt ernaar uit, terwijl de ander ruw wordt geconfronteerd met het feit dat de ogen slechter worden. Zeenaaktslakken zijn de oorzaak. Vaak klein en prachtig gecamoufleerd. Voor nu houden we het simpel. Je hebt geen loep nodig, laat je maar gewoon verrassen door de beelden.

Tekst en foto’s: Janny Bosman

Op de duikstek vang ik vlagen van een gesprek op. Duidelijk liefhebbers van zeenaaktslakken. Termen als Doto, rhinoforen, Facelina, Flabellina, Polycera en Geitodoris vliegen me om de oren.

Ruim tien jaar geleden was ik net zo. De duiken werden speciaal afgestemd om zeenaaktslakken te zoeken en te fotograferen. Bij de Zeelandbrug gingen we naar een mosselperceel aan de Westzijde met als doel de egelslakjes te fotograferen. Je hebt ze in een lichte én in een donkere uitvoering.

Flink zoeken naar zeenaaktslakken

Het was zoeken geblazen in het begin. Totdat je er enkele had gespot. Daarna bleek dat ze nagenoeg overal zaten op de mosselen als je maar wist hoe te zoeken, of beter gezegd, hoe te kijken. Wanneer de Limacia clavigera werden gesignaleerd, doken we bij Burghsluis en dan op een specifiek plekje.

Op de nol waar de ‘houten paaltjes’ eindigden was een knikje onder water in de dijk waar ze zaten. Aan de ene kant maakte het dat we ze redelijk eenvoudig vonden, aan de andere kant kon het buiten de kentering behoorlijk hard stromen en werd het fotograferen moeilijk.

Grevelingenmeer

Nog zo’n specifieke duikplek waar lange tijd de Facelina bostoniensis zat, was in het Grevelingmeer, duikstek Nieuwe Kerkweg. Op een diepte van achttien meter was een plekje met harde substraat tussen al het slib. Het was een feestje om daar bosto’s te fotograferen. Nog steeds vind ik zeenaaktslakken prachtig, maar het fanatieke is er wat vanaf.

Anderen lezen ook:  Onderzoek naar handel in losse haaienvinnen

Mijn voorkeur voor groothoekfotografie heeft hier zeker mee te maken. Natuurlijk is mijn gezichtsvermogen de hoofdschuldige, ondanks de aanpassing van de glazen in mijn duikmasker. Maar wanneer ik een zeenaaktslak tegenkom tijdens de duik, ben ik me telkens weer bewust van haar schoonheid.

Facelina bostoniensis

Rhinoforen

Zeenaaktslakken hebben twee rhinoforen boven op de kop, dit zijn hun belangrijkste zintuigorganen. Bij de een zijn ze glad of klein, bij een ander weer lang of gekarteld.

De rhinoforen spelen voor ons duikers ook een rol in de herkenning van de slak. Als voorbeeld neem ik die van de Facelina auriculata: deze zijn gekarteld en goudkleurig.

Voor mij was dit hét verschil tussen de Facelina auriculata en de Flabellina pedata. Overigens twee zeer fraaie zeenaaktslakken van de inmiddels meer dan zeventig gedetermineerde soorten in Nederland. Een ander punt voor herkenning kunnen de kieuwkrans of papillen zijn. Hiermee ademt de zeenaaktslak in het zeewater.

Nieuwe zeenaaktslak ontdekt

In 2007 maakte ik iets heel bijzonders mee. Een duikvriend mailt dat hij een zeenaaktslak heeft gevonden, maar nog niet heeft kunnen vaststellen welke het nu precies is. Hij vraagt of ik kom duiken en kan fotograferen.

We zijn bij Sint-Annaland en na wat zoekwerk vindt Theus de slak terug. Wauw, wat een frisse kleur heeft deze slak: oranje en met een druk gespikkeld huidje. Niet verwonderlijk dat na het vaststellen als zijnde Doris pseudoargus variant flammea hij deze slak als vinder de Nederlandse naam ‘sinaasappelslak’ geeft.

Een uitgebreide serie foto’s van deze slak hebben bijgedragen aan de determinatie. Fantastisch hoe zo’n klein weekdiertje boeit en ons duikers kan bezighouden, geweldig toch!

Gestippelde mosdierslak, Thecacera pennigera

Zeenaaktslakken

De mosdierslak behoort tot de fraaist gekleurde zeenaaktslakken van Nederland. Het transparante tot witte lichaam is bedekt met oranje vlekken en kleine zwarte en gele stippen.

