Na drie keer (1987, 1995, 2003) een trombosebeen te hebben gehad, slik ik sinds 2003 een antistollingsmedicijn (acenocoumarol). Helaas kreeg ik te horen dat duiken er niet meer in zat. Afgelopen zomer was ik op vakantie in Maleisië en een professor uit Kuala Lumpur vertelde mij dat ik wel degelijk kon duiken, mits ik mij aan bepaalde restricties hield. Omdat ik in het bezit ben van een zelfmeetapparaatje, kon ik mijn INR bepalen en in de gaten houden. Ik heb zes duiken gemaakt en geen klachten gehad. Ik vraag me af wat de algemene richtlijnen zijn en of het verstandig is over te stappen naar de fraxiparine injecties wanneer ik komende zomer naar Indonesië op vakantie ga.
Monique

ANTWOORD
De reden dat we niet staan te springen om een positief duikadvies af te geven bij gebruik van acenocoumarol, is omdat er veel problemen om de hoek komen kijken. Tijdens een reguliere duik ontstaan er vaak kleine bloedinkjes in de met lucht gevulde ruimtes. Denk hierbij aan het middenoor, je bijholtes en je longen. In een normale situatie worden deze bloedinkjes snel tot staan gebracht.

Bij gebruik van acenocoumarol kan zo`n kleine bloeding lang duren voordat deze stopt. Zoals je begrijpt kan de bloeding dan meer schade veroorzaken. Ook in het geval van decompressieziekte kunnen uitgebreidere bloedingen ontstaan in de weefsels. Dit geeft een verergering van de klachten en de kans op restschade is groter. Je zou wel kunnen kijken of je internist je bereid is over te zetten op dalteparine (fragmin) of nadroparine (fraxiparine) tijdens je duiktrip. Dit geeft minder problemen, maar de risico’s zijn niet geheel verdwenen.

Anderen lezen ook:  Risico’s en gevaren bij het persluchtduiken: Perceptie versus Realiteit

Het advies is dan ook met deze medicatie niet meer dan twee duiken per dag te maken. Na drie dagen duiken één rustdag en niet dieper dan twintig meter. Bij klaringsproblemen (bijvoorbeeld lichte verkoudheid) niet duiken. Deze adviezen kunnen per persoon verschillen en zijn grofweg bedoeld.