Als er iets belangrijk is aan je duikuitrusting, dan is dat wel je ademautomaat. Op duikmarkt zijn vele soorten te vinden, maar wat is nu de juiste set voor jou? Eddy van Vliet van Scuba Support geeft advies en tips.

Tekst: Eddy van Vliet

Een ademautomaat kiezen is niet altijd even eenvoudig. Je keuze hangt af van je budget en of je ook in kouder water wilt gaan duiken. Kies in ieder geval een bekend merk. Mocht je na een aantal jaar onderdelen nodig hebben, dan zijn die ook gewoon verkrijgbaar.

Zelf ben ik groot voorstander van dry seal membraan eerste trappen. Die zijn geschikt voor koud water en ook komt er bij normaal gebruik geen water in de eerste trap, dus minder kans op vervuiling zoals kalk en zoutkristallen. Ga je meer dan 40 duiken per jaar maken, kies dan voor een kwalitatief betere automaat.

Controleer of de automaat geschikt is voor je toekomstige duiken. Stelknoppen als venturi en ademweerstand zijn prettig in gebruik, maar geen must. En dan heb je ook nog gebalanceerde systemen. Dit zijn technische innovaties die zijn toegepast op de eerste en tweede trappen die de prestaties verbeteren. In principe komt het erop neer dat bij een gebalanceerd systeem de automaat met elke flesdruk en op elk diepte dezelfde hoeveelheid gas geeft en een nagenoeg gelijke ademweerstand heeft.

Is je ademautomaat koud water geschikt?

Niet alle ademautomaten zijn geschikt voor koud water. Goedkopere modellen kun je enkel gebruiken bij tien graden Celsius of warmer. Heb je koudwaterambities, kies dan voor een ademautomaat die aan de EN250A NEN-norm voldoet.

Op de eerste trap zit de aansluiting voor op je fles, dit kan INT of DIN zijn. INT is de meest gebruikte norm, maar DIN is een technisch betere en veiligere aansluiting omdat de afdichtende O-ring opgesloten zit en er minder snel uit kan schieten.

Tijdens het opkomen van technisch duiken in Nederland, waar DIN de norm is, zie je ook steeds meer recreatieve duikers dit pad volgen. Op de langere termijn verwacht ik zelfs dat DIN meer een standaard gaat worden dan INT.

Alles van hetzelfde merk

Is het verstandig om de eerste en tweede trap van hetzelfde merk te kopen? Een automatenset van elk merk moet CE-gecertificeerd worden voor hij op de markt mag komen. Volgens deze norm moet het geheel (eerste en tweede trap) worden aangeboden voor certificering.

Maar in de praktijk worden vaak merken gemixt, en technisch geeft dat vaak geen problemen (overigens niet bij alle merken). Als dit gebeurt, is het meestal niet te achterhalen of deze combinatie wel de normen haalt die worden voorgeschreven. Weet dus wat je gaat doen als je merken gaat mixen!

Lage- en hogedrukpoort

De eerste trap heeft lage- en hogedrukpoorten. Het aantal verschilt per merk. Een hogedrukpoort heeft een ander (groter) schroefdraad dan een lagedrukpoort. Hierdoor kun je nooit de fout maken een inflatorslang aan te sluiten op een hogedrukpoort.

Op de hogedrukpoort komt de manometer of luchtgeïntergreerde duikcomputer. Op de lagedrukpoorten sluit je de inflatorslang van je BCD en van je droogpak aan, dit is aan de linkerzijde. Aan de rechterzijde komen je eerste en tweede trap meestal (ook op lagedrukpoorten).

In principe heb je één of twee hogedrukpoorten nodig: één voor de manometer en één voor eventueel een zender. Voor tweede trap heb je er drie of vier nodig; vier als je ook met een droogpak duikt.

Ook interessant voor jou:

Geleende duikcomputer zorgt voor verwarring

Verbreed je horizon met de Mares Horizon