Anderen lezen ook:  Een kek pakske: Argonaut 3.0 Stealth Hybrid van Fourth Element

De kieuwkrans zit midden op zijn rug en achter de geveerde kieuwen staan twee lange vingervormige uitsteeksels. In Nederland vind je dit slakje uitsluitend op het struikvormige spiraalmosdiertje Bugula plumosa. Grootte: tot 30 mm.

Satijnslak, Jorunna tomentosa

Zeenaaktslakken

Het lichaam is egaal wit, crème tot zandkleurig grijsbruin, met soms een roze tint.

Uitzonderlijk zijn de donkerbruine pigmentvlekken aan de zijkanten van de rug, die vaak in één tot drie onduidelijke, soms gepaarde rijen staan. Schaars in Oosterschelde. Grootte: 55 mm.

Wrattige mosdierslak, Limacia clavigera

Zeenaaktslakken

Dit is een vrij platte slak zonder mantelschild. Zijn lichaam is wit en de toppen van de rhinoforen zijn helder oranjegeel. De wratten op de rug zijn oranje gekleurd. Grootte: 20 mm.

Paarse waaierslak, Flabellina pedata

Zeenaaktslakken

De lichaamskleur, kop, tentakels en rhinoforen zijn karakteristiek violet of paars. De eerste twee Nederlandse exemplaren werden in juni 1999 aangetroffen in de Oosterschelde. Nog niet gespot in het Grevelingenmeer. Grootte: 50 mm.

Slanke ringsprietslak, Facelina auriculata

Zeenaaktslakken

Een vrij slanke slak met lange, dunne papillen, die in zes of meer clusters bijeen staan. Halfdoorschijnend wit, kop en papillen met blauw iriserende waas. In de Oosterschelde is hij vrij schaars, in het Grevelingenmeer is hij nog niet waargenomen. Grootte: 40 mm.

Harlekijnslak, Polycera quadrillineata

Zeenaaktslakken

Het lichaam is halfdoorschijnend wit, met helder geel of oranje op de uiteinden van alle aanhangsels. Op de rug en staart liggen rijen geel/oranje vlekken.

In Nederland was de soort tot 2011 slechts enkele keren bij de kust waargenomen. In 2011 werden vanaf de zomer tot november in de Oosterschelde opeens honderden Harlekijnslakken gezien. Wat de oorzaak is van deze explosieve toename, is niet bekend. Grootte: 45 mm.

Anderen lezen ook:  Vaststellen van decompressie risicofactoren

Millennium-wratslak, Geitodoris planata

Zeenaaktslakken

De kleur van de bovenzijde van de mantel is rozebruin, maar kan lichter (geelwit, lichtbruin) tot donker roodbruin zijn. Rond 2001-2004 massaal aanwezig, tegenwoordig minder algemeen. Grootte: 12 cm.

Rosse sterslak, Onchidoris bilamellata

Zeenaaktslakken

De huid is geel-wit met een bruine streep op de rug. De wratjes op de rug zijn geel-wit gekleurd. De bruine kleur kan lichter of donkerder zijn. In Nederland vrij algemeen, soms talrijk. Grootte: 40 mm.

Citroenslak, Doris pseudoargus var. Flammea

Zeenaaktslakken

Een van de grootste Nederlandse doride-zeenaaktslakken. De kleur van de mantel is bleekgrijs, geelbruin of oranje, met grote onregelmatige bruine, vleeskleurige, paarse of groene vlekken. Sommige dieren zijn egaal oranje of geel. Grootte:12 cm.

Slanke waaierslak, Microchlamylla gracilis

Zeenaaktslakken

Afhankelijk van de voedselsoort heeft de slanke waaierslak een typische kleur. De inhoud van de papillen is meestal helder rood, soms geel, bruinachtig of groen. Groote: 18 mm.

Brede ringsprietslak, Facelina bostoniensis

Zeenaaktslakken

Het lichaam is transparant tot wit, de papillen hebben een bruine, soms roodachtige of grijze inhoud en een witte top. De punten van de tentakels zijn wit. De soort leeft van allerlei hydropoliepen, maar heeft een voorkeur voor Tubularia-soorten. Grootte: 55 mm.

Grote vlokslak, Aeolidia papillosa

Zeenaaktslakken

De kleur is variabel van spierwit tot lichtbruin of grijs. Een van de

meest algemeen voorkomende zeenaaktslakken en grootste van Nederland. Voedt zich met zeeanemonen. Grootte: 12 cm.

Bruine plooislak, Goniodoris castanea

Zeenaaktslakken

Deze brede slak is meestal roodbruin, soms grijsbruin tot bijna helemaal wit, met lichte knobbels. HIj is doorgaans goed gecamoufleerd. Grootte: 30 mm.

Ook interessant voor jou:

Lees gratis de digitale special DUIKEN in Nederland

Help, mijn duikmasker beslaat!