Een zeepaardje… Als er iets is waar duikers van op hol slaan dan zijn het overduidelijk zeepaardjes. Ga je naar het grootste Nationaal Park van Nederland, de Oosterschelde, dan staat dit dier met stip op nummer één. Vanaf juni tot november lijkt het in enkele gevallen een gevecht om bij dit lievelingsbeestje te liggen. Laten we ons koppie erbij houden en nog jaren met z’n allen genieten van deze ietwat tropische ontmoetingen.
Tekst en foto’s: Janny Bosman
Waar komt het Zeeuws zeepaardje vandaan?
Waar ze vandaan komen? Een juist antwoord blijf ik je schuldig. Er zijn veel theorieën, maar we weten het niet. De een beweert dit en de ander komt met weer met een heel ander verhaal. Daarom zeg ik er niets over. Dat neemt niet weg dat er niets moois te vertellen valt over de zeepaardjes. De meeste hebben blije herinneringen aan het dier. Voor degene die nog geen zeepaardje heeft gezien in Nederland: blijf duiken.
Grotere aantallen
De zeepaardjes worden jaarlijks met grotere aantallen op steeds meer duikstekken waargenomen. Helaas is één specifieke duikstek voor een ontmoeting met een zeepaardje er niet meer. Jaarlijks worden er vanaf juni steeds vaker waarnemingen gemeld van Burghsluis tot Sint Annaland. Van Wemeldinge tot Anna Jacobapolder.
Van Zoetersbout tot de Zeelandbrug. Zelfs in het Grevelingenmeer en het Veerse Meer worden ze gespot, weliswaar als bijzondere waarneming voor die stek. En net als bij sepia’s en pijlinktvissen spelen de sepiastokjes een grote rol voor de zeepaardjes. Ze zitten graag op deze stokjes, of beter gezegd de restanten van de sepiastokjes.
Mannetje met broedbuidel
Ik wil graag een poging wagen om het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes uit te leggen. Je zult namelijk versteld staan hoe vaak dit fout wordt vermeld bij zeepaardjes. Het mannetje heeft een broedbuidel onder aan de buik. Tijdens de paring verstrengelen het mannetje en het vrouwtje hun staarten en het vrouwtje brengt dan eicellen in zijn broedbuidel. Het mannetje bevrucht de eicellen in zijn broedbuidel met zijn zaad. Je leest het goed; anders dan anders.
De eieren met de embryo’s blijven zich ontwikkelen in de broedbuidel tot dat de jonge zeepaardjes zelfstandig kunnen leven. En vervolgens komt het moment waar duikers allemaal op zitten te wachten: het uitwerpen van de jongen uit zijn broedbuidel. Ik ken het zelf alleen van filmpjes waarop de jonge zeepaardjes in wolken uitgeperst worden. De kleintjes hebben dan echt al het model van een zeepaardje.
Zeepaardje bij de Zeelandbrug
Nu rest mij nog een duidelijke onderscheiding te geven over wie de broedbuidel heeft, niet te verwarren met wie de broek aan heeft. Voor zowel mannetjes als vrouwtjes geldt dat halverwege de rugvin gelijk is met de onderkant van de buik. Bij het vrouwtje loopt de onderkant van de buik door tot aan de staart en de staart lijkt hierdoor slank. Bij het mannetje loopt halverwege de rugvin aan de onderkant van de buik de bovenkant van de broedbuidel naar beneden. Eenvoudig is de broedbuidel te zien wanneer deze gevuld is, maar hoe neem je een lege broedbuidel waar? Dat is een stuk lastiger, maar als je goed kijkt zie je de staart onder de buik niet zo slank is als bij het vrouwtje.
Wat was ik gespannen toen ik voor de eerste keer naar een zeepaardje werd gebracht. Het was bij de Zeelandbrug, jaren geleden. Dat geloof je toch niet; een zeepaardje in Nederland! En sindsdien zie ik ze jaarlijks in de Oosterscheldem, meerdere per seizoen. Zelfs meerdere in een duik. Koppeltjes verstrengeld met hun staarten tijdens het paringsritueel. En nog steeds is elke duik met zo’n ontmoeting een hele bijzondere. Het blijft je bij en je wilt er meer zien. Toch geeft het ook onrust bij duikers. Dat brengt mij weer bij het begin, koppie erbij houden en laten we proberen met z’n allen te genieten van het kortsnuitzeepaardje, Hippocampus hippocampus. Fijne duik.